Promoveren 'H Steeds meer vrouwen i 'Nu merk ik hoeveel energie het heeft gekost' 1 2 I Dinsdag 12 juni 2007 PZC De wetenschapper Hoe kun je promoveren? Wie promoveert, laat zien dat hij of zij in staat is goed weten schappelijk onderzoek te ver richten, dit fatsoenlijk op te schrijven en vervolgens te ver dedigen. Een promotie is als het ware een diploma voor een begin nend wetenschapper en vaak vereist voor banen en posities waarbij onderzoek een belang rijke rol speelt. ledereen die zijn doctoraalexa men behaalt ('masters') mocht zich in het verleden 'doctoran dus' noemen. Dat betekent let terlijk 'hij of zij die nog doctor moet worden'. Wie promo veert behaalt de academische graad 'doctor' Wie wil promoveren moet eerst het doctoraal examen (academische graden: doctoran dus, meester in de rechten of ingenieur) of master-examen (bijvoorbeeld Master of Scien ce, Master of Arts) behalen. Universiteiten maken hier soms een uitzondering op als de aanvrager in staat is zelfstan dig wetenschappelijk onder zoek te verrichten en een pro motor vindt die voor hem of haar garant staat. Om te kunnen promoveren is een promotieplaats nodig: een positie bij een universiteit waarbij je meestal drie tot vier jaar (full-time) de tijd krijgt om onderzoek te verrichten. In die tijd ben je 'aio' of 'oio', assis tent- of onderzoeker-in-oplei- ding. Een hoogleraar, de promo tor, begeleidt de jonge weten schapper en houdt de grote lijn in de gaten. Het onderzoek leidt tot een proefschrift, waarin de opzet en resultaten worden beschre ven. De onderzoeker dient bo vendien gepubliceerd te heb ben in wetenschappelijke tijd schriften. Een promotiecommissie, be staand uit hoogleraren die ver stand hebben van het betreffen de onderwerp, beoordeelt het proefschrift. Pas na hun toe stemming mag de onderzoeker promoveren. De promotie zelf is een feeste lijke dag Meestal betreft het een openbare hoorzitting van drie kwartier, waarbij de pro movendus zijn proefschrift ver dedigt tegenover de promotie commissie. In theorie kan de commissie op dat moment af zien van het verlenen van de ti tel, maar dat komt zelden voor. Als een proefschrift onder de maat is, wordt dit al in een eer der stadium gezegd. Een deel van de promovendi mag vervolgens aan de slag bij een universiteit als post-doc Meestal gaat de junior weten schapper verder met het onder zoek dat hij als promovendus verrichtte. De bedoeling is dat de post-doc na een paar jaar als vaste onderzoeker wordt aangesteld. Een mogelijke vol gende carrièrestap is het ambt van universitair (hoofd-)do- cent. Het hoogste ambt op de universiteit, dat van hoogleraar, is slechts voor weinigen wegge legd. Universiteiten reiken soms ere doctoraten uit. De ontvanger hoeft daarvoor geen onder zoek te verrichten, maar krijgt dit overhandigd omdat hij of zij zich op een bepaald gebied erg verdienstelijk heeft gemaakt. Het aantal onderzoekers dat promoveert is de laatste jaren met honderden toegenomen. Voor de universiteiten is dat niet genoeg. Ze willen nog meer promovendi, die zich vooral buiten de academies nuttig maken. door Niek Opten illustratie Mat Rijnders De groei van het aantal vrou welijke doctoren is vooral een inhaalslag. 'Voor de vrouw be lemmerende factoren, zoals kinderen willen krijgen, zijn steeds minder een reden om niet te promoveren', zegt voor zitter Michel Heijdra van Pro movendi Netwerk Nederland. Het is ook een logisch gevolg van de hoeveelheid studentes in het hoger onderwijs. Vorig jaar studeerden voor het eerst meer vrouwen dan mannen aan de Nederlandse universi teiten. Zelfs de technische weten schappen, waar mannen ver uit in de meerderheid zijn, we ten steeds meer vrouwelijke onderzoekers-in-opleiding aan zich te binden. Sommige universiteiten doen extra moeite om vrouwen bin nen te krijgen. 'Door het aan tal vrouwen in leidinggevende functies te bevorderen, hopen we op een vliegwielwerking', zegt woordvoerder Peter van Dam van de Technische Uni versiteit Eindhoven. 'Talent blijft echter het belangrijkste criterium en vrouwen in tech- nisch-wetenschappelijke oplei dingen presteren veelal boven gemiddeld.' Daarnaast tellen de technische richtingen veel buitenlandse wetenschappers, soms meer dan vijftig procent. 