Alles is leuk als je het
samen met anderen doet
D
v4
Zaterdag 26 mei 2007 PZC
Een dorp is een dorp, maar daarmee nog geen gemeenschap.
Jan Jansen uit Waarde weet wat een dorp een gemeenschap
maakt. „Mensen moeten niet alleen bereid zijn elkaar te
helpen, ze moeten erop uit zijn wat voor een ander te doen."
Hij is er heilig van overtuigd dat dat het is, wat Waarde zo'n
prettig dorp maakt.
door Mieke van der Jagt
foto Mechteld Jansen
Hier in Waarde is een groot
deel van de mensen inge
schreven bij de gerefor
meerde gemeente. Ik weet
dat denominaties in andere dorpen
een zware scheidslijn trekken, maar
hier is daar geen sprake van. Eén van
de redenen kan zijn dat dit dorp van
oudsher bestaat uit heel kleine zelfstan
digen. Mensen met een lapje uien, een
strookje aardappels; geen grote, rijke
boeren en arme arbeiders. Ze waren al
tijd op elkaar aangewezen, maar ook
gewend elkaar in hun waarde te laten.
Dat is geen woordspeling. Je merkt dat
nu nog. Er zijn verschillen, maar die
scheiden niet. Van alle kanten zie je
mensen zich inzetten om het goed leef
baar te houden."
Als tweede van zeven kinderen en
oudste zoon van een landarbeider
groeide Jan Jansen op in een nog veel
kleiner gehucht, met dezelfde trekken.
In de Smitsbuurt aan de Monnikendijk
verdiende zijn vader een centje bij
door de hele buurt te knippen. Jan van
de kapper stak al jong een handje toe.
„We moesten dan, voor schooltijd,
gaan helpen bij een keuterboertje in de
buurt. Uitjes planten, peeën dunnen,
dat soort werk. Om half acht riep die
boerin, Pietje heette ze, ons binnen
omdat we naar school moesten. Dan
lag er voor ieder van ons een dikke wit
te boterham klaar met een plak kaas,
zo dik! Daar deden we thuis met z'n
allen van."
Je zou het nu niet meer zeggen, maar
Jan Jansen was een heel klein ventje.
Toen hij van de ambachtsschool
kwam, uitgerust met het diploma tim
merman, vond zijn vader hem nog te
klein om te gaan werken. „Hij stuurde
me nog een jaar naar school om metse
len te leren, maar veel helpen deed het
niet Toen ik bij timmerfabriek Bierens
in dienst kwam, was mijn eerste op
dracht een bankje timmeren, zodat ik
overal bij kon. Uit dat bankje ben ik
snel gegroeid maar in mijn ontwikke
ling kon ik nog wel wat groter wor
den. Een vriend vatte het plan op om
een schriftelijke cursus te gaan volgen
en ik voelde daar ook wel voor. Mijn
vader deed mijn zakgeld wat omhoog
en met de PBNA schopte ik het tot
opzichter/tekenaar. Voor dienst kreeg
ik uitstel om het af te maken."
Toen hij, een type-diploma rijker, uit
dienst kwam, had hij Miep Stroosnij-
der al gevonden en kort daarna vond
hij ook een baan: bij Klap in Waarde
ging hij op de brommer de bouwtjes
langs en het stel vond ook een woning
op het dorp. Samen stortten ze zich on
middellijk in het verenigingsleven. „Ik
vind eigenlijk alles leuk om te doen, als
het maar samen is met anderen. De to
neelclub, de wielrennerij, de muziek
en de vogeltjesclub, ik heb er altijd van
genoten. Het jeugdwerk van de kerk
heb ik jaren gedaan, maar daar word je
op den duur te oud voor. Nu ben ik
ouderling, dat past beter bij mijn leef
tijd."
Een van de grootste wapenfeiten die
Jan Jansen met de rest van het dorp op
zijn conto mag schrijven is de buurt
bus, die bijna dertig jaar geleden begon
te rijden en nu nog steeds de verbin
ding is van Waarde met de buitenwe
reld. „De opvatting dat Waarde is
dichtgeplakt met oude kranten is wijd
verbreid. Niks nieuws, het is al jaren
zo. Onterecht natuurlijk maar, zoals op
elk klein dorp, is er voor jongeren niet
altijd veel te doen en ook de rest van
het dorp is voor veel winkels en voor-
blemen heb ik eigenlijk nauwelijks, be
halve met Connexxion. Daarmee kun
nen we soms moeilijk afspraken ma
ken. Plotselinge veranderingen in de
dienstregeling, of het achterwege blij
ven van reizigersinformatie: daar gaan
tijd en hoofdbrekens in zitten."
De Buurtbus Waarde is zo'n voorzie
ning die de mensen in het dorp bindt.
„Daar maakt iedereen gebruik van, of
je nu bij de gereformeerde gemeente
hoort of bij geen enkele kerk, zonder
auto kom je met de bus waar je wezen
wilt Er zijn wel meer van die dingen:
de Koninginnedag, bijvoorbeeld. Miep
en ik hangen hier in de Clausstraat al
tijd de vlaggetjes op. Met een briefje in
de bussen vroegen we of anderen ook
wat wilden doen. Een paar meisjes wil
den boogjes maken en versierde bor
den, maar daar hadden ze de middelen
niet voor. Nog maar een briefje in de
bus en van alle kanten kwamen spul
len om de boel te versieren. Als je reke
ning houdt met elkaar, zoekt naar din
gen die je samen kunt doen, blijft zo'n
dorp springlevend en heb je zelf ook
meer lol."
