Familie
Kind zonder
vooroordelen
Moederdag en vaderdag
24 Vrijdag 25 mei 2007 PZC
Mijn eerste moederdag vierde ik in Zwitserland waar ik
op dat moment woonde. Mijn dochter van bijna een
jaar bracht een heus knutselwerk mee van de Kinder-
krippe, zoals de crèche daar heet. Een cadeautje voor natuurlijk
de 'liefste mama van de héééle wereld', die zin is internatio
naal. Een paar weken na moederdag informeerde ik nieuwsgie
rig bij de leidsters wat het kunstwerk voor vaderdag ging wor
den. Ze keken me niet begrijpend aan. „Vaderdag? Wat is dat?"
Een rare vraag voor iemand die niet beter wist dat vaderdag
bij moederdag hoort, zoals de kip bij het ei.
Het duurde dan ook even voor ik begreep waar de schoen
wrong. In Zwitserland bestaat geen vaderdag, alleen moeder
dag. Inmiddels heb ik begrepen dat vaderdag een typisch Ne
derlands gebruik is. In bijna geen enkel land om ons heen
wordt vaderdag gevierd.
Ik vertelde de leidsters van de crèche dat een vader toch net zo
belangrijk is voor een kind als een moeder. Ze waren het niet
met me eens, moeders zorgen
veel meer voor de kinderen dan
de vaders. Zij zijn veel belangrij
ker voor hen en verdienen daar
om wel een extraatje, klonk hun
relaas. Bijna twintig jaar later
ben 4k nog steeds van mening
dat deze redenering van geen kant klopt. Daarom nu kort na
moederdag een ode aan de vaders. Dat zij binnenkort vooral
weer vaderdag mogen vieren.
Toegegeven. Alle emancipatie ten spijt, zijn het nog steeds
vooral de moeders die de dagelijkse zorg voor de kinderen op
zich nemen. Ondanks het feit dat ze meer zijn gaan participe
ren op de arbeidsmarkt. Niet zo wonderlijk als we naar de bio
logische verschillen kijken tussen beide ouders. In de negen
maanden van de zwangerschap draagt de moeder het kind bij
zich. Daarna volgt vaak een intieme periode van borstvoeding,
waarin de moeder - dan nog met zwangerschapsverlof - het
leeuwendeel van de verzorging op zich neemt. Het eerste licha
melijk welbevinden van de baby komt vooral via de moeder
tot stand. Het is vrij logisch
dat een klein kind vaak
vooral zijn moeder in
Vaders zijn de laatste
jaren veel meer
zichtbaar geworden
»r
illustratie Eliane Duvekot
de gaten houdt. Van
haar moet hij het
hebben, luidt zijn re
denering.
sc V Op de kleuterleeftijd
j Vfcv gaat het kind lichamelijke
verschillen ontdekken.
De jongen lijkt op
zijn vader, het
meisje op haar
moeder. Dit in
zicht verandert de
kijk van zowel meis
jes als jongens op
hun beide ouders.
Psychoanalytisch be
schouwd gaat de jon
gen in zijn vader een rivaal zien als het gaat om de gunsten
van de moeder. De enige mogelijkheid om de liefde van zijn
moeder te behouden (vanuit het kind bekeken), is op vader te
lijken. Want moeder houdt van mannen zoals vader. Dochters
oriënteren zich bij de ontwikkeling van hun identiteit ook op
beide ouders. Haar vrouwenrol kijkt ze af van moeder, de om
gang met jongens en mannen oefent ze op vader.
Er zijn nog steeds vaders die hun kinderen pas leuk gaan vin
den als ze er mee kunnen voetballen. Ze worden echter steeds
zeldzamer. Veel vaders lopen nu achter de buggy, brengen de
kinderen naar school of gaan met de baby naar het consultatie
bureau. Hij helpt met huiswerk en brengt zijn kind naar een
verjaardagspartijtje. Vaders zijn de laatste jaren veel zichtbaar
der geworden voor hun kinderen. Wat is het effect van deze
grotere bemoeienis in de dagelijkse verzorging op hun kind?
Als een kind door beide ouders wordt verzorgd, is dat een ver
rijking. De huidige generatie vaders zorgt over het algemeen
voor meer evenwicht in mannelijke en vrouwelijke componen
ten in de opvoeding. Vaders die veel met hun kinderen optrek
ken, doen het niet per se beter dan vaders die hun kinderen al
leen in het weekeinde zien. De kwaliteit van de relatie blijft be
langrijker dan de kwantiteit.
Hoe is het dan met kinderen die door een scheiding hun va
der niet of nauwelijks zien? Uit onderzoek blijkt dat deze kin
deren niet per definitie scheefgroeien. Zij hebben soms meer
moeite met hun persoonlijkheidsontwikkeling, maar ontwik
kelen meestal toch een compleet vaderbeeld. Zij oriënteren
zich daarbij op mannen buitenshuis. Op andere vaders dus.
Het kind is dubbel
gehandicapt, de moeder is
een doordouwer. Het
resultaat: Jaimi doet lekker
mee op een gewone
basisschool.
door Frank Hermans
Ook zelf had ze van die
'vooroordelen', dus ze
neemt het niemand
echt kwalijk. „Ik heb
het geloof ik wel tien keer ge
vraagd: klopt het dat Jaimi naar
een gewone basisschool kan? Kan
dat écht. Ik heb die mevrouw die
me dat vertelde, zowat omhelsd."
