euforie 'D Israël zucht diep onder Jeruzalem-syndroom Verrekijker r Y V V *r? -rt,S&irYj' --• -Ly ,;v« <S Geen zes dagen, maar slechts zes uur duurde de oorlog van parachutistenkapitein Moshe Amirav. Op 6 juni, om acht uur in de ochtend, werd hij dicht bij Jeruzalems oude stad in het hoofd getroffen door scherven van een Jordaanse granaat. In het ziekenhuis hield hij het niet lang uit. door Ad Bloemendaal foto AFP e radio meldde dat onze eenheid tot bij de Tempelberg was opgerukt. Ik riep tegen een maat: ga mee naar de Klaagmuur! We zijn uit het raam gesprongen. Daarna liftten we naar de Leeuwen poort, waar nog sporadisch werd ge schoten. Bij de Klaagmuur namen we foto's van elkaar. Ik met het ver band nog om mijn hoofd." Veertig jaar later krijgt politicoloog dr. Moshe Amirav nog natte ogen als hij zijn oorlogsherinneringen op haalt. In zijn jeugd behoorde hij tot de nationalistische Beitar-jeugdbewe- ging. Hij herinnert zich goed hoe hij in 1961 als zestienjarige jongen naar Jeruzalem ging, om er zijn idool, de nationalistische dichter Uri Zvi Grin- berg, te ontmoeten. „Ik droeg een grote Israëlische vlag en een shofar, een ramshoorn. Daarmee wilde ik de grens over, naar de Klaagmuur. Daar zou ik op die ramshoorn blazen, net zoals de joden dat deden in de tijd van het Britse mandaat. Het zou na tuurlijk een zelfmoordmissie zijn ge weest. Grinberg zei: Ben je gek? Ga naar huis. Er komt een dag waarop we leruzalem bevrijden. Daarvoor zullen onze soldaten zorgen, niet jij. Na afloop van de oorlog kreeg ik een medaille. Die heb ik naar Grinberg gestuurd, met een brieve. Daarin stond dat ik als soldaat Jeruzalem had helpen bevrijden. U verdient die medaille, schreef ik, want het waren uw gedichten die me hebben geïnspi reerd. Grinberg was ontroerd." Na de Zesdaagse Oorlog kende de juichstemming in geen grenzen. Het Jordaanse deel van Jeruzalem werd onmiddellijk ingelijfd en later wer den grote lappen van de Westelijke Jordaanoever bij de stad gevoegd, compleet met 26 Arabische dorpen. Moshe Amirav deelde in de euforie. „Het heeft me twintig jaar gekost om te begrijpen dat het falikant mis ging met Jeruzalem", zegt hij nu. Als lid van de Likoed-partijraad be gon hij in 1987 gesprekken met Pales- tijnen, onder wie Faisal Husseini, destijds de PLO-vertegenwoordiger in Jeruzalem. Toen hij als adviseur van de oerconservatieve premier Jit- schak Shamir voorspelde dat de Pa- lestijnen in opstand zouden komen en dat Jeruzalem uiteindelijk ver deeld zou worden, was de maat vol. Hij kon zijn partijkaart inleveren. Zo komen we op Het Jeruzalem Syn droom, de titel van Amiravs net gepu bliceerde boek. De titel slaat eigenlijk op de Jeruzalem-gekte, die sommige vrome bezoekers van de heilige stad bij de psychiater brengt. In het boek verwijst het naar de ideologische ob sessie voor Jeruzalem die de Israëli sche leiders na de Zesdaagse Oorlog aan de dag hebben gelegd. Tientallen Israëlische nederzettingen zijn binnen de nieuwe, ruim getrok ken stadsgrenzen verrezen. Miljarden shekels zijn in de economie ge pompt. De Palestijnse bevolking van de stad is gediscrimineerd, met het doel zoveel mogelijk niet-joden te la ten vertrekken. In 2000 was Amirav als adviseur van premier Ehud Barak aanwezig bij de onderhandelingen met de Palestijnse president Arafat in Camp David. De plannen die daar voor Jeruzalem op tafel lagen zijn volgens hem nog steeds actueel. „West-Jeruzalem met nieuwe buurten telt ongeveer 60 vier kante kilometer, net als Oost-Jeruza- lem, dat vol Palestijnen is. Daartus sen ligt eerfgebied van nauwelijks een vierkante kilometer: de heilige plaatsen in de oude stad. Daarover gaat het conflict. De rest is eigenlijk simpel. Laat de Palestijnen, die nu de gemeenteraadsverkiezingen boycot ten, een eigen gemeenteraad voor Oost-Jeruzalem kiezen en een eigen burgemeester. Dan hebben ze hun eigen stad, met 240.000 inwoners. Is raël heeft dan zijn eigen Jeruzalem met de zo gewenste overweldigende joodse meerderheid." me van de oude ommuurde stad van Jeruzalem. De hele Westelijke Jordaanoe ver is nu in Israëlische handen. De VN-Veiligheidsraad aanvaardt resolutie 234, die oproept tot een staakt-het-vuren\ Israël gaat als eerste akkoord, gevolgd door Jordanië. Egypte en Syrië