Diergeneeskunde Pacemaker Bubbelbad Cijfers 1 4 Zaterdag 26 mei 2007 PZC Dierengekte Gezondheid is een van de thema's van de nieuwe Nationale Huisdierendagen in de RAI, die vandaag beginnen. In de diergeneeskunde is weinig meer te gek. Bestraling, fysiotherapie, een hond met een rolstoel, een paard met een pacemaker. door Miriam van den Brand Een kat ligt opgebaard in het dierencrematorium in Uden. foto Marcel van den Bergh/ Hollandse Hoogte Vijftien of twintig jaar geleden kon het advies van een dierenarts aan een eigenaar van een zieke kat nog wel eens zijn: 'Ach, in het asiel zitten genoeg nieuwe, waarom zou je er nog veel geld instoppen?' Tegenwoordig zal geen enkele die renarts voor gezelschapsdieren het nog in zijn hoofd ha len zoiets te zeggen. De kat kan er met medicijnen, ope raties en therapieën vaak bovenop geholpen worden. Als het baasje de kosten maar wil dragen. Het is inmiddels een bekend verhaal: het huisdier is een lid van de familie geworden. En krijgt ook de zorg die ie der ander (menselijk) lid van de familie zou krijgen. De tijd is allang voorbij dat er alleen maar gekeken wordt naar de economische waarde van dat dier, zoals in de agrarische sector nog regelmatig het geval is. Een hond die voor 6oo euro is gekocht wordt zonder veel twijfel bestraald voor duizenden euro's. Er kan ook steeds meer. De diergeneeskunde schuift qua mogelijkheden steeds verder op richting de humane ge neeskunde. De 'gewone' dierenarts is te vergelijken met een huisarts. Hij of zij verleent 'eerstelijns' hulp en ver wijst zonodig door naar een specialist. Die specialist werkt vaak vanuit een kliniek, net als humane specialis ten die vanuit ziekenhuizen werken. In die klinieken is alle benodigde apparatuur aanwezig, die een gewone die renarts niet allemaal in huis kan halen. Specialiseert de diergeneeskunde zich omdat eigenaren daarom vragen, of geven eigenaren hun dieren gespeciali seerde zorg omdat het aanbod er nu eenmaal is? Volgens Ludo Hellebrekers, voorzitter van de Koninklij ke Nederlandse Maatschappij voor Diergeneeskunde (KNMvD) is beide het geval. „In feite zijn de huidige mo gelijkheden uitvloeisels van de ontwikkeling van het vak. Er wordt steeds meer kennis vergaard. De ontwikke lingen gaan zo snel mede omdat er vanuit de eigenaren vraag naar is. Als er geen interesse was zou er op acade misch niveau wel aan ontwikkelingen worden gewerkt, maar zou dit veel trager verlopen." De medische behandeling van dieren gaat inmiddels ver. Een hond in een rolstoel (waar de achterpoten inliggen) is geen zeldzaamheid meer, kanker kan binnenkort wor den bestraald, een veulen kan naar de intensive care. Mensen die geen dieren hebben, trekken al snel de wenkbrauwen op bij het horen van deze behandelingen. Maar ook diereigenaren kijken er soms met verbazing te genaan. Gaat het niet allemaal te ver? Nienke Endenburg, verbonden aan de Universiteit Utrecht en deskundige op het gebied van de relatie mens-dier, kent de discussie. „Alles wat er bij mensen kan, kan bij dieren ook. Maar de belangrijkste vraag is: wil je dat ook?" Neem de honden in een rolstoel. Endenburg snapt dat daar twijfels over bestaan. „Ik heb laatst gesproken met een echtpaar met een zieke Duitse herder. De man had voorgesteld zo'n rolstoel te gebruiken. De vrouw wilde er niet aan. Toch zijn ze eens gaan kijken hoe de hond zich in die rolstoel zou voelen. Het beest bleek helemaal blij te zijn dat hij weer goed kon bewegen. Toen was de vrouw ook om. Ik denk dat over een paar jaar zo'n rol stoel echt zo bijzonder niet meer is." Hellebrekers van de KNMvD denkt dat de twij fel of verbazing over het medische kunnen van dierenartsen vaak voortkomt uit onwe tendheid. „Als mensen horen van chemothe rapie voor honden is de reactie soms 'moet je dat zo'n beest wel aandoen'. Vaak denken ze daarbij aan een fa milielid dat behandeld is tegen kanker en kaal werd, zich misselijk voelde en moe was. Bij honden zijn die effec ten veel minder." Endenburg en Hellebrekers benadrukken dat de eige naar in principe bepaalt tot hoe vet het dier behandeld wordt. Hellebrekers: „Bijzondere behandelingen breng en nogal wat kosten met zich mee. Die moet de eigenaar wel willen en kunnen betalen. Vaak hebben mensen er heel wat voor over, ze laten bijvoorbeeld een vakantie schieten om de operatie van de hond