Dr. Mezger hield heel Helende handen maakten furore Alle snorren staan stijf van de pommade v2 Johann Georg Mezger introduceerde massage als middel van genezing. Fotocollectie geeft een overweldigend beeld van het eind van de 19e eeuw. Zaterdag 30 juni 2007 PZC Op de voorpagina van dit katern: 1. Dr. Johann Ceorg Mezger, circa 1885, foto Loescher Sr Petsch Berlijn. 2. Elisabeth zu Wied (Carmen Sylva), circa 1885, foto Franz Mandy Boekarest. 3. Elisabeth van Oostenrijk-Hongarije (Sissi), circa 1870. 4. Fürstin Khevenhüller, 1894, foto Victor Angerer Wenen. Siegfried Freudenberg, 1894, foto Elzinga Goes/Domburg Prinses Maria van Pruisen Het Zeeuws Archief in Middelburg presenteerde deze week de fotocollectie van dr. Mezger. Meer dan zevenhonderd portretten van patiënten, gemaakt in de periode 1860 tot 1895. Wie op de site van het archief de foto's over het scherm laat glijden, ondergaat een tijdschok. Al die mensen, vaak van koninklijken bloede, zitten daar, staan daar, met opgedraaide snorren en ingesnoerde tailles. Ongetwijfeld beroemdheden in hun tijd. Nu weten we in meer dan de helft van de gevallen niet eens hun naam. tekst Jan van Damme, foto's Zeeuws Archief, vormgeving Nourdin Kouch De man met de gouden dui men, zo werd hij al in zijn eigen tijd omschreven. Dr. Mezger was één van de eer ste fysiotherapeuten in Ne derland. Johann Georg Mezger werd in 1838 in Amsterdam geboren. Zijn vader was daar in 1819 vanuit Württemberg neer gestreken. Dat verklaart de Duitse naam. Toeval of niet, vader Mezger ging ook nog eens daadwerkelijk als slagersknecht aan de slag. Zoon Johann had hogere ambities en raakte geïnteresseerd in de gezondheids zorg. In Frankrijk maakte hij kennis met een vorm van heilgymnastiek, die toege past werd bij verstuikingen. Hij studeerde en promoveerde in Leiden, in 1870 legde hij het artsexamen af. Mezger legde zich toe op wetenschappelij ke massage en gewrichtsaandoeningen. Meteen al in zijn eerste jaar als arts behan delde hij prins Willem, de oudste zoon van koning Willem III. Het is niet bekend welke klachten de Oranjetelg had, maar op zijn voorstel werd de dokter tot Officier in de Orde van de Eikenkroon benoemd. Dat succes was het begin van een lange reeks 'vorstelijke' behandelingen. Nog meer in druk maakte de genezing van kroonprins Gustaaf van Zweden, ruim een jaar later. Artsen in zijn eigen land slaagden er niet in de bij een balspel geblesseerd geraakte, 13-jarige prins weer op de been te krijgen. Invaliditeit dreigde. De helende handen van Mezger maakten hem binnen tien da gen weer mobiel. Koning Gustaaf V van Zweden werd uiteindelijk 93 jaar en tennis te tot op hoge leeftijd. Mezger zal er snel aan gewend geraakt zijn: hij mocht zich als dank voor de scuccesvolle therapie voortaan Ridder in de Orde van de Pool ster noemen. Niet dat hij de versierselen ooit droeg, daar was hij de man niet naar. De arts hield sinds 1870 praktijk in het Am- stelhotel in Amsterdam. Dat hotel was drie jaar eerder geopend en maakte aan vankelijk verlies. Door Mezger begon de gouden tijd. Hij zorgde dat adellijke en ver mogende gasten uit heel Europa zich aan de de balie meldden. Ook in Duitsland maakte hij naam. Daar hield hij 's zomers in hotel Royal in Bonn spreekuur. In 1888 vestigde hij zich in Wiesbaden, in 1893 in Parijs. Het is natuurlijk geen toeval dat op het Groentje in Domburg een borstbeeld van de dokter staat. Mezger was op meer dan één manier aan Zeeland gelinkt. Zijn eer ste echtgenote Maria Helena Reelfs over leed 21 jaar oud in 1872 aan longtuberculo- se. Een jaar later diende het gezin Borsius uit Middelburg zich aan in Bonn, om daar zoon Willem te laten behandelen. Mezger liet zijn oog vallen op de in het gezelschap verkerende zus Pieternella. Een jaar later trouwden ze in Middelburg. De Zeeuwse lucht moet hem goed bevallen zijn. Behal ve gul met onderscheidingen waren de vor stelijke patiënten ook bereid flink met hun geldbuidel te rammelen. Zodanig dat