I v19
PZC Zaterdag 30 juni 2007
De toekomst
van Kosovo
Binnenkort moet de Veiligheidsraad een be
sluit nemen over de toekomstige status van
de Zuid-Servische provincie Kosovo.
Kosovo was een autonome provincie binnen
de Socialistische Federale Republiek Joegosla
vië en voornamelijk bewoond door etnische
Albanezen.
Vanaf de tweede helft van de jaren tachtig
perkte de Servische president Slobodan Milos
evic de rechten op zelfbestuur en gebruik van
eigen taal in en werden de Albanezen met ge
weld onderdrukt.
Na jaren van geweldloos verzet ontbrandde in
1998 een guerrillaoorlog tegen het Servische
leger en de politie.
In 1999 greep de NAVO in. Met een bombar
dement van 78 dagen werd Milosevic gedwon
gen zich uit Kosovo terug te trekken. Tijdens
en na de bombardementen werden de Servi
sche bewoners van de provincie door de Alba
nezen met geweld verjaagd. De provincie
wordt sindsdien door de VN bestuurd, met
een steeds groter rol voor een Kosovaarse re
gering en parlement.
Amerika en de meeste Europese landen willen
van Kosovo een onafhankelijk land maken, dat
voorlopig nog onder Europees toezicht func
tioneert. Servië, dat Milosevic in 2000.afzette,
is daar fel op tegen. Servië wordt gesteund
door Rusland dat vetorecht heeft in de Veilig
heidsraad.
bloei dooren heeft inmiddels 160.000 le
den.
Eén van hen is Mirko Grbic (1925). Hij
vocht tussen zijn 16e en 20e in de Tweede
Wereldoorlog en leeft inmiddels al veertig
jaar van een veteranenpensioen. Na de oor
log waren twee getuigen genoeg om te be
wijzen dat je daar recht op had.
„Onze positie was veel beter dan die van
huidige veteranen", zegt hij. „De huidige
regering doet alsof Milosevic alles verkeerd
deed. Sinds de jaren negentig is het leger
zijn reputatie kwijt." longeren verkiezen
massaal de (langere) sociale dienstplicht
boven de militaire.
De maatschappelijk gemarginaliseerde Ser
vische veteranen hebben geen goede con
tacten met hogere machten. Niet zoals
Faik Fazliu die de veteranenkoepel in Kos
ovo leidt. Hij drinkt wekelijks koffie met
de lokale machthebbers. Hij is bevriend
met premier Agim Ceku en oppositielei
der Hasim Thaci, beide oud-strijders. Faz
liu wordt door medestrijders nooit ge
noemd als invloedrijk, maar geeft gematig
de Kosovaren en het VN-bestuur in de pro
vincie hoop dat bloedvergieten uitblijft.
„Als een Servisch vrijwilligersleger oprukt,
vertrouw ik op KFOR", zegt hij keurig. De
hardliners Lajci en Mushkolaj hebben het
echter veel te druk met zichzelf om die uit
spraak te horen.
ben gemeld, toont veteranen-secretaris
Zjelko Vasiljevic een excel-bestand vol na
men op de computer in zijn kantoor.
Hoewel dezelfde grote woorden klinken -
„We hebben wapens en we zijn klaar voor
ze" - overtuigen ze minder. De vrijwilli
gers bedienen zich rijkelijk van historische
en religieuze symboliek en noemen zich
de garde van Tsaar Lazar. Deze leider van
de Serviërs stierfin 1389 tijdens de slag te
gen oprukkende Ottomanen op het Merel
veld in Kosovo. Op 14 juni vertrok vanaf
de Sava Kerk in Belgrado een twee weken
durende mars naar het Merelveld. Onder
de ongeveer driehonderd deelnemers be
vonden zich ook mannen in uniform en
veteranen van de Tsaar Lazar Garde. Ze
kregen de zegen van de orthodoxe kerk.
Veel Serviërs voelen sympathie voor het
vrijwilligersleger, maar vrijwel niemand
lijkt ze echt serieus te nemen. Iedereen
weet dat de Serviërs niet opgewassen zijn
tegen de internationale troepenmacht van
17.000 KFOR-militairen en tienduizenden
strijdbare Albanezen.
De Servische veteranen hebben bovendien
niet dezelfde maatschappelijke status. Ze
vochten de politiek omstreden oorlogen in
de jaren negentig - in Kroatië, Bosnië en
Kosovo - en gelden niet als winnaars.
