v14 Zaterdag 9 juni 2007 PZC Genoeg Hele dorpsgemeenschappen langs de rivieren in het binnenland van Suriname leken vorig jaar zomer door een watervloed verzwolgen. Nederland droeg zeker 4 miljoen van de 7 miljoen euro aan hulpgelden bij. Een jaar later is het meeste geld op. In Suriname regent het klachten. door Nina Jurna en Berry van der Heijden foto's ANP doekoe, Paramaribo Brokopondo Van Blommesteinmeer - Stoelmanseiland Orietabiki SURINAME infographic NB Enkele tienduizenden Surinamers verloren hun woning tijdens de watersnoodramp. Een loka le bewoner roeit gelaten langs haar verwoeste onderkomen. Boven het Surinaamse regen woud was vorig jaar dagelijks motorgeronk te horen. Vliegtui gen vlogen af en aan naar de gebieden die overspoeld waren door buiten hun oevers getreden rivieren. In die toestellen zaten vooral regerings functionarissen, journalisten en ambtena ren, vertelt één van de piloten die in die weken handenvol werk had. Hij keert een jaar later terug naar het ramp gebied, opnieuw met een journalist aan boord. „Achteraf vond ik het wel vreemd dat ik meestal mensen in mijn toestel had, zelden hulpgoederen." Een jaar na de watersnood in Suriname, die in Nederland niet alleen voorpagina nieuws was, maar tot veel inzamelingsac ties leidde, staan veel van de zeventig dor pen die toen om hulp smeekten weer on der water. Driehonderdvijftig woningen zouden worden herbouwd, de akkertjes hersteld, schooltjes en ziekenhuizen opge knapt. Maar de oogst van 7 miljoen euro hulpgeld is mager. Sterker: het regent klachten in de tropen. De vraag dringt zich op waar al dat geld toch gebleven is. Politieman en verpleegkundige David uit Stoelmanseiland heeft felle kritiek op de hulporganisaties die van alles beloofden. Met name project I loogland voor de her bouw van woningen is volgens hem een fiasco geworden. „Dat was met geld uit Nederland opgezet. Iedere bewoner moest 20 Surinaamse dol lars, zo'n 7 euro, betalen en zich laten regis treren. De geregistreerden zouden een nieuw huis krijgen, op de hoger gelegen ge bieden. Er is al bijna een jaar niets meer ge hoord van die organisatie en de aannemer. I let geld is weg." De school van Stoelmanseiland maakt een jaar na dato nog een vervallen indruk. Een aantal lokalen is onbruikbaar door gaten in het plafond. Kleuterleidster Sanel Imelda: „Met maar vier leerkrachten draaien we een hele basisschool en een kleuterschool. Normaal gesproken wil hier al vrijwel nie mand werken, na de waterramp is het nog moeilijker om in Paramaribo leerkrachten te vinden die hier les willen geven. Er is hier niet eens een toilet. De kinderen moe ten hun behoeften in de bosjes doen." Stoelmanseiland, bekend geworden als hoofdkwartier van ex-jungleleider Ronnie Brunswijk tijdens de Binnenlandse Oorlog (1986-1991) werd overigens niet het zwaarst getroffen. Het waren in Oost-Suri- name vooral de dorpen Godo Oio, Drieta- biki en Goninamofo waar mensen geëvacu eerd moesten worden en huizen en school materiaal verwoest werden. Ook in deze zwaar getroffen dorpen zijn de straten een jaar na de massale inzamelingsactie nog niet bepaald met goud geplaveid. Schoolhoofd juffrouw Deel in Goninamo fo wijst op het nog steeds haveloze school gebouw. „We hebben wel 500 euro gekre gen van de organisatie Hulp Waterkant, die ook nog wat spullen bracht. De kinde ren zijn snel tevreden, en hun ouders durf den niet aan de bel te trekken." Zelf sliep Deel het afgelopen jaar op de grond, om dat ze haar matras kwijtraakte door de wa terramp. Als op 7 mei 2006 de eerste berichten door sijpelen dat Suriname getroffen is door een watersnoodramp, gaat de geldkraan in Nederland al snel open. Inzamelingsacties schieten als paddenstoelen uit de grond. Getroffen zijn vooral boslandcreolen of marrons, nakomelingen van gevluchte plantageslaven die in de zeventiende eeuw in het oerwoud leefgemeenschappen stichtten. Veel Surinaamse en Nederlandse organisa ties, particulieren en gemeenten besluiten hun bijdrage over te maken naar het voor kleine rampen gebruikte gironummer 797 van de Samenwerkende Hulporganisaties SHO. De tv-actie Doekoe voor Suriname le vert aanvankelijk een voor Nederland scha mele 5 ton op. Uiteindelijk gaat vanuit Ne derland zo'n 4 miljoen euro naar Surina me. Internationale hulporganisaties leggen daar nog eens 3 miljoen euro bij. 7 miljoen euro voor hooguit 25.000 getrof fen burgers met een lage levensstandaard lijkt veel, en dat is het ook. „Op wereld schaal stelde de overstroming niets voor", zegt Peter Vasterman van de Universiteit van Amsterdam. De mediasocioloog die ge specialiseerd is in berichtgeving over ram pen, begrijpt wel dat de wateroverlast in Nederland veel aandacht kreeg. „Overstro mingen doen het goed in ons waterland. Bovendien hebben we een grote bezorgde Surinaamse gemeenschap, die direct hulp wil bieden." Vasterman vergelijkt het met een vliegwiel dat als het eenmaal op gang komt, nauwelijks meer af te remmen is. De ware proporties van de ramp werden daarbij uit het oog verloren. Sjaak Seen, leider van het team van de zes Nederlandse deskundigen die van 13 tot en met 25 mei de eerste noodhulp verleen den, spreekt tegen dat alle aandacht over trokken was. „De situatie was echt nij pend. Duizenden mensen waren van hun akkertjes langs de rivier verdreven en had den niets te eten en te drinken. Zij waren de oogst voor een heel jaar kwijt." Seen kijkt met veel voldoening terug op het werk dat zijn team in twee weken heeft verricht. „Na de eerste week ging het veel beter. We konden een luchtbrug op zetten met onder meer vier Lynxhelicop- ters van Nederland en een Alouette van België. Dagelijks is continu gevlogen en is 30 ton aan hulpgoederen verstrekt. We zijn projecten gestart voor watermanage ment, verbetering van drinkwatervoorzie ningen en voedselveiligheid. Zo is met hulp van Delftse studenten een simpel meetsysteem met palen gemaakt in het wa ter. Daardoor kan vanuit de bovenloop van de rivieren via radiocontact eerder ge waarschuwd worden voor een naderende watervloed." Toch is de oogst van het ontwikke lingswerk na een jaar mager. De noodhulp is wel verleend, maar de toegezegde wederopbouw ha pert. De SHO heeft zich deze week terugge trokken uit een project om 350 door het water verwoeste huizen opnieuw te bou wen. Een jaar na de overstromingen was het papierwerk nog steeds niet in orde. „Onze partner in Suriname kreeg de admi- Vanuit het coördinatiecentrum van het Binnenlandoverleg in Paramaribo helpen vrijwilligers met het samenstellen van voedselpakketten.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 96