Zeeuws Museum
Vooral om te verwonderen
Bedenker Piet Dieleman
Wonderkamers
PZC Vrijdag 1 juni 2007 11
Intiem, kleurrijk, veel kleine voorwerpen.
Vogeltjes, steentjes, indianentooien, schelpen,
mineralen. Een lust voor het oog van elke
verzamelaar, ledereen die er binnenstapt moet
een goh-ervaring voelen. En na afloop zeker
weten: hier wil ik nog eens terugkomen.
door Jan van Damme
Meteen onder de kap van het
complex boven de Gistpoort
staan drie kisten. Wonderka-
mers. Inrichter Caroline van
Santen (1971) zegt het woord met een lich
te Engelse tongval. In het Duits klinkt
'Wunderkammer' opeens weer harder.
De kisten zijn een variant op het oude ka
binet van curiositeiten. Kleding, wapens,
kunstvoorwerpen, preparaten, in alle soor
ten en maten en overal vandaan. Veelal te
vangen onder de term etnografica, voor
werpen dus die iets zeggen over het volk
waar ze oorspronkelijk thuis hoorden. Het
Ashmolean Museum in Oxford en de En-
lightment Gallery in het British Museum
hebben - hoewel vele malen groter - verge
lijkbare collecties. Dat geldt ook voor het
Teylers Museum in Haarlem.
Het Koninklijk Zeeuwsch Genootschap
der Wetenschappen treedt in deze kamers
op als hofleverancier. In de loop van meer
dan twee eeuwen kreeg het genootschap
vele voorwerpen en verzamelingen van on
dernemende reizigers in bezit.
De indeling is even simpel als overzichte
lijk en in feite gebaseerd op hoe de genoot
schapscollectie is opgebouwd. De eerste ka
mer herbergt voorwerpen, die uit het ge
bied van de West Indische Compagnie ko
men, grofweg West-Afrika en Amerika.
Een houten pijp, een hoofdtooi, voorwer-
Tot in de 19e eeuw worden zonnewijzers gebruikt om uurwerken te corrigeren. Zakzonne-
wijzers hebben een touwtje in plaats van een wijzer om de tijd aan te geven. Ook hebben
ze een kompas en kalender. Ze zijn de voorlopers van het moderne horloge.
Deze ivoren zakzonnewijzer is een echt luxeproduct.
De maker zet er zijn naam en jaar op: Paulus Reinman, 1604.
Zakzonnewijzer met kompas (ivoor, verguld brons) - Neurenberg, Duitsland, collectie
„Het Zeeuws Museum moet een plek zijn waar oude
en nieuwe cultuur elkaar kunnen ontmoeten in regio
nale en bovenregionale zin.
Het regionale kan alleen maar zichtbaar zijn in relatie
tot het bovenregionale. Niets staat alleen maar op
zichzelf.
En als je kijkt naar de schilderkunst, horen Mondriaan,
Boezem en Vaarzon Morel door elkaar te hangen. Op
het gebied van ambachten kun je siersmeedkunst
naast Zeeuwse sieraden laten zien.
Zo wordt het Zeeuwse zichtbaar naast het algemene
en het oude naast het nieuwe."
pen uit de collectie Canadese Zwartvoet In
dianen van de Middelburger Meinard
Sprenger (1860-1951). Het belangrijkste is,
zegt Caroline van Santen, dat de spullen
mooi zijn om te zien. „We hebben een
hoofdtooi die aan de bovenkant verkleurd
is. Die gaan we dus hoog ophangen, aan
de onderkant zijn de kleuren namelijk nog
wel goed zichtbaar." Mooi, en als het kan
ook spannend. Voor kinderen worden lage
vitrines en laden geïnstalleerd. Het skelet
van een schildpad is één van de ingrediën
ten, die voor koude rillingen kunnen zor
gen.
De tweede kamer staat in het teken van de
VOC, de Verenigde Oost-Indische Com
pagnie. Veel Azië, zoals een houten etui
met weegschaaltje uit China en een Indo
nesische amuletkoker met korantekst.
Oost west, thuis best is het thema van de
derde wonderkamer. Zeeland dus, met
opgezette vogels, de kijker van de Mid
delburgse brillenslijper Zacharias lan
sen, pelgrimsinsignes en dieren op alco
hol.
Caroline van Santen studeerde culture
le antropologie in Nijmegen en haalde
haar masters "museum studies' in Enge
land. Ze werkte bij Museum Bronbeek
in Arnhem. In de Zeeuwse wonderka
mers wil en kan ze geen doorlopend
verhaal vertellen. Verwonderen, daar
gaat het om. In de mediatheek van
het museum kan wie dat wil,
zelf de achtergrondinformatie
opzoeken.
Hoofdtooi (plantenvezels,
veren, keverschilden)
Indianen, Demerary,
Zuid-Amcrika, voor 1817,
collectie Zeeuws Genoot
schap Schenking aan het
Zeeuws Genootschap in
1817 door Nicolaas
Hugenholtz
(circa 1788- 1827)