Er zijn natuurlijk altijd zaken, die
de een minder aanspreken dan
de ander. „Maar daar moet je
toch interesse voor kunnen opbren
gen. Als er een rommelmarkt is van de
gereformeerde gemeente, gaan wij ook
altijd kijken. De muziekvereniging ligt
bij die mensen minder voor de hand,
maar ze waarderen het spel bij de do
denherdenking altijd zeer."
'Ais je rekening houdt met elkaar, zoekt naar dingen die je
samen kunt doen, blijft zo'n dorp springlevend en heb je zelf
ook meer lol'
zieningen op andere dorpen of op
Goes aangewezen. Zonder auto ben je
nergens als er geen bus rijdt. In de ja
ren zeventig reed er dus geen bus.
Tijdens de Waardse Marktdag van 1976
zaten we te kletsen met de toenmalige
burgemeester van Reimerswaal, Pijl
Hogeweg. De gesprekken gingen na
tuurlijk over wat er beter kon en wij
opperden dat een buurtbus wel zou
schelen. Pijl Hogeweg had zijn vraagte
kens. 'Dan moet je wel 25 vrijwilligers
hebben, en die vind je nooit.' 'O, nee',
riepen wij, 'dat zullen we dan wel eens
zien.' Met drie man gingen we over
het dorp en binnen een paar dagen
hadden we dertig vrijwilligers bij el
kaar. Het ging zo snel, dat ze op het ge
meentehuis gingen bellen met de men
sen die zich hadden opgegeven. Het
bleek allemaal bloedserieus en Pijl Ho
geweg ging naar Den Haag om een bus
los te praten. Op 29 augustus 1979 reed
de Buurtbus Waarde voor het eerst."
e laatste jaren doet Jan Jansen
de coördinatie. De vrijwilli
gers, onder wie Jan zelf, rijden
een dagdeel per week. Inmiddels staan
er weer zestien op zijn lijstje, ook uit
andere dorpen. De dienst is overigens
ook uitgebreid, want de bus rijdt tus
sen het station Kruiningen Yerseke en
Rilland, over Waarde natuurlijk. „Pro
wingen en in de gezamenlijke moes
tuin. Zelfs bij het kweken van graspar
kieten op kleur en vorm hoeft hij zich
niet alleen te voelen tussen tweehon
derd kwekkende vogeltjes.
In de vogelclub wissel je niet alleen
deskundigheid uit, maar ook gene
tisch materiaal. Zo ben je met z'n
allen bezig om de mooiste exemplaren
te kweken, zonder dat er veel geld in
hoeft om te gaan." De grasparkieten in
de volière aan de Clausstraat praten
niet. „Ze hebben het wel allemaal in
zich, maar vogels die bij elkaar zitten,
doen elkaar na. Wil je zo'n beestje la
ten praten, dan moet je hem, dertig da
gen nadat hij uit het ei is gekropen, bij
je nemen zodat hij je als zijn partner
gaat zien. Dan kun je er een enorme
kletsmajoor van maken."
In de volière van Jan Jansen hoor je al
leen vogelgeluiden, behalve af en toe.
Dan klinkt er plotseling heel hard 'Jan'.
„Het lijkt de stem van Miep, maar het
is een vogeltje." Met zijn zeventigste
verjaardag in zicht nadert voor Jan Jan
sen het moment dat hij zijn loopbaan
als vrijwillig buschauffeur moet afslui
ten. „Voor de wet ben je dan te oud
om met passagiers te rijden. Coördine
ren mag nog wel, dus dat blijf ik doen.
Het is een feest om deel te zijn een
dub die belangeloos een voorziening
in stand houdt. Zeker als die voorzie
ning essentieel is voor de bloei van de
gemeenschap."
Voor Jan Jansen, die nog steeds de bas
blaast, geeft het instrument ook contac
ten met andere dorpen en met de
jeugd. „De meeste verenigingen zitten
niet zo heel dik in hun spelers, dus er
wordt over en weer nog wel eens ge
leend. Dan blaas je mee in Krabbendij-
ke, dan weer eens in Hansweert. Al
leen de marsen heb ik afgezworen. De
gezondheid laat alleen nog stilstaand
blazen toe."
De meeste voldoening geven echter de
muzieklessen en in het bijzonder de
lessen aan een meisje uit het dorp, van
wie de ouders zich afvroegen of ze het
wel aankon. „Dat kind is dyslectisch
maar ze wilde zo graag leren blazen,
net als haar zusje. Je moet het altijd
proberen, en het pakte fantastisch uit.
Grote moeite met lezen betekent nog
niet dat je geen muziek kunt lezen.
Dat gaat geweldig. Ze is hartstikke mu
zikaal en ze speelt gemakkelijk van pa
pier."
Als Jan Jansen iets doet, doet hij het
dus het liefst samen met anderen. Met
Miep natuurlijk, met de kinderen en
de kleinkinderen, met de buren, de
straat, het dorp of in een nog groter
verband. Zijn twee-onder-een-kap-wo-
ning bouwde hij, naar eigen ontwerp,
samen met een vriend, die nog steeds
zijn kompaan is in de tuin, bij verbou
Paspoort
Naam: Jan Jansen
Woonplaats: Waarde
Geboren: 17 februari 1938 in
de Smitsbuurt aan de Monni
kendijk, gemeente Kattendijke
Burgerlijke staat: gehuwd met
Miep; twee kinderen, drie klein
kinderen.
Opleiding: lagere school, am
bachtsschool timmerman en
metselaar, schriftelijk opleiding
opzichter/tekenaar.
- Loopbaan: timmerfabriek Bie
rens, militaire dienst en tot de
VUT opzichter tekenaar bij ar-
chitectenburau Klap in Waarde
Hobby's: grasparkieten, muziek
Bijzonderheden: coördinator
van de Buurtbus Waarde en
ouderling in de Nederlandse
Hervormde kerk