Buitengebied
Nieuwe raadkaart
Vredelust heette Groot 'Uus
D
En mao kieken en toeteren
22 Zaterdag 2 juni 2007 PZC
De vorm van de rubriek is wat aangepast. De nieuwe raadkaart wordt
kleiner afgedrukt, waardoor er iets meer ruimte is voor het weergeven
van reacties. In het kader van het Jaar van de Molen weer een passende
kaart. Om welke plaats gaat het? Nadere informatie over de situatie vroe
ger en nu is van harte welkom.
Oplossingen kunnen tot en met uiterlijk donderdag 8 juni worden ge
stuurd naar: Redactie PZC Buitengebied, postbus 31, 4460 AA Goes; fax
0113-315669- e-mail redactie@pzc.nl. Onder de inzenders van een goede
oplossingen worden drie waardebonnen verdeeld.
door Rinus Antonisse
e raadkaart van vorige
week had naast de molen
nog een opvallend her
kenningspunt, blijkt uit
de (vele) inzendingen. „Daar staan
ze nog, de drie oude getrouwen:
de Damse molen, de woning van
de molenaar en bejaardentehuis
Vredelust", schrijft C. P. Fase uit
Sint Annaland.
Kees Stevense uit Middelburg ver
moedt dat de kaart omstreeks 1915
is uitgegeven door de plaatselijke
drukkerijJ. van der Peyl. Het te
huis voor ouden van dagen en ar
menzorg is in 1900 in gebruik ge
nomen en werd 't Gróót 'Uus ge
noemd. De molen werd in 1876
door C. J. Bierens gebouwd; het
molenhuis volgde in 1887.
Het is een achtkantige stellingmo
len, het bovenste deel met riet ge
dekt, het onderste deel is van
steen, meldt K. F. Malcorps uit
Cadzand. „De molen komt oor
spronkelijk uit Waddinxveen. Aan
het model is te zien dat het van
oorsprong geen Zeeuwse molen is.
In 1932 werd de molen ontdaan
van kap en wieken. De romp bleef
nog intact als maalderij tot 1961.
Toen werd de nog vrij gave achter
kant gesloopt. De machinekamer
en pakhuis werden verbouwd tot
garage. Einde verhaal."
C. Nieuwenhuize-Steketee uit Yer-
seke weet dat de eerste vader en
moeder van het tehuis M. Kosten
en Wilhelmina van Dalsen waren.
„Later is Vredelust nieuw ge
bouwd aan de andere zijde van de
straat. Op de plek van de molen
en molenaarswoning staat nu een
mooi groot woonhuis."
T. Duinkerke uit Heinkenszand
vertelt dat bijna tegenover Vrede
lust en de molen, de openbare la
gere school stond, die hij vanaf
1939 bezocht. „Zodoende kwam ik
tot 1946 dagelijks langs de molen,
die al zonder wieken was. Ik ben
er eenmaal binnen geweest om in
de vakantie opgeraapte tarwe te la
ten malen. Het lawaai van de maal
stenen en het draaiwerk heeft
toen veel indruk op me gemaakt."
Adrie Sink-van Boven uit Goes
noemt als molenaar Ko van Bo
ven, haar vader. Ze is in 1928 op de
molen geboren. Freek Zoeteweij
uit Yerseke voegt toe dat vaste me
dewerker Dries van de Meule was.
„Zijn echte naam was Nieuwen-
huize. De molen werd gebouwd
op een stuk grond dat bekend
stond als de mispelboomgaard aan
de Damstraat. In 1891 werd de mo
len overgenomen door P. van Bo
ven, de vader van Ko. In 1941
maakten de Duitsers een observa
tiepost in de molen."
D. D. Bom uit Oost-Souburg
merkt op dat op het kale terrein
op de voorgrond aardappels wer
den geteeld, 'waarbij de eerste colo
radokever werd aangetroffen in
1935. Hierna werden moerbeiplan-
ten gezet, wat een flop werd.'
De waardebonnen gaan naar C.
Korstanje, Yerseke, M. Eggebeen.
Goes en A. Nieuwenhuize, Veere.
v V,
door Rinus Willemsen
Dao zitten me daorom nii mottig, hoor ik een
man met een groene broek zeggen tegen één
van de andere passagiers. Zijn naam is Marcel.
