Familiejuwelen
s
12 Donderdag 28 juni 2007 PZC
De filmscenario's van de
De Amerikaanse CIA heeft bepaald niet altijd volgens de
regels gewerkt. Die 'lijken uit de kast' liggen nu op straat
Weten we nu echt meer over het werk van de
inlichtingendienst in de jaren '50, '60 en '70?
door Miriam van den Brand en Niek Opten
illustratie Chantal van Wessel
De pagina's van de 'fami
liejuwelen' van de Ame
rikaanse inlichtingen
dienst CIA lezen als sa
menvattingen van Hollywood-
films. Plannen om de Cubaanse lei
der Fidel Castro om zeep te hel
pen met pillen, het afluisteren van
hotelkamers waar iemand wel of
niet vreemdgaat, contacten met de
maffia, ga zo maar door. Veel
mocht eigenlijk niet, maar gebeur
de toch.
Voor Roger Vleugels, deskundige
op het gebied van inlichtingen
diensten, is het heel eenvoudig.
Hollywoodfilms zijn fictie, niet de
waarheid. Dus zijn de dinsdag
openbaar geworden archiefstuk
ken uit de jaren '50, '60 en '70 ook
niet de waarheid.
„Denk maar niet dat we hiermee
precies weten hoe de CIA in die
dagen te werk ging. De stukken
zijn van een simplisme dat Hol
lywood aankan. Zo is het in het
echt niet gegaan. Neem de contac
ten met het maffiamilieu bij de po
ging Castro om te brengen. In die
maffia waren mensen van Castro
geïnfiltreerd, net als Moskou. Daar
hebben veel meer lijntjes heen en
weer gelopen dan wij te zien krij
gen."
Ko Colijn, deskundige op het ge
bied van defensie en terrorisme en
verbonden aan de Erasmus Univer
siteit en Instituut Clingendael, is
ook sceptisch, maar dan over de in
druk die de CIA met
de documenten wil
achterlaten. „Het
wordt gepresenteerd
als een afsluiting van
een periode. Er is nu
een andere tijd aangebro
ken, met een andere in
lichtingendienst. Dat ge
loof ik niet. Ik denk dat
veel van wat er beschreven
wordt nog steeds plaatsvindt.
Als je deze pagina's goed leest,
kun je een beeld krijgen van de
huidige CIA."
Colijn wijst op het verhoor van
overgelopen Russen, die door de
Amerikanen uiterst wantrouwend
werden bekeken. „Die verhoorden
ze het liefst in het buitenland. In
Amerika zelf vonden ze te gevaar
lijk. De vergelijking met de gehei
me gevangenkampen voor terroris
meverdachten in Europa is dan re
latief snel gemaakt. Wat er in de
rapporten wordt beschreven, is ze
ker niet achter de rug."
Dat de Central Intelligence Agency
deze week 702 pagina's met daarin
de lijken uit de kast (waarvan vele
al wel bekend waren) aan het pu
bliek presenteerde is een gevolg
van de inzet van de National Secu
rity Archive. Dat instituut deed
vijftien jaar geleden een beroep op
de Freedom of Information Act, de
Amerikaanse Wet openbaarheid
van bestuur.
Vleugels ziet de openbaarmaking
desondanks vooral als 'een stunt'
van de CIA. „Maar wel een welko
me stunt. De druk op de inlichtin
gendiensten groeit door de War
on terror. Ze willen schoon schip
maken. Maar dan nog blijft het
een goede ontwikkeling: hoe meer
documenten beschikbaar zijn, hoe
beter het is."
De 702 pagina's gaan op de giganti
sche hoop van miljoenen docu
menten die de afgelopen tiental
len jaren al openbaar zijn gewor
den via de Freedom of Information
Act. Volgens de deskundige kun
nen ook de archieven van de
AIVD en zijn voorlopers heel
boeiende zaken opleveren. „De
coup in Suriname die onder ande
re hier in Gouda is voorbereid, de
financiële contacten van de Oran
jes na de oorlog, de activiteiten in
Nieuw-Guinea."
Toch is de kans klein dat er gehei
me rapporten in de
openbaarheid ko
men. Vleugels, die
ook doceert over on
derzoeksjournalis
tiek, wijt dat aan een
cultuurverschil. „Wij
zijn daar niet zo mee
bezig. Er komen wel eens
zaken boven tafel, zoals de
Nederlandse bijdrage in 1981
aan een Israëlisch bombarde
ment op een Iraakse kerncentra
le in aanbouw. Maar er is natuur
lijk veel meer te halen."
In Nederland wordt zelden 'ge-
wobt' (vernoemd naar de Wet
openbaarheid van bestuur). „Er
zijn geen grote denktanks of on-
derzoeksredacties bij kranten. Der
Spiegel en de Washington Post sa
men hebben meer onderzoeksjour
nalisten dan er in heel Nederland
zijn. Het is gewoon zielig. Terwijl
de AIVD meer een oester is dan
de inlichtingendiensten in andere
landen."
