De dood is niet de dood P A v4 'Ik ben wel bezig met de dood van anderen, maar gek genoeg nog niet met die van mezelf' Zaterdag 30 juni 2007 PZC Meeleven of beleven; emoties die Ad en Mathilda Wisse strikt gescheiden houden. De dood rust tussen hen in. Staat hen niet in de weg, maar brengt hen juist dichter bij elkaar. Zij verzorgt overledenen. Hij regelt uitvaarten. „Een grafstemming? We hebben genoeg andere dingen om over te praten." door Jeffrey Kutterink foto Mechteld Jansen In huis waart allerminst een dood se sfeer. Hoewel de woonkamer klassiek is ingericht, stemmen schilderijen van rode rozen en mystieke landschappen op een witte muur vredig. Een klein wit boomer hondje brengt met zijn gekef boven dien veel levendigheid. Dieren zijn een passie voor Mathilda, vertelt ze later. Terugkijkend is het op momenten een zwaar gesprek. Hoewel ze allebei dage lijks met vreemden over de dood pra ten, schermen ze zichzelf af voor de emoties en proberen ze privé meer na druk op het leven te leggen. Al gaat het ze lang niet altijd makkelijk af. Voor Mathilda is de dood als vanzelf in haar leven geslopen. „Vroeger, als een bekende was overleden, ging ik met mijn moeder mee naar het lijkenhuis hier in Goes. Ik ben opgegroeid met het beeld van dode mensen. Dat vond ik niet eng." Na haar opleidingen werkte ze als thuisverzorgster en als fulltime moe der. Ze bracht twee dochters en een zoon ter wereld. Tien jaar geleden ver anderde haar leven radicaal toen ze als overledenenverzorgster ging werken bij een uitvaartonderneming. „Bij het opbaren gaat het niet alleen om de kleding, de kist en de bloemen. Ik miste heel erg de uiterlijke verzor ging. Zo zag ik bijvoorbeeld dat nagels niet altijd goed worden schoonge maakt of dat het haar er flodderig bij hangt. Nabestaanden zien het wel, maar durven er niet snel iets van te zeg gen. Ik vond dat niet kunnen en be sloot voor mezelf te beginnen." Onbedoeld trok ze haar echtgenoot mee in de 'wereld der doden'. „Als ik een zware overledene moest opbaren en het me niet lukte om hem op de koelplaat te tillen, belde ik Ad." Ad was toen nog onderhoudsmonteur. Hij knikt. „Juist alle ervaringen die ik de afgelopen jaren heb opgedaan heb ben mij voldoende inzicht gegeven om vanaf januari dit jaar begrafenisonder nemer te worden. Een glimmende kist, prachtige rouwkaart en tot in de punt jes georganiseerde en uitgevoerde uit vaart is mooi. Maar als de uitvaartver zorger een kil en zakelijk persoon is, mis je iets essentieels. Dat persoonlijke probeer ik er wel aan te geven." Sindsdien maakt de dood een on losmakelijk deel uit van het le ven van Ad en Mathilda. Toch zijn hun wegen strikt gescheiden. Ma thilda komt als eerste bij de mensen over de vloer. „Ik zorg dat de overlede ne in overleg met de nabestaanden goed wordt opgebaard." Hevig met het hoofd schuddend: „We gaan soms samen. Maar ik heb mijn werk; Ad het zijne." Aan de donkerge kleurde houten keukentafel is daarover nooit onenigheid. Ze bemoeien zich ge woon niet met eikaars werk. „We wis selen uit, verwijzen naar elkaar als mensen dat willen. Klachten over el kaar zijn nog niet voorgekomen. Maar als iemand een klacht heeft over het werk van mijn man, verwijs ik ze naar hem zelf door. Ik spreek niet voor hem." Hij heeft zijn kantoor boven, zij op de begane grond. „Soms is het moeilijk om privé en werk uit elkaar te houden. Een tijdje geleden werd een bovenkant van een kist bezorgd. Er was even geen ruimte in de garage en toen stond die ineens in de woonkamer. Niet ge bruikt, maar toch. Dan is het werk in eens heel dichtbij." Toch hebben ze beiden geen houten hart. Hoe langer ze erover denken en praten, hoe meer van de onderliggen- wens van de familie speelde continu door mijn hoofd. In die auto besloot ik om het meisje toch klaar te maken om op te baren." De emoties wegslikkend: „Dat was zo ontzettend moeilijk. Toch vond ik dat het kon. Ik voelde me ook aan de nabe staanden verplicht de mogelijkheid te geven om op een menswaardige ma nier afscheid te nemen." Zichtbaar vecht ze tegen de tranen, maar verliest. „Ik wil niet beleven", huilt ze. „Maar ik ben ook een mens." Mathilda herbeleeft de emoties van toen. „Als jonge mensen of kinderen overlijden, grijpt me dat erg aan. Mis schien omdat ik zelf kinderen en een kleinkind heb. Op zulke momenten splijt ik me in tweeën. Hoe erg ook; ik heb mijn koffertje met spullen gepakt en ben aan het werk gegaan. Op dat moment moet ik mijn gevoelens uit schakelen, want verdriet zou professio naliteit in de weg staan. Als ik ze ga be leven, kan