te bekostigen. De dierenarts is er vervolgens om het welzijn van de pa tiënt in de gaten te houden. Dit betekent dat een dieren arts kijkt of een behandeling wel zin heeft, maar ook sterk zal aandringen op behandeling als een dier onno dig moet lijden terwijl er een simpele en effectieve be handeling mogelijk is." De voorzitter van de KNMvD voorspelt dat meer men sen een verzekering zullen nemen om de dierenartskos ten te kunnen dragen. „We proberen mensen daar ook over voor te lichten. Dat de kosten niet stoppen bij de aanschaf van een hond. Bij paarden is een verzekering al gewoner, bij huisdieren wat minder. Maar de behande lingen worden wel specialistischer en dus duurder." Hij ziet in de toekomst de diergeneeskunde zich zeker nog verder ontwikkelen. Gentechnologie is een van de nieuwe onderzoeksterreinen. „Daarmee kan gekeken worden of dieren drager zijn van een gen dat een bepaal de afwijking veroorzaakt. Ongetwijfeld leidt dat ook tot behandelmogelijkheden." Endenburg vreest wel dat al die uitgebreide opties een dierwaardig bestaan in de weg staan. „Een dier moet wel dier blijven. Je kunt te genwoordig bijvoorbeeld ook samen met je hond naar een beautysalon. Ik zet daar vraagtekens bij. Eigenaren moeten niet hun eigen behoefte voorop gaan stellen. Het dier moet het leuk blijven vinden, zoals die hond in de rolstoel. Dan kun je best ver gaan." Paarden met hartproblemen kunnen geholpen worden door het aanbrengen van een pace maker. De behandeling gebeurt zel den, want die brengt uiteraard heel wat kosten met zich mee. De tech niek is nog slechts enkele keren in de wereld toegepast. Zo opereerde een dierenarts van de universiteit in Gent (België) in 2001 een paard dat soms het bewustzijn verloor vanwege een slecht functionerend hart. Tot die tijd waren slechts drie gevallen bekend van dit soort operaties, waarvan er een bij een ezel plaatshad. De eige naar in België kon na de operatie weer op het paard rijden. In Groot- Brittannië kreeg een merrie met een pacemaker een gezond veulen. Medisch kan er heel veel op paarden- gebied. De grotere klinieken speciali seren zich steeds verder, en bieden meer (soms erg kostbare) behandelin gen aan. De Lingehoeve in het Gelderse Lien- den bijvoorbeeld biedt paardeneigena- ren de mogelijkheid van scintigrafie, een moderne techniek om orthopedi sche problemen op te sporen na het inspuiten van een radioactieve stof. De techniek wordt in de humane ge neeskunde inmiddels al jaren ge bruikt. De laatste jaren wordt het in de Verenigde Staten, Duitsland en het Verenigd Koninkrijk steeds meer bij dieren toegepast. De kliniek moest vanwege de straling wel eerst een aparte bunker bouwen. Fysiotherapie bij dieren is sinds 1992 erkend door het ministe rie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Artrose, gescheurde kruisbanden van de knie, hernia's, heupdysplasie en andere blessures kunnen worden behandeld met veel verschillende technieken. Een van de eenvoudigste is massage, gewoon met de hand uitgevoerd door de fysiothe rapeut. Maar net als bij mensen komt er steeds meer apparatuur bij kijken, bijvoorbeeld bij behandelingen met de laser, ultrageluid en elektrothera pie, magneetveld of koude- en warm- teapplicaties. Voor paarden en honden is er ook de mogelijkheid van de hydrotherapie. Op verschillende plekken in het land staan bij dierenartsen bassins waarin de dieren kunnen bewegen zonder dat hun spieren en pezen te zwaar worden belast en de bloedsomloop wordt gestimuleerd. In februari opende in Ridderkerk het eerste Hydrotherapie Centrum voor Honden. Hier biedt dierkundig inge nieur Mara van Dongeren iets nieuws aan: een bubbelbad. Honden warmen daarin eerst op voordat ze in het zwembadje aan hun oefeningen begin nen. Volgens Van Dongeren is het voor de viervoeters 'de eerste keer even wennen, maar de tweede keer vinden ze het heerlijk'. Een sessie van een uur kost 55 euro. Maar bevuilt de hond het zwembad dan komen daar 65 euro aan schoonmaakkosten bij. In Nederland zijn 3,6 miljoen honden en zoeksbureau MarketResponse begin dit ja; cent van de Nederlandse huishoudens een dat iets hogèr, 58 procent. In 2001 was he komsten van het laatste TNS NIPO onderz gezin' uit 2005. Katten (47 procent) en hc gehouden. Konijnen zijn wat minder popi

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 14