Napels schittert in de zon v34 I Zaterdag 23 juni 2007 PZC door Liza van Sambeek Deinen langs de bekoorlijkste plekjes van de Turkse kust levert een hartverwarmende mix op van lekker luieren aan dek van een gulet, een tweemaster-zeilschip, én het bekijken van de historische bezienswaardigheden van Lycië, zoals deze streek al in de verre oudheid heette. Kleurrijke pandjes in het gezellige stadje Kalkan. tekst en foto's Rob de Vries Jawel, de Turkse Middelland- se-Zeekust biedt méér dan zich in rap tempo uitbreiden de megabadplaatsen. Het stuk tussen Marmaris en Antalya ademt rust en imponeert met veel ruige, ongerepte schoonheid. De kust bestaat uit hoge, steile rotsen met daar tussenin af en toe een kleine stad, een dorp of zandstran den. Het is het land van de Lyciërs, die er al voor het begin van onze jaar telling een indrukwekkende be schaving op nahielden, waarvan hier en daar de restanten nog te vinden zijn. Maar ook sporen die Griekse en Romeinse bezettings machten achterlieten, zijn er aan wezig. De ideale manier om van dit rela tief nog door weinig toeristen be zochte gebied te genieten, is een tocht van een weekje op een gulet, een typisch Turks bruinhouten zeilschip met twee masten. Het is het spannendst en mooist als er ook echt gezeild wordt, als de zei LIZA'S EiZEN Als vroeg-pensionado's staat niets ons in de weg om er op uit te trekken en onbezochte steden te bezoeken van het lijstje must do. Napels stond nog op dat lijstje. Na wat 'gegoogel' kozen we voor hotel Les Artistes, in het centrum van de oude stad. We zijn geïmponeerd door het monumentale marmeren trappen huis, met centraal een ouderwetse lift achter tralies, zoals we kennen van Franse films uit de zestiger jaren. Na het uitpak ken van de koffer gingen we meteen de stad in. Het lijkt wel of de tijd hier heeft stil gestaan. Nauwe straatjes met hoge woonhuizen, met daar tussenin waslijnen met wap perend gekleurd wasgoed. Door de smalle straatjes, geplaveid met stenen die uit lava gehakt zijn, scheuren kleine auto's, scooters en veel brommers. Niemand trekt zich iets aan van het nerveuze geronk, het geagiteerde getoeter en het scherp door de bocht manoeuvreren van de kleine macho's die, met glimmende haren en getooid met zonnebrillen van het for maat autoruit, door de straatjes scheuren. Het testosteron druipt ervan af Na een lunch op een zonnig terras verkennen we de stad. Het centrum is rijk aan oude gebouwen met fraaie gevels. Wat op valt is dat het een rotzooi is. Overal ligt vuilnis en we ruiken een stinkende zoetige geur. Net terugkomend uit India vinden we het hier nog viezer. Er schijnt een vuilnisoorlog te woeden tussen de camorra (maffia) en de overheid. Het resultaat is overduidelijk te zien en te rui- L, ken. Er wordt zelfs voor een epi- Het testosteron spat demie gevreesd en niemand van de macho's af doet wat. Onbegrijpelijk. De volgende ochtend na het ont bijt bezoeken we de markt. De vis- en groentekramen zien er prachtig uit. Veel exotische vis sen, allerlei soorten inktvissen, stapels mosselen en schelpdie ren die via fonteintjes worden natgespoten en natuurlijk ber gen ansjovis die zilverkleurig liggen te blinken op smeltend ijs. Ansjovis was hier vroeger, net als bij ons in Zeeland, voedsel voor arme mensen. Vandaar dat de pizza Napolitana met ansjovis wordt gemaakt. Vanaf een verhoogd terrasje, onder het genot van een echte espresso, hebben we goed zicht op dit levendige schouwspel. We maken vervolgens een wandeling over de uitgestrekte bou levard waar het Castel dell'Ovo het panorama domineert. Bij de Via Partenope strijken we neer op een prettig terras voor de lunch. Om ons heen veel schaars geklede mannen en vrou wen die zichzelf etaleren tussen het passerende publiek. Na de lunch zien we veel kerken, de een nog mooier dan de andere. Hier wordt geloofd! Het past bij het emotionele karakter van de Napolitaan. Geleidelijk komen we bij de Funiculare die ons omhoog brengt op de heuvel Vomero. De Vesuvius is prominent aanwe zig. Bovengekomen is het een korte wandeling naar castel Sant'Elmo en het uitzicht over de stad en de baai is overweldi gend. Na dit bezoek keren we terug naar het centrum. Napels schit tert in de zon. Even later vallen we van vermoeidheid kwij lend in slaap. „Wat doen we morgen", vraag ik, zoals altijd het heft uit handen gevend, als we wakker schrikken. „Morgen gaan we met de boot naar Procida", zegt X. „Dan mag je uitrusten en de wind door je haren laten wapperen." Napels betekent vis eten. foto Liza van Sambeek v De Lycische rotsgraven in Myra. len gestoken zijn. Maar als de windkracht boven de 5 Beaufort (windkracht 5) komt, moet op de motor worden overgeschakeld. Een startpunt is Göcek, een dorpje aan de Golf van Fethiye. Hoe klein het aan een intieme baai gelegen en strandloze Göcek ook is, het heeft wél een gigantische jachtha ven met niet minder dan achthon derd ligplaatsen, een geheim adres voor kapitaalkrachtige zeilers met een eigen jacht. Die zijn er dan ook en ze komen uit de hele we reld. Je bent niet in Göcek om er te blij ven liggen, varen is het motto. Dat kan bijvoorbeeld naar Gemilar Adasi, een van de ontelbare beslo ten baaitjes. Daar gaat de beman ning voor anker. De passagiers kunnen voor het diner aan boord nog even lekker zwemmen in het koele water van de Middellandse Zee. De volgende dag staat de eerste ex cursie op het programma, naar My ra, bekend van Sinterklaas. Want in de vierde eeuw was hier Sint Ni- colaas bisschop, letterlijk en figuur lijk een goedheiligman. Over zijn graf is een basiliek gebouwd, maar zijn stoffelijke resten liggen er niet meer in. Die werden in de elfde eeuw door Noormannen naar het Italiaanse Bari overgebracht. Myra is nog steeds een bedevaartsoord. Er is meer. Zoals typisch Lycische rotsgraven uit de vierde eeuw voor Christus. In de steile rotswand zijn kamers uitgehouwen in de vorm van een woning. Men wilde de doden ook na hun sterven een huis geven. Vlak naast de rotsgra ven treffen we een goed bewaard gebleven theater aan. Souvenir kraampjes zijn er te over. Je kunt er Sint Nicolaas-kleedjes kopen. Verderop aan de kust blijkt er ook nog een, onbewoond, Sint Nico- laas-eiland te zijn. Tegen betaling van enkele lira's wandel je de heu vel op om de ruïnes van een fort en een kerk uit lang vervlogen tij den te bekijken. Je wordt beloond met een fraai uitzicht over de baai. Een dag later word je als het ware over de golven gewiegd in de rich ting van Kalkan, waar de boot keu rig tegen de kade wordt aangelegd.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 144