'In Oost-Europese landen is het veel gewoner om voor een exacte richting te kiezen', weet Wiebe van der Veen van de Technische Universiteit Twente. ora Est!", roept plotseling de man met de staf in de aula van de univer siteit. De jonge onderzoeker stopt acuut met zijn verhaal en haalt opge lucht adem. De drie kwartier duren de ondervraging door de hoogleraren tegenover hem zit erop. Dat hij aan het eind van de ceremonie de ti tel 'doctor' krijgt, is eigenlijk al zeker, anders had zijn begeleider hem niet laten opdraven. Maar toch was het zweten. Het bij promoties traditionele hora est, Latijn voor 'het is tijd', klinkt steeds vaker in ons land. Sinds 1990, toen 1898 onderzoekers de titel 'doctor' kregen, is hun aantal toegenomen tot bijna 3000 vorig jaar. Dat is met name te danken aan de inhaalslag die vrou wen maken. Andere verklaringen zijn dat het aantal studenten nog steeds toeneemt en dat universiteiten effectiever met onderzoeksgeld omgaan, zegt lurjen van den Bergh, woordvoerder van de vereniging Nederlandse universiteiten VSNU. Ook wordt steeds meer onder zoek betaald door derden, zoals bedrijven. Ondanks de stijging scoort Nederland binnen Europa nog steeds laag met zijn totale hoeveelheid weten schappers. „Wij staan op de Europese lijst bijna on deraan", weet voorzitter Michel Heijdra van Promo vendi Netwerk Nederland (PNN), dat de belangen be hartigt van gepromoveerden. „Dat komt omdat hier zeer hoge eisen worden gesteld. Nederlandse promo vendi staan dan ook goed aangeschreven in de rest van de wereld." Bovendien is een groot deel van de onderzoekers van buitenlandse komaf. Veelal gaan zij na hun promotie terug naar hun moederland of kiezen voor een post-docbaan bij een buitenlandse universiteit. Onder Nederlandse studenten en werkgevers is pro moveren niet heel populair. „Er heerst bij studenten nog te vaak het beeld dat de jaren onderzoek verloren tijd zijn. In het bedrijfsle ven is bovendien vaak meer geld te verdienen", zegt Van den Bergh. In het bedrijfsleven worden promo vendi nog vaak gezien als wereldvreemde nerds die te lang met hun neus in de boeken hebben gezeten. De universiteiten willen omhoog op die Europese lijst. Als Nederland zijn kenniseconomie serieus neemt en zijn internationale concurrentiepositie wil behouden, dan is dat pure noodzaak, betogen zij. Het aantal banen voor hoogopgeleiden zal alleen maar toenemen in de toekomst. In dat standpunt worden de universiteiten gesteund door de werkne mers- en werkgeversorganisaties. „Hoe hoger onze be roepsbevolking is opgeleid, hoe beter", zegt woord voerder Roelf van der Kooij van werkgeversorganisa tie VNO-NCW. De komende tijd moet het aantal jonge onderzoekers daarom nog verder omhoog, tot 500 gepromoveer den per jaar extra. „Dat is een van onze speerpunten. Niet uit eigenbelang, maar omdat onze maatschappij daar om vraagt. Promovendi zouden veel meer aan de slag moeten in het bedrijfsleven en de publieke sector", stelt Van den Bergh. Enerzijds moeten de wetenschappers enthousiaster gemaakt worden voor werk buiten de academies, an- derzijds moet voor het bedrijfsleven duidelijker wor den wat hun toegevoegde waarde is. Ook in het on derwijs zouden gepromoveerden volgens de VSNU goed op hun plek zijn. Het voortgezet onderwijs en het HBO klagen dat de kwaliteit van het onderwijs terugloopt en er dreigt een tekort aan leraren. Gepromoveerde onderwijzers zouden in die lacune kunnen voorzien. Betere begeleiding, scholing en loopbaanbegeleiding moeten de positie en het carrièreperspectief van jon ge wetenschappers verbeteren. Die zijn nu niet roos kleurig, ook niet bij de universiteiten zelf. Tot groot verdriet van de promovendi. Uit onderzoek dat de PNN vorig jaar verrichtte, blijkt dat ruim de helft van de promovendi wil blijven wer ken op de universiteit. In de praktijk blijkt dat nog geen 30 procent een baan in de wetenschap vindt. „De universiteiten hebben geen goed instrument om „Ik voelde me aan het eind van mijn studie niet echt op de proef gesteld. Daarom wilde ik promove ren." Anouka van Eerdewijk (34) deed aan de Radboud Universiteit Nijmegen promotieonderzoek naar safe-seksgedrag onder jonge ren in Senegal. Na 6,5 jaar rondde ze afgelopen maart haar onderzoek af. „Pas nu merk ik hoeveel energie het mij heeft gekost", vertelt Van Eerde- wijk, moeder van twee jonge kin deren. „Het waren soms moeilijke tijden, als je na een doorwaakte nacht overdag toch gewoon weer aan de slag moest. De druk was met name op het laatst groot. Ik moest mijn proefschrift afronden en tegelijker tijd solliciteren. Van Eerdewijk heeft voor de ko mende jaren een parttime aanstel ling bij de Nijmeegse universiteit. „Daar heb ik geluk mee gehad. De concurrentie is heel groot. Er is he laas weinig doorstroming binnen de universiteit. Opmerkelijk is dat hier bij de faculteit Sociale Weten schappen tegenwoordig veel vrou wen studeren, maar dat bijna alle hoogleraren mannen zijn."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 12