Een Vlaming met een
Nederlands paspoort
v4 j
Zaterdag 19 mei 2007 PZC
Hij grinnikt en neemt een slok van zijn warme chocomelk met een
toefje slagroom, „ik ben een Vlaming met een Nederlands
paspoort, geboren in Hulst, maar toch eigenlijk getogen in
Antwerpen." Hij woont daar ook, hoewel hij al weer dertig jaar de
gemeente Terneuzen als werkgever heeft.
door Wout Bareman
foto Mechteld Jansen
Oud-burgemeester Carel
Ockeloen zei, als hij
hem hoorde praten:
'Kees jongen, Hulsters is
geen taal'. „Nou, vol
gens mij is Hulst de taalgrens. Daar be
gint het Vlaams. En de pocket Neder
landse Taalkunde, die ik nog had over
gehouden aan die paar maanden op de
Pedagogische Academie in Middel
burg, gaf me gelijk. Ach, Ockeloen
kwam zelf uit de Jordaan. Welke taal
spreken ze daar eigenlijk..."
Kees van Dorst is bijna vijftig. Een
doordachte verschijning. Gekleed in
het zwart met zijn haar in de steun
kleur grijs/wit en een modieuze bril.
Loopt hij door de binnenstad, deels
zijn werkterrein, steevast met een
exemplaar van het dagblad De Morgen
onder de arm geklemd. Iedereen
spreekt hem aan. En dus komt hij stee
vast te laat op zijn afspraken. Met zelf
kennis: „Ik geef toe dat ik een ontzet
tende ouwehoer ben. Een nieuwsgie
rig oud wijf? Ook! Maar dat komt in
mijn werk bijzonder van pas."
De weekeinden brengt hij door in Ant
werpen, waar hij een appartement be
woont en er de kunst en cultuur in al
z'n vormen tot zich neemt. Afgewis
seld met een frisse pint, dat zeker ook.
En tussen de bedrijven door volgt hij
er zangles bij de onverbeterlijke televi
siepersoonlijkheid, acteur en zangpeda
goog David Davidse, de zoon van de
legendarische Bob Davidse, die ooit de
kinderharten veroverde met het tv-pro-
gramma Nonkel Bob en Tante Ria
('Vrolijke, vrolijke vrienden, vrolijke
vrienden, dat zijn we', zong heel Vlaan
deren met de nonkel mee).
In Antwerpen componeert hij
ook. Vroeger zong hij die num
mers zelf, in een band. Maar sinds
hij meer inzicht heeft gekregen in
zijn zangkunsten, laat hij die uitvoe
ring graag aan anderen over. „In onze
jonge jaren rammelden we wat op een
gitaar vanwege het bekijks van jonge
meiden. Maar we schoten ons doel
voorbij, want als die meisjes dan con
tact wilden, zeiden we met een serieus
gezicht dat we aan het musiceren wa
ren. Dom natuurlijk. We dachten dat
we heel wat waren, maar ging je de
grens over, naar het grote Antwerpen,
dan liep daar zóveel beter talent rond.
David Davidse zei het direct al: 'Kees-
ke, uwe liedjes zijn goed, maar uwe
stem is verkeerd'." Er zijn nog wel op
tredens met de groep Eyes in Ice, maar
het gaat er heel anders aan toe dan
vroeger.
„Destijds vond ik mezelf wel zo gi-
ga-geniaal... Aan die liedjes mocht
geen noot worden veranderd. In de
loop der jaren is dat veranderd. De an
deren hebben nu ook hun inbreng. Lo
gisch. Iedereen doet nu meer z'n eigen
ding."
Die voorliefde voor muziek heeft hij
van zijn drie oudere zussen, weet hij
bijna zeker. „Die gingen naar de dan
cings in België en kwamen ook thuis
met plaatjes als Such a Night van Elvis
en dergelijke. Ik zat toen op de Willi-
brordusschool in Hulst en kreeg dan
opdracht om onderweg naar school bij
de platenzaak te gaan vragen of Michel
le van de Beatles er al was." Toen hij
van de weeromsmit bij de harmonie
wilde, mocht dat niet Diezelfde zus
sen waren er op tegen.
