Niet ieder dorp zijn eigen 'Borssele' onroerend goed BOG besproken 21 SPECIAL Door Ron Grcgoor Elk jaar brengt de Ondernemer een aantal bedrijfsonroerend goed- makelaars bij el kaar voor een discussie over hun vak en de huisvesting van bedrijven in zijn algemeen heid. Ook dit jaar maakten acht BOG- specia listen uit Zeeland tijd vrij om onder leiding van Ron Barbé, onder meer oud- gedeputeerde van Zeeland en voormalig burgemeester van Terneuzen, van gedachten te wisselen over de BOG- markt en de ontwikkelingen daarin. De bedrijventerreinen in Zeeland stonden centraal in de discussie, die meer dan twee uur duurde. Heeft Zeeland voldoende bedrijfsterreinen, is er een goed evenwicht, bestaat het gevaar dat Zeeland volgebouwd wordt met industrieter- reintjes, met andere woorden: moet ieder dorp zijn eigen bedrijfsterrein hebben. En belang rijk: gaat Zeeland vol voor een grote contai- nerterminal met alle ontwikkelingen van dien of moet de provincie, nu het even tegen zit, volledig inzetten op de ontwikkeling van het toerisme. Of misschien wel voor beide, het be kende tweesporenbeleid? De meningen zijn verdeeld, zo blijkt. Peter Nienhui> Zeeland heeft in principe genoeg bedrij venterreinen. Alleen, de makke is dat ze niet altijd op de goede plaats liggen en dat de indeling niet altijd even doordacht is. Er komt maar betrekkelijk weinig nieuwe aanwas van bedrijven. De provincie moet het dan toch vooral hebben van de eigen bedrijven die groeien. De Westerschelde Container Terminal moet er komen, dat is beslist noodzakelijk voor de ontwikkeling van het Zeeuwse bedrijfsleven, maar om daar nu alle kaarten op te spelen, dat gaat de makelaars weer wat te ver. Een twee sporenbeleid is gewenst: uitbreiding en modernisering van de recreatie, met daar aan gekoppeld de aandacht voor de zorg- economie en inzetten op de WCT. De politiek moet zich ook buiten de provincie vol scharen achter de plannen van een WCT. Diezelfde overheid moet snel iets doen aan vereenvoudiging van de regelge ving voor bedrijven, samenwerking tussen regio's en steden is een noodzaak en er moeten goede afspraken komen over de vestiging van detailhandel buiten de win kel- binnensteden. In een alinea weergegeven zijn dat de con clusies van het gesprek van de makelaars, dit jaar gehouden in een van de zalen van de uiterst luxueuze Goese Golf even bui ten Goes. In betrekkelijk korte tijd wor den er opvallend veel onderwerpen be handeld. Dat is niet in de laatste plaats te danken aan de gespreksleiding van de ou de rot in het vak: Ron Barbé. Hij probeert de makelaars met prikkelende stellingen even opzienbarende uitspraken te ontlok ken. En doet dat in een rap tempo. De makelaars laten niet het achterste van hun tong zien en zijn het ook niet altijd met el kaar eens. Hebben we voldoende bedrijfsruimte in de provincie Zeeland, opent Barbé het ge sprek om de deelnemen langzaam in de juiste sfeer te brengen. "Er zijn genoeg be drijventerreinen", zegt Schulting, "alleen liggen die niet altijd op de goede plaats. Het is eigenlijk een beetje het landelijke verhaal. Ze hebben te hooi en te gras maar wat bedrijven neergeplant op terreinen die vrij waren. Met alle gevolgen van dien. Dat gebeurde in een tijd waarin nog niet zo werd nagedacht over industrieel beleid. Ieder dorp zijn eigen bedrijventerrein, dat was zo'n beetje het uitgangspunt." Schreuder draagt een voorbeeld aan: Wis- senkerke. "Daar is vanuit de lokale ge dachte een bedrijventerrein weggezet. Maar ze vergaten dat te toetsen aan de behoef te. Met het gevolg dat het bedrijventerrein totaal niet voldoet aan de eisen en voor een deel leeg staat." "Je kunt politiek gewin halen door aan je eigen dorp te denken en ervoor te zorgen dat daar een bedrijventerrein komt. Maar moetje niet veel meer een helikoptervicw be zien waar het beste bedrijvig heid gepositioneerd kan worden", wil Barbé weten. "Je moet bedrijventerreinen categoriseren. Je moet ver schillende types bedrijven terrein op de juiste plaats creëren", is Paul Fcrmont het met hem eens. "Bij kleine kernen moet je kleine bedrijventerreinen met liefst kleine bedrijven hebben. En de grote bedrijventerreinen met de grote be drijven moet je bij de grotere steden bou wen. Is er dan een groot bedrijf uit een kleine kem dat wil uitbreiden, dan moet die maar naar de grote stad." Voor nieuwe bedrijventerreinen heb je nieuwe bedrijven nodig. "Maar die zijn er bijna niet", zegt Schreuder. "Zeeland is kennelijk minder in trek, ik constateer weinig nieuwe aanwas." Anco de Putter bestrijdt dat en verwijst naar een artikel in de krant van de Kamer van Koophandel. Daarin staat dat er zich in Zeeland het laatste jaar 247 nieuwe be drijven gevestigd hebben. I)e meeste daar van, zo weet hij, zijn gevestigd in Schou- I' reek Ku wen Duiveland en Tholen. En waarom juist daar? Schreuder weet het antwoord: "Dat zijn gebieden die aantrekkelijk zijn, ook qua wonen." /ars verder op pagina 23.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 93