'Ik ben mijn eigen merk geworden' v15 PZC Zaterdag 2 juni 2007 k moet me inhouden om bij I vreemden te kijken wat voor bh ze onder hun kleren aan hebben. Soms omdat het geen gezicht is - JL ik zie meteen als iemand een ver keerde aan heeft - en soms uit pure nieuwsgierigheid. Ondergoed is spannend, maar voor mij heeft het niets met seks te maken. Mannen begrijpen dat niet altijd, die denken vaak vanuit een seks-mind. Ik moet nog heel vaak uitleggen dat mijn lin gerie niet over seks gaat. Ik doe het niet voor die man, ik doe het voor die vrouw. Als die vrouw zich er sexy door voelt, is dat haar zaak. Of ze het voor zichzelf koopt of voor haar man, dat weet alleen die vrouw. Ik wil dat een vrouw zich er goed door voelt, aantrek kelijk. Dat ze zichzelf in de spiegel ziet en denkt: wauw, ben ik dat? Ik doe het voor die twinkeling in haar ogen. Alsof na da gen regen ineens de zon doorbreekt. Daar houdt het voor mij op. Mijn ontwerpen herscheppen de vrouw, het lichaam komt er beter in uit. In mijn bh's ben je vijf kilo lichter. Vind ik. Als de wereld dan zegt: ik wil er geld voor geven, is dat natuurlijk ge weldig. Maar het is nimmer mijn uitgangs punt geweest. Het is een hele bewuste keu ze voor ontwerpen. Voor kwaliteit, voor schoonheid. Mijn houding is altijd ge weest: als het niet klopt met mijn bele ving, gaat het niet door. Liever dood, dan dat ik een aanpassing moet doen. Ik heb altijd een ijzersterk geloof gehad dat het zou gaan zoals ik het wilde. Nu dat is gelukt, ben ik in zekere zin mijn eigen merk geworden. Als je het over mijn linge rie hebt, zien sommigen mij er direct bij. Vooral in het buitenland weet men niet of ik een levend persoon ben of een bedachte creatie. Ik droeg bijvoorbeeld wel eens jurken van Helmut Lang. Tot ik hem zag. Een beetje pafferige man, met het haar in een lange staart. Niet echt mijn type. Toen vond ik zijn jurken ineens een stuk minder leuk. Of neem Andy Warhol. Als je zijn werk ziet, zie je hem er meteen bij. De persoon bepaalt voor een belangrijk deel de waardering voor wat je maakt. In mijn geval komt daar nog eens bij, dat ik van mijn hart geen moordkuil maak. Dan kan het wel eens gebeuren dat iemand zegt: getver, van die Marlies Dekkers hoef ik niets. Gelukkig ben ik niet bang voor wat ande ren van mij vinden. Als puber ging ik mid den op straat staan om te laten zien wat ik aan had. Ook in bars, óp de bar zelfs. Wat vinden jullie er van? Ik kreeg soms eieren naar mijn hoofd, maar vaak ook hele posi tieve reacties. Ik bleef de confrontatie zoeken. Ik wilde weten wat voor effect mijn kleren op men sen hadden. Daardoor wist ik al vroeg: als je het zó maakt, reageren ze zó en als je het op die manier maakt, reageren ze op die manier. Ontwerpen moet je in je vin gers hebben, maar voor een deel is het ook te leren. Voor mij is bijvoorbeeld een bil een ronde vorm, net als een ronde vaas, maar van een bil vinden wij ineens van alles. Er komt schaamte bij, onzekerheid, dat soort zaken. Daar moet je rekening mee houden met je ontwerpen. Het moeilijke met lingerie ontwerpen is bovendien dat het lijkt of er weinig creati viteit in zit, omdat het maar om een heel klein stukje stof gaat. |e zou zeggen dat je Als meisje maakte ze gaten in haar maillot, zodat het jarretels leken. Nu is Marlies Dekkers (41) gevierd ontwerper van lingerie. Haar collecties hangen in ruim duizend winkels over de hele wereld. Tussendoor schreef ze met Heieen van Royen het boek Stout, dat een bestseller is. door Dick Hofland foto's CPD op een gegeven moment wel bent uitge- creëerd. Dan is het ook nog voor een gehei me plaats waarop de buitenwereld je niet beoordeelt, omdat toch niemand het ziet. Dat is voor mij de uitdaging: onder je kle ding kun je heel anders zijn. |a hoor, ook Nederlandse vrouwen. Vaak laten ze trots tijdens een feestjes eikaars bh op de wc zien. Ze zeggen niet tegen elkaar dat ze een jurk van Lang of Cavalli aan hebben, maar tegenwoordig wel, fluisterend: 'Ik heb een Marlies Dekkers aan'. Toen ik begon, moest lingerie zo onzicht baar mogelijk zijn, maar gaandeweg is dat veranderd. Vrouwen laten het nu veel meer zien. Als je goed oplet, zie je tegen woordig veel vrouwen lopen in een topje met een bh eronder waarvan je de bandjes kunt zien. Dat is echt niet toevallig, dat is een grote verandering die ik mede teweeg heb ge bracht. Door mij is lingerie een sieraad ge worden waar je trots op kunt zijn. heid schuil. Een jonge vrouw op de fiets van wie de zomerjurk opwaait. Wat een beeld, wat een spanning. Ga daar maar eens tegenop ontwerpen. Mijn collecties heten Undressed, omdat ik het altijd verlies. Het naakte lichaam is al tijd goed, omdat het eerlijk is. Als je daar smaak en schoonheid aan wilt geven, kan ik dat dan sturen? Zonder dat ik val? Zon der dat het platvoers wordt? Zonder dat het ijdel wordt? Mijn ouders vonden het allemaal maar raar. Destijds zag ik het niet, maar nu begrijp ik dat ik