Zandhonger knaagt aan natuur Oosterschelde V Zandhonger 30 Dinsdag 19 juni 2007 PZC Rijkswaterstaat heeft een ver kenning uitgevoerd naar de afkalving van de platen, slik ken en schorren in de Oos- terschelde. Conclusie: de zandhonger is groter dan waar tot dusver rekening mee werd gehouden. De be vindingen en het resultaat van het overleg met belang hebbenden werden gisteren gepresenteerd aan het be stuur van het Nationaal Park. i 9# i W",,' v 'fs. WH lü!iM De zandhonger lijdt uiteindelijk tot het verdwijnen van de zeehonden. foto Peter Nicolai Stortsteen voor het Rumoirtschor gaat verdere afbraak tegen. door Marcel Modde Niemand zal het nog ont kennen: de Oosterschel de heeft honger. Naar zand. Vóór de aanleg van de stormvloedkering kwamen er nog meer korreltjes de zeearm op- gestroomd, dan dat er bij eb uit dreven. Door afname van de stroomsneldheid na de aanleg van de Deltawerken geldt een omge keerde situatie en blijft het beetje zand wat nog wprdt opgewerveld, in de geulen hangen. Rijkswaterstaat heeft de ontwikke lingen onderzocht en de gevolgen van mogelijke maatregelen ver kend. Zo'n verkenning is onder deel van het formele traject dat het ministerie van Verkeer en Wa terstaat volgt bij besluitvorming over grotere projecten. Uit de rap portage komt naar voren dat sinds de aanleg van de kering, Oester- en Philipsdam 30 tot 70 procent minder water door de getijdengeu- len stroomt. Het gevolg is dat bij rustig weer geen opbouw van het zogeheten intergetijdengebied meer plaatsvindt met sediment uit de geulen, terwijl bij storm wel af braak optreedt. Het evenwicht is verstoord. Zandplaten, slikken en schorren zullen daarom uiteinde lijk vrijwel geheel verdwijnen, con cludeert de dienst. Dat heeft niet alleen gevolgen voor beschermde vogelsoorten, zeehonden en bo- demdieren, ook de veiligheid van de dijken komt onder druk te staan. Volledig herstel van de oor spronkelijke situatie is 'maatschap pelijk en economisch' ondenkbaar, wordt bij voorbaat gesteld. De stro ming krijgt pas weer genoeg kracht om het opgewervelde zand te transporteren, wanneer de geu len met 400 tot 600 miljoen kubie ke meter zand zouden worden op gevuld. „Genoeg om heel Noord-Beveland vijf meter op te hogen." Ook het ongedaan maken van de Deltawerken zou helpen, maar is net zo onrealistisch. Rijks waterstaat realiseert zich evenwel dat Nederland binnen het kader van Europese richtlijnen de plicht heeft alles te doen de leefwereld van vogelsoorten en zeehonden te behouden. De Oosterschelde maakt deel uit van een internatio naal netwerk van beschermde na tuurgebieden (Natura 2000). Bo- demdieren die op het hooggelegen intergetijdengebied leven, zien hun leefgebied krimpen en de voedselvoorraad afnemen. De fou- rageerplekken van vogels worden kleiner en daarmee de onderlinge concurrentie groter. Wordt niets gedaan, dan zal het kokkelbestand voor 2045 halveren. Het gevolg is dat scholeksters, die voornamelijk leven op kokkels, de komende pe riode in aantal afnemen van 31.000 nu tot 8.000. Voor zeehon den is straks al helemaal geen plek meer in de Oosterschelde. Waterstaatkundig is de bescherm- plicht zeker niet kleiner. Uit bere keningen blijkt dat de golfbelas- ting op de langere termijn sterker toeneemt dan was aangenomen bij het ontwerp van de huidig uit- De zandplaten zullen steeds platter, lager en kleiner worden tot ze onder het water zijn verdwenen NAP gemiddelde.laagste waterpeil. afstand Bolle plaat wordt lager en platter 17 PZC Felix Binicewicz bron ministerie van Verkeer en Waterstaat

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 32