'We leven in een land van zesjes en zeventjes' v14 Zaterdag 30 juni 2007 PZC Indringer stak vrouw van Pieper neer De kranten stonden er halverwege 2003 vol van. Ricka, de vrouw van Roel Pieper, wordt aange vallen door een man met een mes en raakt zwaar gewond. De ochtend van 31 mei klimt de 42-jarige Paul T. over het hek van het huis waar Pieper met zijn vrouw en vier van zijn zoons wonen. Om kwart voor zes gaat de tele foon: het beveiligingsbe drijf meldt dat er een in dringer is. Pieper gaat op onderzoek uit. Als even later de bel gaat, opent Ricka de gara gedeur in de veronder stelling dat de politie is gearriveerd. Ze valt recht in de armen van de in dringer die op haar in steekt. Pieper schiet haar te hulp en samen met zijn oudste zoon weet hij de indringer tegen de grond te werken. Het mo tief van de man is voor Pieper en zijn vrouw nog steeds niet duidelijk. „Die man was knetter gek, daar kan je niks mee", zegt hij nu. „Geluk kig is Ricka er drie keer sterker uitgekomen. Ze heeft een andere waarde ring voor die dag gekre gen." Pieper had en heeft forse kritiek op de politie die pas na 25 minuten arri veerde. „Het niveau van de politie is nog steeds belabberd." Door een motorongeluk viel zijn carrière als basketballer in het water. Oud-Philips-bestuurder, IT-ondernemer en durfkapitalist Roel Pieper stortte zich op een studie informatica. De liefde voor de sport bleef. Zijn nieuwste project: waterstofbussen in de Russische stad Sotsji die in de race is voor de organisatie van de Olympische Winterspelen van 2014. „Van de sport heb ik geleerd dat je het samen moet doen." door Thomas Olivier foto Phil Nijhuis oen ik 19 was, ben ik hele- I maal van de straat geveegd door een spookrijder. Ik reed met mijn motor op de .A. rijkssnelweg van Vlaardin- gen naar Maassluis. Het was niet mijn schuld, die idioot reed aan de verkeerde kant van de weg. Bijna ieder bot in mijn lichaam was gebro ken: mijn armen, mijn ribben, mijn heup. Ik zat van onder tot boven in het gips. Je kan je niet voorstellen hoe het is om niet te kunnen bewegen en dat wekenlang. Door dat ongeluk heb ik zes maanden niet kunnen basketballen. Daarna kon ik niet meer verder op het niveau dat ik voor het ongeluk speelde. Basketballen was heel belangrijk voor me. Ik trainde zes keer ik in de week en had een hele goede coach. Ik speelde in Neder landse en Duitse teams. Door die aanrij ding viel ik in een groot, zwart gat. Op een gegeven moment heb ik gezegd: dan ga ik maar studeren. Destijds begon voor het eerst de studie wiskunde en infor matica aan de TU Delft. Als ik terugkijk, was die studie eigenlijk een geluk bij een ongeluk. Dat was echt een perfecte timing. Ik viel met mijn neus in de boter en heb me helemaal op Delft gestort. Ik heb altijd veel inzet gehad, dat heb ik van mijn moe der. Ze heeft de Tweede Wereldoorlog meegemaakt. Ik denk dat ze mij en mijn broer daarom altijd heeft gepusht om uit het leven te halen wat erin zit. Het ging me ook wel makkelijk af op school, moet ik toegeven, daarom was het interessant om me een zetje extra te ge ven. Dat deed ze altijd op zon manier tus sen vriendelijk en onvriendelijk in, een heel elegante balans. Ik wist dat het eigen lijk wel nodig was, maar soms dacht ik: shit, daar heb je dat gezeur weer. Door de steun van mijn moeder en mijn eigen instelling leerde ik hard en efficiënt werken. Toen ik eenmaal die discipline had, was het ook helemaal niet moeilijk. Ik hield daardoor tijd over. Een zeventje ha len, vond ik niks. Als ik dacht dat het beter kon, deed ik er nog een schepje bovenop. Of het nou om sporten, studeren of wer ken gaat, mijn instelling is altijd: als ik vol gas kan geven, waarom zou ik dat dan niet doen? Mijn vader was wat dat betreft veel meer van de sociale kant. Hij heeft me de charme van het zeilen bijgebracht. Het ging hem veel meer om de sociale dimen sie van zeilen dan om het wedstrijdele ment. Ik heb zelf de wedstrijdkant weer opge zocht, dat zit er toch in. Ik zeil nog steeds op hoog niveau. We winnen mooie prij zen op de Middellandse Zee. Vorige week won ik met mijn team de Palma de Mallor- ca en twee weken geleden werden we der de in Cannes. Na het motorongeluk heb ik veel aan mijn vader gehad. Motorrijden was zijn hobby en ik was door hem gaan rijden. Als vader zit je daarmee, dat je zoon een zwaar onge luk krijgt. Ik maak me al zorgen als een van mijn zoons in de auto stapt. Minder dan een jaar na het ongeluk is mijn vader overleden aan nierkanker. In die tijd realiseerde ik me niet hoe jam mer het eigenlijk is dat ik de afgelopen der tig jaar niet samen met hem heb beleefd. De erfenis die je van je ouders krijgt, die kun je dan niet teruggeven. Ik ben wel hard geworden door dat onge luk, zowel voor mezelf als voor anderen. Ik laat me niet meer zo snel afschrikken. Ook niet in mijn werk. Ik heb altijd hard gewerkt. Dat is pas echt begonnen bij mijn eerste job bij Software AG in Duitsland. Dat was werken, werken, werken. Het heeft me mijn eerste huwelijk gekost. Mijn toenmalige vrouw zag niks in die baan, maar ik kreeg daar ontzettend veel vrijheid, het was spannend, een uitdaging

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 114