Nieuwkomers in de Noordzee v21 De kabeljauw trekt naar het noorden weg PZC Zaterdag 2 juni 2007 Vreemde organismen proberen zich in onze kustwateren te vestigen. Gedreven door stijgende zeetemperaturen arriveren ze hier op eigen kracht. Of ze zijn liever lui dan moe, en liften mee met schepen. Vooral in het ballastwater, maar ook via ankerkettingen en de scheepshuid. Wie blijft, wie wijkt? door Bert de Jong Voor wetenschappers zijn het buitengewoon boeiende en belangwekkende tijden, be vestigt woordvoerder Jan Boon van het Nederlands In stituut voor Onderzoek der Zee (NIOZ) op Texel. Het instituut houdt de vinger aan de pols en doet mee aan verschillende Eu ropese monitoringprogramma's. Want me ten is weten. Dat de klimaatverandering grote gevolgen heeft voor het zeemilieu staat vast. Een stij ging van de zeewatertemperatuur met lut tele graden lijkt gering. Toch zijn de gevol gen groot. In de Waddenzee melden vissers bijvoor beeld steeds vaker de vangst van pelsers, een smakelijke sardine die veel gevangen wordt langs de kust van Portugal. Een an dere opvallende nieuwkomer in de Noord zee is het zeepaardje. De zeebaars en de mul gin gen de pelser als migrant voor, en zijn tegenwoordig veel talrijker dan voorheen. De kabeljauw daarentegen vindt het Noordzeewater te warm, en trekt naar het noorden weg. Boon is er van overtuigd dat in de na bije toekomst nog meer zui delijke vissoorten de weg naar de Noord zee zullen inslaan. Via het Kanaal, of 'om de noord'. Andere organismen - denk aan de haring - schuiven in navolging van de kabeljauw juist op in noordelijke richting. Nieuwe zeedieren zijn er volgens het NIOZ ook te verwachten door transpon in het ballastwater. Tot nu toe waren vooral soorten succesvol die aan de Amerikaanse oostkust thuishoren. De omstandigheden hier en daar, zoals de watertemperatuur, komen aardig overeen, vandaar. Door de opwarming van het zeewater tre den er veranderingen op. Subtropische die ren krijgen op termijn betere vestigingspa pieren. Nu al gedijen er in de Noord- en Waddenzee Japanse oesters en krabben uit de Indische Oceaan. Een kleine soort kamkwal uit het Carai- bisch gebied wordt met argusogen door zeebiologen in de gaten gehouden. Het beestje liftte met ballastwater eerst mee naar de Zwarte Zee, maar zwemt nu ook in de Waddenzee. Gedacht werd dat hij hier niet zou kunnen overleven, maar hij blijkt zich toch aardig te kunnen handha ven. Vermoedelijk zijn de zachte winters daar debet aan. De komst van dit voor de mens ongevaar lijke kwalletje is linke soep, want bij ge brek aan vijanden kan de soort zich explo sief vermenigvuldigen. Het is een voedsel- concurrent voor jonge vis. De kamkwal veroorzaakte in de Zwarte Zee grote ecolo gische en economische ellende. Wat staat ons te wachten? Boon: „Hij is er, maar van een plaag is nog geen sprake." Ook de Japanse oester zit in het verdach tenbankje. Geen migrant of verstekeling, maar een door de mens bewust naar Ne derland gehaalde vreemdeling. De zilte lek kernij ontsnapte bij Zeeuwse vissers uit ge vangenschap en vermenigvuldigde zich te gen alle verwachtingen in lustig. Ook weer met dank aan de klimaatverandering. De angst dat Japanse oesters een plaag zou den worden, met mosselen in de rol van slachtoffer (verdringing), is nog niet be waarheid. Van de ergste schrik bekomen, denken onderzoekers thans wat genuan ceerder over de plaagpotentie van de Jap. Overigens lijkt de immigratie van exoten door ballastwater een aflopende zaak. Boon: „In 2004 werd de In ternationale Ballastwater Conventie van kracht. De scheepvaart moet tussen 2009 en 2016 maatregelen treffen om verstekelingen uit ballastwater te weren. Bijvoorbeeld door ze er uit te filteren, met een nabe handeling van het ballast water met chemicaliën." Indien er geen of weinig lading aan boord is, worden de ballasttanks van schepen ge vuld. Het ballastwater zorgt in die gevallen voor meer stabiliteit. Stel een boot neemt ballastwater in aan de oostkust van Ameri ka. Dan bevat dat water vast en zeker lar ven van schelpdieren bijvoorbeeld, of van krabben. Het schip vaart naar Nederland, leegt voor het binnenvaren van de haven de ballasttanks, en de meegelifte organis men spartelen in onze kustwateren. Gaan ze dood? Vaak wel, niet altijd. Hét voor beeld van een succesvolle ballastwa^er- soort is de Chinese wolhandkrab. Bij het beantwoorden van de vraag of een exoot het hier redt, moeten voortaan de ef fecten van de klimaatverandering worden meegewogen. Soorten die zich voorheen goed konden handhaven, krijgen het steeds moeilijker in de warmer wordende Noord- en Waddenzee. „Ze zullen zich noordwaarts moeten verplaatsen, net als sommige inheemse soorten", voorspelt Boon. Wellicht verdwijnen op ter mijn weer allerlei uitheem se zeebeesten die zich in de achterliggende jaren juist langs orjze kust wisten te vestigen. Welk lot is bijvoorbeeld de Amerikaanse zwaard schede beschoren? Een schelpdiersoort die via ballastwater voor de Nederlandse kust is beland en zich daar prima thuis voelde. Recent constateerden onderzoekers massa le sterfte. Massa's lege schelpen spoelden aan op de stranden. Door de zachte win ters koelt het zeewater minder af. De zwaardscheden geraken niet in winter slaap, blijven actief Er is echter onvoldoen de voedsel. De algen die ze eten, hebben namelijk een leefcydus die samenhangt met licht. 's Winters (vroeg donker) zijn er weinig algen. In het voorjaar, wanneer de dagen lengen (meer licht), komen ze tot bloei. Na een winter zonder kou komt de algen- bloei voor veel zwaardscheden te Iaat. Ze zijn dan al verhongerd. Het bovenstaande probleem treft ook in heemse schelpdieren. Voor een goede aan was van bijvoorbeeld kokkels en mossels moet de voortplanting samenvallen met de lentebloei van algen. De larfjes hebben dan volop te eten. Door de zachte winters bereikt het zeewater echter de voortplan- tingstemperatuur vóór de grote algenbloei De gevolgen: larfjes van de schelpdieren verhongeren in groten getale. Grote foto: Amerikaanse zwaardschede op het wad. foto GPD Kleine foto links: De kamkwal, een soort die zich bij gebrek aan vijanden explosief kan vermenig vuldigen. foto GPD Kleine foto rechts: Het zeepaardje, opvallende nieuwkomer in de Noordzee, foto EPA

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 139