Voor de huidige regering zijn ze eerder
een last dan hulp.
Serviërs richten zich tegenwoordig op oor
logen die ideologisch minder besmet zijn
door het nationalisme van Slobodan Milo
sevic of het communisme van Tito. De ver
eniging van nakomelingen van Eerste We
reldoorlog-strijders maakt een enorme
Ook aan de andere kant van de
administratieve grens tussen
Kosovo en de rest van Servië,
gist het weer onder de
oud-strijders. Een deel van de Servische
oorlogsveteranen heeft een vrijwilligersle
ger gevormd om voor het behoud van Kos
ovo te vechten. Als bewijs dat zich inmid
dels tweeduizend vrijwilligers zouden heb
op zak. Op de vraag hoe groot hun leger is
en hoeveel tijd Muskholaj nodig heeft om
het bijeen te krijgen, wordt door de man
nen rond de tafel gegrinnikt.
„We zijn klaar." Na een hoofdknik van
Muskholaj gaat de kast in de hoek open.
De planken staan vol ordners met lijsten
en namen. „Weet je zo genoeg?" Het deur
tje sluit weer.
ner, Jeremy Irons en Pierce Brosnan. Ik
heb het geprobeerd, maar op de Duitse te
levisie kijk ik geen buitenlandse films
meer.
Laatst zat ik met een Duitse fotograaf in de
auto en deed mijn beklag over die alles ver
pestende nasynchronisatie. Ik ken de foto
graaf al langer en schat hem in als werelds
en ruimdenkend. Nu keek hij bedenkelijk
opzij. „Hoe doen jullie dat dan?", vroeg-ie.
„Gewoon, met ondertiteling", zei ik. Het
bleef even stil in de auto. „Ondertiteling?",
klonk het ongelovig. „Maar dan zit je de he
le tijd te lezen, dan zie je helemaal niks
meer van de film." Ik kon hem niet over
tuigen dat ik daar nooit last van heb ge
had. Later wilde hij nog wel toegeven dat
het eigenlijk best raar is dat hij nog nooit
de stem van Hugh Grant, Jack Nicholson
of Julia Roberts heeft gehoord. Knorrig
werd hij toen ik zei dat de Duitsers door
dat nasynchroniseren ook zo belachelijk
Engels spreken, ze horen die taal bijna
nooit. Hoe dan ook, nasynchronisatie is
voor onze oosterburen even vanzelfspre
kend als dat één plus één twee is.
Ook in landen als Italië, Spanje en Frank
rijk wordt nagesynchroniseerd, maar Duits
land is vanaf begin jaren dertig de absolute
wereldkampioen. De nazi's waren er dol
op, iedere dief of bedrieger in buitenlandse
films werd al snel vertaald in 'Jude'.
Na de oorlog werd geprobeerd om met on
dertiteling te werken (alles wat Duits was,
was even niet zo populair) maar het sloeg
niet aan. Om toch films te verkopen,
bouwde Hollywood in Berlijn en Miin-
chen speciale studio's voor nasynchronisa
tie. Soms werden zelfs complete scènes op
nieuw gefilmd. Het bordje 'Central Sta
tion' werd dan bijvoorbeeld vervangen
door 'HauptbahnhofDe computer was er
natuurlijk nog niet.
Nog steeds is de nasynchronisatie een enor
me industrie. Er bestaat zelfs een soort Os
car voor de beste synchroonprater van het
jaar. Compleet met een prijs voor aan
stormend talent. De Duitsers moeten er
simpelweg niet aan denken om de echte
Louis de Funès of Nicolas Cage te horen.
'Een stille wraak op de geallieerden', noem
de de inmiddels overleden Duitse tv-pre-
sentator Robert Lembke dat.
In Berlijn kunnen we gelukkig terecht in
een paar bioscopen waar ze de buitenland
se films in de originele versie vertonen,
mét Duitse ondertitels. Een Poolse vrien
din vond trouwens dat we niet zo moes
ten zeuren. „In Polen wordt ook nagesyn
chroniseerd, maar meestal doen dat maar
één of twee mensen per film. Je hebt geluk
als ze per rol hun stem een beetje vervor
men en dat consequent volhouden", meen
de ze. We tellen onze zegeningen.