ik mijn werk niet doen. En mensen verwachten veel van me, reke nen er op." Met opluchting in haar stem: „Het is gelukt om dat meisje er toch goed te laten uitzien. Nabestaanden konden op een menswaardige manier afscheid de emoties zichtbaar wordt. Dan in eens komt het hoge woord eruit. „Ik wil wel meeleven, maar niet beleven. Want dan kan ik mensen niet helpen." Mathilda schiet vol. „Weet je wat voor al moeilijk is?" Even valt ze stil. Alsof ze op antwoord wacht. "Jonge men sen." lots staat ze op. Beent met rasse schreden naar de keuken, pakt een zakdoek en snuit de neus. „Laatst is een meisje omgekomen door een ongeval. Ze was zwaar beschadigd. De uitvaartondernemer vroeg of de overledene nog toonbaar gemaakt en thuis opgebaard kon worden." Op fluistertoon. „Verschrikkelijk was het om dat te zien. Ik heb gekeken en geen beslissing genomen. Hier moest ik goed over nadenken. Ik liep terug naar mijn auto, stapte in en heb een tijdje voor me uit zitten kijken. De deuntjes. Ik zie de dood niet als ver driet, als iets negatiefs. De dood is niet de dood. Het is een fase. De energie gaat over en iemand leeft voort." Het kan toch bijna niet anders dan dat de dood een dagelijks gespreksonder werp aan de keukentafel wordt. „Dat vermijden we als het even kan", verze kert Ad. „Er heerst hier geen grafstem ming hoor. We hebben genoeg andere dingen om over te praten. Onze drie kinderen en ons kleinkind bijvoor beeld. Want om die te zien opgroeien is ook een passie voor ons samen." „We doen natuurlijk ook leuke dingen met elkaar", schatert Mathilda. „We houden allebei van fietsen, wandelen en de natuur. We hebben niet veel no dig om gelukkig te zijn. We hoeven geen verre reizen te maken. Onlangs zijn we nog een weekje in Drenthe ge weest. Heerlijk. Meer hebben we niet nodig." nemen. Ze waren me er erg dankbaar voor. Uit die dankbaarheid haal ik mijn voldoening. Je betekent echt iets voor mensen." Waar anderen bij zijn, zal ze die men selijke kant bijna nooit laten zien. „Thuis gaat mijn eigen leven verder. Ik waak ervoor dat ik afstomp." Dat doet ze door te schilderen en te priegelen aan de inrichting van een im mens poppenhuis. „Ik kan het echte le ven even helemaal ontvluchten als ik me in het poppenhuis verdiep. Ik ver zorg de inrichting. En pas die ook aan. Met Kerstmis zorg ik bijvoorbeeld dat er ook in het poppenhuis een kerst sfeer is." Ad heeft zijn synthesizer. Hij stort zich helemaal op zijn twee boven elkaar ge plaatste keyboards. Lachend: „Nee, ik zit er na een zware dag niet headban- gend achter. Als ik me leeg voel, speel ik rustig. Vooral eigen, verzonnen d en Mathilda staan voor gro te veranderingen. Niet alleen verkopen ze hun huis na der tig jaar. Eind dit jaar trekken ze in hun nieuwe huis en bouwen ze hun eigen uitvaartcentrum. Op de Poel in Goes. Nu maakt Ad nog gebruik van colle ga-uitvaartcentra. „Vanaf volgend jaar hebben we meer ruimte en kunnen we privé en werk beter uit elkaar hou den." Dat ze dagelijks bezig zijn met de dood, wil nog niet zeggen dat ze hun eigen uitvaart tot op de puntjes hebben geregeld. Mathilda resoluut: „Pas sinds kort ben ik er uit wat ik wil: in een lijkwade opgebaard worden op een plateau. Daarna wil ik worden ge cremeerd." De Aria concerto crosso van Handel moet in elk geval tijdens de dienst klin ken. Daar is ze zeker van. „Daar luister ik veel en graag naar." Maar verder? „Ik ben wel bezig met de dood van ande ren, maar gek genoeg nog niet met die van mezelf." Ad weet één ding zeker. „Wij komen elkaar na de dood nooit meer tegen", glimlacht hij. „Nee hoor. Maar ik wil begraven worden. Vroeger kon ik nog niet vertellen waarom. Het lichaam heeft bij de geboorte van de natuur de tijd gekregen om zich te vormen. Ik vind het prettig als de natuur ook de tijd krijgt om het lichaam in natuur- tempo af te breken." Mathilda Wisse Naam: Mathilda Wisse-Hugens Bedrijf Mathilda Wisse Overle- denenzorg Geboren 16 september 1953 in Goes b Woonplaats: Goes b Opleiding: Moedermavo, vak school Stivu; restauratieve tech nieken (verzorgen van overle denen) Beroep: overledenenverzorg ster Burgelijke staat: gehuwd met Ad Wisse Hobby' s: schilderen, inrichten poppenhuis Ad Wisse b Naam: Ad Wisse b Bedrijf Ad Wisse Uitvaartver zorging Voornamen voluit: Adriaan Leendert Geboren: 29 maart 1964 in Goes b Woonplaats: Goes Opleiding Lts (metaal Mid denstandsdiploma), Stivu uit vaartondernemer Beroep: uitvaartondernemer/ verzorger Hobby's: muziek, opknappen motorfiets, modelrouwauto's sparen

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 104