Het is vrijdagachtermiddag, net in Brabant. In
de verte is de Moerdijkbrug nog te zien. De bus
die ons terug naar Zeeland moet brengen heeft
het laten afweten, 'k Rook het al een stuitje, gaat
hij verder, 'fc Dochten nog, da gao nii goed.
't Was ons 's morgens in Terneuzen al opgeval
len dat een Belgische bus ons naar het Groene
Hart zou brengen. Voor een excursie om oude
boerderijen te bekijken.
'n Belgse bus? vroeg ik aan Marcel. Als 'ie iets had
gezegd, dan was het geweest in de zin van: ]ao,
da zie je toch an de nummerplaote.
De ene reiziger na de andere hees zich in het
voertuig. Gaon me voorin zitten, of van achteren?,
vraagt een oudere man aan zijn medereiziger.
Als hij dat vraagt, zijn ze al halverwege het gang
pad. Ah, laot ons 'iere mao gaon zitten joeng. En
hij laat zich in de stoel vallen, dicht bij het raam.
Dat is nog eens anders dan toen ik op schoolreis
ging. We stonden dan ruim op tijd op de Markt
te wachten op de bus. Vertrokken judder dan van
de Mart, nii van de schoole? Ik schud mijn hoofd.
Ik vertel dat onze school eigenlijk aan de rand
van het dorp stond en dat de meeste kinderen
en de méésters in 't durp weunende. Trouwens het
was bij ons de gewoonte dat alle reisjes van de
Markt vertrokken. De Vrouwenbond goeng ook al-
lied van Mart weg. En d'Ouwe van Daogen. Als
de bus dan kwam voorrijden, was het een ge
drang van jewelste om maar als eerste binnen te
komen. Op schoolreis, tenminste. Bij de Bejaar
den was dat anders. Of toch? Néé, de mééste van
die ouwe ménsen wilden van voren zitten. En gém
bie 'r raom. Om nao buuten te kieken en te zeggen
'oe schööne a de tèrve dao stoeng.
Bij onze schoolreisjes was dat anders. Dan werd
van te voren afgesproken naast wie je zou zitten.
Gaon wudder bie mekaore zitten? jao, op d'achter-
ste banke ee?
Maar ja, dat liep meestal anders. Als de bus de
Markt opdraaide, was het een stormloop op de
deur. Hie moe nii zó drummen joengen. Ik stoeng
'ier éérder. Maar de deur ging pas open, nadat de
meester een tikje op het raam gaf Een teken
voor de chauffeur. De deur klapte open en je
waagde het niet vóór de meester naar binnen te
schieten. Die besprak dan even met chauffeur de
reis en daarna werden de kinderen ordelijk bin
nengelaten. En in 't gangpad vlogen me als zotten
naor achteren. Marcel knikt, jao, zó was 't bie ons
ook. En dan alverwege de reis wisselen van plekke.
Het reisdoel? Soms de Panne, nao 'r waoterurgel.
Naar Antwerpen, door de tunnel naar de dieren
tuin. En Miniatuur Walcheren, 'n Vintje bie miin
uut de straote is 'n paor weken terug nog nao Blij-
durp gewist.
Ruim voor de middag waren we in de Albasser-
waard. Een gebied, waar de boerenschuur aan
het huis vastzit. Daar zit dan wel 'n deur tussen,
maar toch. Da stienkt dan toch ook wel? vraagt
m'n achterbuurman. Marcel had het schijnbaar
ook gehoord en draaide zich om. Dao moeten die
béésten maoran wennen. Tegen vieren begonnen
we aan de thuisreis. Even na de Moerdijkbrug
begon het naar rubber te ruiken. Eerst een beet
je, maar dan indringend. Op dat moment rijdt
de chauffeur de bus de pechstrook op. Een vlug
ge inspectie achter de motorkap, 'n telefoontje
naar Gent en dan de mededeling: Dao komt 'n
andere bus. Die kwam inderdaad, na twee uur
oponthoud. Toen waren er al honderden auto's
voorbijgereden. En mao kieken en toeteren naor
ons. Noe begruup 'k da Bokito 't op z'n zenuwen
kreeg.