In Amerika is het vragen om open
baarheid een dagtaak voor deskun
digen bij kranten, archieven en
non-gouvermentele organisaties,
zegt Vleugels. „In Amerika wor
den per jaar 30.000 verzoeken inge
diend. Ter vergelijking, in Neder
land zijn dat er 1000."
Het is niet zo dat het vragen om
openbaarheid in Amerika een fluit
je van een cent is, benadrukt Co
lijn. „Het loskrijgen van die 'fami
liejuwelen' heeft niet voor niets
zaak: LUMUMBA
De CIA wilde in 1960
premier Patrice
Lumumba van Congo
vergiftigen. Lumumba
had steun gezocht
bij de Sovjet-Unie om te
voorkomen dat opstandige provincies
zich zouden afscheiden van het net
onafhankelijk geworden Congo. Tot
groot ongenoegen van het Westen, dat
grote druk uitoefende op president
Kasavubu om zijn premier te ontslaan.
Uiteindelijk zou kolonel Mobutu de
macht grijpen en de premier verdween
in de gevangenis. Enkele maanden
later werd Lumumba geëxecuteerd in
nooit volledig opgehelderde omstan
digheden. Of de CIA een rol heeft
gespeeld bij zijn ondergang blijkt
niet uit de net vrijgegeven documen
ten.
zaak: AFLUISTEREN
Journalisten die in hun artikelen
voor de overheid belastende feiten
noemden konden op de warme belang
stelling van de CIA rekenen. Zo
werden in 1963 de telefoongesprekken
van twee niet bij naam genoemde jour
nalisten in Washington afgeluisterd,
zowel de zakelijke als de privé-
gesprekken. Dat gebeurde met medewe
ten van de Amerikaanse KPN. De jour
nalisten hadden feiten genoemd die
alleen bekend zouden zijn geweest bij
de CIA, waaronder stukken die top
secret' waren. De telefoontaps hadden
succes. Niet alleen werd hun methode
van werken duidelijk, de CIA kwam ook
achter de namen van de meeste bron
nen: twaalf medewerkers van het Con
gres en zestien regeringsmedewerkers,
waaronder een staflid van het Witte
Huis
Begin jaren zeventig hielden CIA-
agenten meerdere journalisten van de
Washington Post in de gaten vanuit
een hotel tegenover het redactiekan
toor
vijftien jaar geduurd. De CIA is
continu bezig met een tegenoffen
sief, om er zo voor te zorgen dat
zoveel mogelijk geheim blijft. Het
is een strijd met verrassende tegen
slagen en overwinningen."
Vleugels hoopt dat meer Neder
landse onderzoekers zich gaan
vastbijten in het openbaar krijgen
van stukken. „Wat we nu zien van
de CIA is het topje van de ijsberg.
In Nederland krijgen we ook maar
een klein beetje van wat de AIVD
uitvoert. Kijk naar het Hofstadpro
ces. Daar zijn heel wat rechtszaken
stukgelopen. De AIVD leverde
het bewijsmateriaal. Omdat ze
hun bronnen en werkwijze
niet openaar wilde maken,
kon de rechter niets uit
richten.
„In de pers wordt dan
de vraag gesteld waar
om de AIVD zo
dom is. Maar dat
weet je dus hele
maal niet. Mis
schien was
het de
dienst he
lemaal
niet te doen
om veroorde
lingen, maar was de
bedoeling bepaalde figuren
uit de roulatie te halen. De rechter
is dan bijzaak. Eendimensionele ac
ties of agenten van inlichtingen
diensten bestaan niet, dat moeten
we in ons achterhoofd houden."
if
-»
zaak: FIDEL CASTRO
In 1960 kreeg de CIA opdracht de
jonge Cubaanse leider en commu
nist Fidel Castro te vermoorden.
Johnny Roselli, maffiabaas in
Las Vegas met connecties met de
gokindustrie op Cuba, was de
perfecte persoon om de helpende hand te bieden.
De meest effectieve manier leek vergifting via
voedsel. Daarvoor werden zes pillen gemaakt met
een dodelijke werking. Een arts van Castro was
bereid de pillen in het eten van de leider te
stoppen. Zo ver kwam het niet. Het hele project
werd om onduidelijke redenen afgeblazen en de
arts gaf de pillen keurig terug.
Een bij de aanslag betrokken handlanger van
Roselli, Sam Gold, verdacht zijn vriendin van
overspel. Als vriendendienst wilde de CIA een
microfoon in haar kamer plaatsen, maar de tech
nicus werd gesnapt. Pas op gezag van de minister
van Justitie., Robert Kennedy, kwam de technicus
weer op vrije voeten.