v17 'Ik mag niet werken en ik krijg ook geen uitkering. Hoe moeten we leven?' PZC Zaterdag 16 juni 2007 De 9-jarige Wen Yie (links), vader Yam en Yan Da, de oudste zoon van 11 jaar. De Koppelingswet deed zijn intrede. Illega len konden niet langer gebruik maken van voorzieningen. Lai Kam was toen al twin tig jaar in Nederland. Zeventien jaar had hij al wit gewerkt. In één klap verloor hij al zijn rechten. Wie vanaf dat moment werkloos werd, had pech. Hoeveel jaar hij ook belasting had afgedragen, een uitkering kreeg hij niet meer. Ook geen bijstand. Alleen scho ling bleef voor illegale kinderen tot 18 jaar beschikbaar. Het leven veranderde in dat van een echte illegaal. Met dat verschil dat Lai Kam ge woon door kon blijven werken. Tot hij dus tegen de lamp liep in 2006. „Zo ging dat in die jaren met illegalen. Tot in de jaren negentig kon iedere illegaal ge woon een sofinummer krijgen. Heb je dat, dan kun je werken, een huis huren, jezelf verzekeren, een leven hebben", legt Theo Miltenburg van het Rotterdams Ongedocu- menteerden Steunpunt (ROS) uit. Miltenburg ontmoette Lai Kam zo'n half jaar geleden. „De man was de wanhoop na bij." De huurschuld was dusdanig opgelo pen dat uitzetting dreigde. Hetzelfde gold voor de energielevering. „We hebben in allerijl contact gezocht met de schuldeisers om uitstel van betaling te vragen. Het gezin werd aangemeld bij de voedselbank. Voor de moeder hebben we medische zorg gezocht, en we hebben een advocaat ingeschakeld", vertelt Milten burg. De vrouw werd acuut opgenomen in het ziekenhuis. Ze had ernstige bloedarmoede. Sindsdien staat ze onder controle van een arts. Mentaal valt het haar echter steeds zwaarder. „Ik maak me zorgen om mijn vrouw", zegt Lai Kam ook keer op keer. „Ze slaapt al leen nog maar. Ze komt niet meer buiten. Ze heeft altijd hoofdpijn." Het ene mo ment huilt ze, het volgende moment smijt ze in haar onmacht de deur dicht. De uit zichtloosheid van hun bestaan, knaagt aan haar. Letterlijk lijkt het. Want wat een jaar geleden nog een gezonde, goedlachse vrouw was, is nu veranderd in een breek baar mens. Omdat de politiek de gevolgen van de Koppelingswet uitein delijk onrechtvaardig vond voor deze zogeheten witte ille galen werd in 1999 een pardonregeling op gezet. Ook toen gold, net als nu, de eis dat iemand niet tussentijds in het buitenland geweest mocht zijn én geen crimineel ver leden mocht hebben. Lai Kam kwam niet in aanmerking. Hij was namelijk 24 jaar geleden veroordeeld voor medeplichtigheid aan afpersing. Op grond van de straf die hem toen werd op gelegd (drie jaar), kon hij fluiten naar een verblijfsvergunning. Na zijn detentie vorig jaar, deed de school leiding van de kinderen opnieuw een po ging het gezin aan een status te helpen. „We hebben handtekeningen verzameld, een brief aan de minister-president ge stuurd. Oh, we kregen wel netjes een ont vangstbevestiging hoor, en een brief dat het verzoek was doorgestuurd naar justi tie. Dat was het", zegt lerares Sandra Wes terink ontmoedigd. „Je wilt niet weten wat er met die kinde ren gebeurde vanaf het moment dat hun vader werd aangehouden. Wen Yie, de jongste durfde op een gegeven ogenblik niet eens meer naar school. Hij was bang dat wanneer hij niet thuis zou zijn, dat de politie dan zijn ouders weg zou halen. Dan breekt toch je hart." Ze begrijpt het ook niet. „Als je mensen zo lang hier laat wonen en werken, dan kun je ze toch niet meer terugsturen. En al dat belastinggeld dat ze betaald hebben, voor niets. Waar blijft dat? Geef het ze dan te rug, dan kunnen ze daar in ieder geval van leven." Tot nu toe blijven hun acties zonder ge volg. „We plakken pleisters. We kijken ie dere keer wat we wel kunnen doen. Het zijn allemaal noodoplossingen. Uitstel van een onbetaalde rekening is niet eeuwigdu rend", roept Westerink uit. Op dit mo ment probeert ze psychologische hulp voor de kinderen te regelen. „Die kinderen gaan eraan kapot." Ook juridisch ziet het er vooralsnog wei nig hoopvol uit. Sinds eind vorig jaar heeft het gezin een procedure lopen voor een re guliere verblijfsvergunning op medische gronden. „Ik heb mijn hoop hierop geves tigd. Die vrouw is echt ernstig ziek", zegt hun advocate Miriam Weski. Ze verwacht binnen niet al te lange tijd de beslissing te horen. Een andere optie is een verblijfsvergun ning op grond van het buitenschuldcrite- rium. „Daarvoor heb je een bewijs nodig dat de Chinese ambassade deze mensen niet erkent. Dat bewijs hebben ze tot nu toe niet willen geven." Een klein pluspuntje biedt de huidige pro cedure wel. Zolang die namelijk nog loopt, is het gezin rechtmatig in Nederland en heeft het dus recht op de speciale kinder bijstandsuitkering voor illegale kinderen. Sinds maart dit jaar ontvangt Lai Kam hier door 430 euro per maand. Net genoeg om de huur en de elektriciteit van te betalen. Wanneer de verblijfsvergunning wordt af gewezen, houdt ook het recht op deze uit kering op. „Dan is het einde echt zoek. Ze kunnen niet terug naar China, en ze kunnen hier niet zonder geld leven", zegt Miltenburg. Het is een uitzichtloze situatie geworden. Niet alleen voor de ouders, maar vooral ook voor de kinderen. Die twee keurig op gevoede jochies. Die het goed doen op school. Die uitermate beleefd zijn, leven dig en volledig geïntegreerd in de Neder landse maatschappij. Hun vrolijke stem men weerklinken door de straat. Ze zijn nog onwetend dat hun dromen zonder die verblijfsvergunning vervliegen. Want vanaf het moment dat ze 18 jaar oud zijn, valt die laatste bescherming voor ille gale kinderen weg. Miltenburg: „Opleidin gen mogen hen dan niet toelaten, werken mogen ze niet en een uitkering krijgen ze ook niet. Ze zijn illegaal." mu> ut,

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 107