de arts het zich kon veroorloven om in 1886 Villa Irma in Domburg te bouwen. Van dan af behandelde hij elke zomer daar pa tiënten en stroomde het blauw bloed naar Domburg. Zo stond Mezger aan de basis van de opbloei van de Zeeuwse badplaats, waar gekroonde hoofden en in hun kiel zog kunstenaars neerstreken. Waarschijnlijk kreeg de arts ook Zeeuwen in zijn praktijk. In zijn boek over de 'dui- mendokter' tekende P.J. Kostelijk op: 'Za ten er in de wachtkamer van Villa Irma boeren dan werden die gewoonlijk het eerst geholpen, want Mezger placht te zeggen dat zij geen tijd hadden om te wachten. Toen een dame hierop een aan merking maakte en uitriep: 'Maar dokter, ik ben gravin...', antwoordde Mezger kalm: 'Mevrouw, ik ken geen gravinnen, al leen maar patiënten.' Mezger overleed in 1909 in Parijs, en werd in alle stilte op het kerkhof van Oostkapel- le begraven. Dankbare patiënten en vereer ders zamelden geld in voor het beeld, dat in 1910 werd geplaatst. Als arts was Mezger omstreden, vele colle ga's zagen weinig in knijpen en wrijven. Ze kregen volop munitie toen een bewon deraar in 1901 een artikel publiceerde over de 'hamertherapie' van de fysiotherapeut. Het betrof 'een methode tot zelfgenezing'. Eenieder kon zich met een door de arts goedgekeurde hamer bekloppen, ter bestrij ding van ingewanden- en gewrichtspijnen. Hoon was zijn deel. P.J. Kostelijk: Dr. Johann Georg Mezger 1838-1909 en zijn tijd - Universitaire Pers Leiden, 1971. Zonder naam Nazaten van dr. Mezger schonken zijn fotocollectie al in de jaren twintig van de vorige eeuw aan het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap der Wetenschappen. Hoe de verzameling van de arts is ontstaan, is niet duidelijk. Moge lijk vroeg hij zijn patiënten een foto van zichzelf mee te nemen, om die bij zijn dos siers te voegen. Het kan ook zijn dat het in hogere kringen gebruikelijk was om een portret te overhandigen als een 'carte de vi site'. Visitekaartportretjes werden vanaf 1850 internationaal een ware rage. Opval lend is dat de collectie vrijwel uitsluitend portretten van adellijke en rijke patiënten herbergt. Een fotograaf kon in die tijd meerdere foto's op één negatiefplaat ma ken, een relatief goedkoop procédé, zodat ook minder gefortuneerden zich konden laten vereeuwigen. Toch komen die niet in de verzameling voor. Des te opvallender, omdat het Zeeuws Archief beschikt over een kort na 1900 aangelegde collectie pa tiëntenfoto's van de Koudekerkse huisarts J.J. van der Harst, die 'gewone' Zeeuwen in hun beste goed laat zien. De ruim zevenhonderd foto's van Mezger worden nu in het depot van het Zeeuws Archief bewaard. In zuurvrij folie, op een constante temperatuur van 18 graden en een relatieve luchtvochtigheid van 55 pro cent. Volgens Albert Meijer, hoofd Archie ven en Collecties, zijn die omstandigheden zo ideaal, dat de portretten nog een eeu wigheid meekunnen. Van ongeveer drie honderd stuks is bekend wie de geportret teerde is. Dus is er een groot aantal naamlo zen. Het archief hoopt hun identiteit te achterhalen via tips van geïnteresseerden. De foto's zijn, voor wie wil kijken, een on uitputtelijke bron. Ze vertellen over (hof)fotografen en de aankleding van hun ateliers met zuilen, krullerige bankstellen en nepdecors. Ze vertellen ook over de mo de van eind 19e eeuw. De hoepelrok was kennelijk net uit het modebeeld verdwe nen, maar de wespentaille dook nog regel matig op. Bolhoeden waren ook populair. Het is al met al een overweldigend beeld van wat het fin de siècle wordt genoemd. Je ziet de pommade uit de martiale snorren druipen. Aan het eind van een 19e eeuw, die tot 1914 voort zou duren. Toen sneuvel den talrijke tsaren-, keizer- en koninkrij ken. En de militairen, die heldhaftig hun plicht dachten te doen voor volk en vader land, maakten in de loopgraven kennis met de techniek van de 20ste eeuw De fotocollectie is te raadplegen op www.zeeuwsarchief.nl

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 102