Opgeslorpt worden door de zorg
en zorgen. „En daardoor ingekap
seld raken in het 'gehandicapten
wereldje'", zoals moeder Manuela
de Goeij het zelf verwoordt. Zodat
je vergeet dat er ook voor jouw
kind nog een 'normaal' leven te le
ven valt.
Het overkomt je bijna automatisch
als kersverse ouder van een 'meer
voudig complex gehandicapt'
kind. „Omdat je in een wereld te
rechtkomt vol doktoren en andere
deskundigen die jou steeds weten
te vertellen wat goed voor hem
is."
Zeven jaar geleden kreeg de nu
44-jarige Manuela de Goeij uit Nij
megen Jaimi, een kind met een
zeldzame chromosoomafwijking.
„Hij heeft een ernstige ontwikke
lingsachterstand. Heeft allerlei li
chamelijke beperkingen. Is slecht
horend en slechtziend. Had bij ge
boorte een gespleten lip en gehe
melte."
Jaimi moest en moet met alles ge
holpen worden: „Hij kan niet zelf
bewegen, ook niet in een rolstoel.
Spullen moet je dichterbij zetten,
anders ziet hij ze niet staan. Met
eten stopt hij niks zeifin zijn
mond. Zelfs 's nachts denk je:
heeft hij zijn dekentje nog wel op
zich, want hij kan zichzelf niet toe
dekken."
Eerst veel tijdrovende operaties.
Toen ook het constante geregel
om de hulpmiddelen en voorzie
ningen in huis voor elkaar te bok
sen. En verder al die dagelijkse
zorg die menig uur van de dag op
slorpt. Dat laatste was helemaal
het geval toen er een kink in de ka
bel kwam in de relatie met Jaimi's
vader. Manuela: „Als alleenstaande
ouder kun je er echt niets anders
meer naast doen."
Wat verbazingwekkend was, on
danks alle tegenslag: „Mijn wereld
was ingestort, maar eenmaal thuis
was ik toch ineens normaal moe
der."
En langzaam maar zeker kwam
het besef boven: „Ik geef mijn zeg
genschap af aan doktoren en ande
re professionals, mensen die zoge
naamd deskundig zijn. Maar de
echte deskundige ben ikzelf"
En zag ze ook het schrikbeeld voor
zich. Zoon Jaimi ineens al een jaar
of dertig. „Met alleen maar men
sen om hem heen die betrokken
bij hem waren omdat ze ervoor be
taald werden, als verzorger of hulp
verlener. Dat idee vond ik zo ver
drietig." Toen wist ze: „Ik zal er al
les aan doen om mijn zoon een zo
normaal mogelijk leven te laten lei
den. Het moet een jongen worden
die vrienden krijgt net als ieder
een, die leuke dingen doet, een zo
groot mogelijke zeggenschap krijgt
over zijn leven."
Als ouder van een gehan
dicapt kind heb je dan
volgens Manuela wel en
kele hindernissen te ne
men. „Niet alleen omdat je uit de
cocon van het medische circuit
moet breken. Bij mensen uit je om
geving zie je ook een denkrimpel
verschijnen. Ze denken: kan dat
wel, is dat niet te zwaar en te moei
lijk als alleenstaande moeder? Die
vooroordelen! Neem ook de hulp
verlening die meteen komt aanzet
ten met welke ontwikkelingsleef
tijd je kind heeft. Volgens die on
derzoeken kan een 30-jarige ge
makkelijk uitkomen op drie jaar.
Maar ga je dan zijn slaapkamer be
hangen met Nijntjespapier? Daar
klopt natuurlijk niks van."
Maar in eerste instantie moest ze
vooral ook zelf de drempel over:
„Als ouder denk je zelf veel te
snel: dit is geen kind voor het ge
wone basisonderwijs."
Toch viel de eerste stap, een dood
normale peuterspeelzaal, eigenlijk
verbazingwekkend makkelijk te
realiseren: „Ik had gezien hoe leuk
hij het vond tussen zijn neefjes en
nichtjes. En met een vaste bege
leidster uit de gehandicaptenzorg
bleek de peuterspeelzaal gewoon
te kunnen."
Op dat moment hoorde ze toeval
lig ook van een cursus voor ouders
met een gehandicapt kind: Part
ners in Policymaking (zie kader).
„De beste investering in mijn ei
gen toekomst", weet ze zeker.
„Daar kijken ze niet vanuit voor
oordelen, maar naar wat we zou
den doen als Jaimi gewoon gezond
was. Je krijgt weer inzicht in hoe
je je eigen leven kunt organise
ren."
Bijvoorbeeld in gesprekken met be
leidsambtenaren: „Je kunt met een
zielig verhaal komen, maar dit
werkt maar voor even. Ik heb ge
leerd dat je moet uitgaan van wat
je wil. Leg uit wat de toegevoegde
waarde is voor je kind. Dan zal
zo'n ambtenaar veel eerder de nei
ging hebben mee te denken."
Een volgende stap in Jaimi's car
rière werd gezet: de 'gewone' basis
school. Met een vaste begeleidster
die hem voortdurend bijstaat in
de klas, gaat hij inmiddels voor
het derde jaar op rij - naast twee
dagen in de week naar de doofblin-
denschool Rafaël in St. Michielsge
stel - naar de Vrije School Mean
der.
De ervaringen daar hebben haar al
leen maar gesterkt in de overtui
ging dat ook voor kinderen als Jai
mi een reguliere schoolklas verre
weg het beste is: „Zijn wereld
wordt er zoveel ruimer van. Hij
door Annie de Vreugd