al tijd een fascinatie voor ondergoed heb ge had. Toen ik 7 jaar was, maakte ik al gaten in mijn maillots, waren het jarretels. Vond ik ze mooier. Ik stond ook altijd met mijn neus tegen etalages met lingerie. Mijn moeder zei dan steeds dat het iets voor grote mensen was en niet voor kinderen. Zei ik: ja, maar dat Ik vind ieder vrouwenlichaam mooi. Heel veel mensen zijn prachtig, maakt niet uit welke maat. Dan nog: je kunt er niets aan doen. Je hebt die borsten en die billen ge kregen, en dat vind ik leuk als uitgangs punt. |e wordt echt niet wakker als Kate Moss. Ik werk daarom ook niet vanuit het ideaal beeld. De gulden snede van Leonardo da Vinei ervaren we als schoonheid. Het blijkt mathematisch te zijn. Wij ervaren het als prettig en daar speel ik mee. Ik heb een oog ontwikkeld voor compositie en schoonheid, ik ben visueel sterk. Mijn ont werpen zijn mijn dagboek, zoals andere kunstenaar dat op hun manier kunnen. Neem de debuutroman van Oek de long: Opwaaiende zomerjurken. Alleen al achter die ene zin gaat zo'n geraffineerde schoon past mij ook. Wilde ik toch naar binnen. Zei die verkoopster ook dat het niet voor kinderen was. Vreselijk gênant natuurlijk, maar ik deed het toch. Als ik op de modeacademie iets moest ontwerpen, was het altijd een bad pak of lingerie. Iets anders kwam gewoon niet uit mijn handen. Nu vinden mijn ouders het geweldig wat ik doe, maar in het begin snapten ze het echt niet. Mijn vader was machinebank werker en mijn moeder huisvrouw. Lieve mensen van wie mijn broer, zus en ik veel aandacht kregen, maar tegelijk een heel klassiek Brabants arbeidersgezin, waar wei nig geld was en hard moest worden ge werkt Mijn pad was uitgestippeld: huishoud school, snel geld verdienen om kostgeld te kunnen betalen, trouwen en kinderen krij gen. We keken alleen naar de KRO en de NCRV, tot ik een klein zwart-wit teeveetje op mijn kamer kreeg. Ik was 14 jaar. Daar zag ik een film van Peter Greenaway, A zed and two noughts en daarna was ik we ken van slag. Dat was zo'n andere wereld dan die ik ken de, dat het keihard aankwam. Ik kon het niet benoemen, ik was sprakeloos.lk zag dat er iets anders was dat veel meer klopte met mijn belevingswereld. Ik zag een we reld, heel mythologisch, waarin ik graag rond wilde lopen. Na de huishoudschool ben ik meteen de havo gaan doen. Ik heb me er echt op ge stort, heb me opgesloten in mijn kamer. Studeren, studeren, studeren. In twee jaar had ik het diploma. Dat was echt een breuk met mijn achtergrond. Het geeft me nog altijd een groot geluksgevoel dat ik heb kunnen studeren. Daar komt een belangrijk deel van mijn to meloze energie uit voort. Nu heb ik vrien den die allemaal uit een milieu komen waarin je wordt opgevoed met zaken als literatuur, poëzie, film en filosofie. Ik heb zeker talent, maar ik vind mezelf niet het meest getalenteerd. Het is vooral hard, heel hard werken. Vrouwen realise ren zich dat misschien niet voldoende. Veel minder in elk geval dan mannen. Car rièrejongens van 20 jaar weten heel goed dat ze de komende jaren knetterhard moe ten werken, en dat ze hun kinderen dan niet veel zullen zien. Vrouwen zitten veel meer in een spagaat. Realiseer je dat een succesvolle carrière topsport is, dat je alleen maar dat ene kunt en ook alleen maar dat ene moet willen. Tegelijk kun je er echt zijn voor je partner en kinderen - geen zes natuurlijk, dat is wel erg veel - maar dat moet je dan rege len. Met agenda's. Ik ben iemand van lange relaties, al vanaf ik 15 jaar was. Ik ben geen wilde meid ge weest. In een lange relatie versmelt je, leer je elkaar kennen en leer je vooral jezelf be ter kennen. Op een gegeven moment merk je samen dat je bent uitgeleerd en reis je verder. Ik heb altijd gevoeld wanneer ik uitgeleerd was. Met mijn vorige man heeft dat overi gens wel zeventien jaar geduurd. Ik ben erg verdrietig geweest, heb het zwaar ge had, maar ik heb mijn innerlijke kracht be houden. Inmiddels heb ik een nieuwe vriend, met wie ik weer nieuwe dingen leer. Gelukkig kan iedereen zelf invullen wat je als ideaal ziet. Honderd jaar geleden had dat nooit gekund. Warmte en geborgen heid zijn voor mij niet genoeg. Ik wil le ren, ik ben heel hongerig naar kennis. Lite ratuur, poëzie, filosofie, dat is voor mij het walhalla. I let heeft er voor gezorgd dat de chaos in mijn hoofd is getrechterd: dit ben ik, dit wil ik. Ik heb er veel aan te danken. Ik heb veel gelezen, veel snap ik niet, maar ik vind het zeer troostend. Dingen waar ik zelf niet uit kom, lees ik daar. Op dat gebied ben ik toch te veel consument. Als ik de kant van de wetenschap op was gegaan, zou ik het hulpje van het hulpje van het hulpje van een wetenschappelijk assistent zijn gewor den. Daar had ik geen zin in. Ik zou niet iets kunnen toevoegen. Als ik filosoof was ge worden had ik net zo goed als Nietsche willen zijn. Anders vind ik het niet leuk."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 133