weigeren nog. DAG 4: Israël valt Syrische verdedigingsli nies aan, als voorbereiding voor een aan val op de Golan Hoogte. Het leger vol tooit de verovering van de Sinaï, waarna Egypte het staakt-het-vuren alsnog aan vaardt. In de Middellandse Zee brengt de Israëlische luchtmacht bij vergissing het Amerikaanse marinebevoorradings schip Liberty tot zinken; 34 opvarenden komen om het leven. DAG 5: Israël zet de aanval in op de Syri sche Golan en verovert tegen de avond een aantal strategische posities op de hoogte. In Egypte kondigt president Nas ser demonstratief zijn aftreden aan. Hij beschuldigt de Amerikanen ervan Israël te hebben geholpen. Een paar uur later, na tumultueuze demonstraties in de stra ten van Caïro, trekt hij zijn ontslag in. DAG 6: Israëlische troepen veroveren de hele Golan Hoogte. Syrië legt zich neer bij een bestandseis (resolutie-235) van de Veiligheidsraad. Daarmee komt offici eel een einde aan de Zesdaagse Oorlog, die aan ongeveer 15.000 Egyptenaren, 2.500 Syriers, 800 Jordaniërs en volgens officiële cijfers 777 Israëliërs het leven heeft gekost. De Sovjet-Unie verbreekt de banden met Israël. Moshe Amirav. v17 PZC Zaterdag 26 mei 2007 De eerste berichten waren niet vreselijk alarmerend. In een gebouw in de stad Tripoli, in het noorden van Libanon, waren enkele gewapende moslimextremisten omsingeld door Li banese soldaten. Het was zondagoch tend, ik was net wakker. Omdat ik in Pakistan en Kashmir wel eens moslimmilitanten in omsingelde gebouwen had gezien, besloot ik een verrekijker mee te nemen. Want meestal word je door politie en leger ver gehouden van omsingelde gebou wen, en met een verrekijker zie je ten minste nog iets van de strijd tussen mi litanten en ordetroepen. Rijdend vanuit de hoofdstad Bei roet naar Tripoli werd het echter snel duidelijk dat hier iets meer aan de hand was dan een paar ex tremisten in een gebouw. Overal reden colonnes legertrucks. Zwaarbewapende soldaten zaten achterin. Pantserwagens en tanks stonden op opleggets en werden richting stad gereden. „Ik heb sterk het idee dat dit een merkwaardige zondag wordt", zei ik tot mijn tolk. Ze knikte. Toen we kort daarop Tripoli bin nenreden, was het duidelijk dat hier een veldslag was uitgebro ken. En aan het geschiet om ons heen te horen, was alles nog in volle gang. Boven de stad hin gen rookwolken. Er klonk ge schiet van links, van rechts. Sol daten renden in paniek over straat en vuurden op huizen waar ze dachten dat de extremis ten in zaten. Die verrekijker had ik niet nodig, realiseerde ik me. Daarvoor zaten we te dicht op bij het strijdto neel. Sterker, we zaten er middenin. Burgers legden uit waar de extremis ten zich bevonden. „Kom maar mee", zei een jongen, ik laat het je zien. We renden over straat. Overal geschiet. In een poging de veiligheid van een muurtje te bereiken, verzwikte ik m'n voet en probeerde half jankend de jon gen te volgen. Later lagen we op een balkon, op de vijfde verdieping, en voelden plotseling betongruis op onze hoofden vallen. „Shit", riep de jongen. „Bukken, ze schieten op de verdieping boven ons." Op straat was er ondertussen een chao tische veldslag aan de gang in de buurt van een flatgebouw. De Libanese solda ten waren volledig ongeorganiseerd, wat verklaart waarom er zo veel do den vielen aan Libanese kant - 27 dode soldaten tegen twintig dode militan ten. De meeste soldaten hadden geen wal- kietalkie, waardoor ze elkaar belden op hun eigen mobiele telefoon. Soms, als hun beltegoed op was, lukte dat niet. Munitie was er niet genoeg en er was een groot gebrek aan degelijke ko gelvrije vesten. Jusuf Kallab, een majoor in het Libane se leger, zag dat ik een verrekijker had. Of hij die mocht lenen? Ik zei okay - en later zag ik hem met mijn verrekij ker turen in de richting van de gebou wen waarin de aan Al Qaida gelieerde militanten zich hadden verschanst. Af en toe rende de majoor de straat op - weg van de dekking van een muur - en vuurde op de extremisten. Veertig minuten later werd hij in zijn hoofd geschoten door één van de extremis ten. Hij overleed ter plekke. Niet al leen had de majoor geen eigen verrekij ker, hem ontbrak ook een helm. STANDPLAATS door Harold Doornbos

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 139