En ach, er waren belangrijker
dingen. Z'n opa in Clinge was
destijds de beste klompenma
ker van Zeeland. Die prijs
werd uitgereikt door prins Bernhard.
„Ik heb gehoord dat de prins en m'n
opa toen wat zaten te smoezen over
vermaarde en ook wel beruchte uit
gaansgelegenheden in Vlaanderen; die
kenden ze allebei."
appartementje in hartje Antwerpen.
„Weet je wat ik zo jammer vind aan
Zeeuws-Vlamingen, Terneuzenaren
voorop? Ze zijn niet trots op hun
streek en hun stad. We praten ons een
Calimero-gevoel aan en dat hoeft hele
maal niet. Toen ik destijds examen so
ciologie moest doen, zei de Gentse pro
fessor daar tegen een collega: Van
Dorst komt uit Terneuzen, de haven
van Gent. Zo zien de Gentenaars dat
Die man vertelde dat hij, als het even
kon, 's zondags naar Terneuzen kwam
en een wandelingetje over de Schelde-
dijk maakte om vervolgens in Philippi
ne mossels te gaan eten. Kijk, dat is on
ze sterkte. Durf dat te promoten in
Gent en Antwerpen. Zoiets van: wil je
de schepen van en naar Antwerpen
zien varen - want Antwerpenaren zien
nauwelijks schepen in hun haven; die
dokken liggen immers allemaal buiten
de stad - dan moet je naar Terneuzen
komen. Zeg je dat tegen een Terneuze-
naar, dan haalt-ie z'n schouders op.
Doodzonde." Volgens Kees van Dorst
is dat ook één van de redenen dat ta
lent wegtrekt.
„Kijk naar talentvolle sportlieden, naar
muzikaal talent. Ik ben een tijdje voor
zitter geweest van de stichting Popmu
ziek Zeeland en ik moet zeggen dat ze
het boven de Westerschelde toch rede
lijk voor elkaar hebben. Topbands, die
landelijk zijn doorgebroken, maar ook
in het verleden... goeie gitaristen, zan
gers, drummers. Zeeuws-Vlaanderen
had eigenlijk alleen Bluesette, de bege
leidingsband van Rob de Nijs. Tja, je
ziet het ook aan de aard van de evene
menten. Grote festivals? Nee. Nou ja,
als je tevreden bent met de Havenda
gen en de Visserijfeesten... ook goed."
Hij begon bij de gemeente als ambte-
Weet je wat ik zo jammer vind aan Terneuzenaren?
Ze zijn niet trots op hun stad.'
Z'n vader - belastingambtenaar - stimu
leerde Kees' nieuwsgierigheid door
met hem De Tijd/Maasbode door te ne
men. Ze lazen ook de Gazet van Ant
werpen. In het weekeinde reden ze op
de brommer van Hulst naar de Vogel
tjesmarkt in Antwerpen en naar de ha
ven daar. „Al die indrukken waren be
langrijk voor me. Het gevolg: terwijl an
dere jongens van mijn leeftijd Bonte
koe lazen, las ik over de ontdekkings
reizen van Vasco da Gama."
„We hadden het goed thuis, maar m'n
vader liet zich daar niet op voorstaan.
Geld was niet interessant, het ging om
kennis."
Hij werkt nu al decennialang
in Terneuzen, op het stad
huis. Een Hulstenaar, ver
slingerd aan metropool Ant
werpen, werkzaam in Terneuzen...
„Tja, vroeger wist ik het nauwelijks te
liggen. In Hulst waren we helemaal op
het Vlaamse achterland gericht en dan
vooral op Antwerpen." Vergeleken
met Terneuzen was Hulst nog best le
vendig. In Terneuzen vond Van Dorst
het in elk geval veel te rustig, dus toen
de kans zich voordeed, betrok hij een
ke irritatie is over bijvoorbeeld de ver
keerssituatie, over hangjongeren of
zwerfaval komen de mensen wel uit
hun schulp. In de binnenstad zie je dat
met de overlast van de koffieshops.
Dan spreken de mensen elkaar wél aan
op straat, dan komen ze wél naar bij
eenkomsten en doen ze wel mee met
initiatieven om die problematiek aan
te pakken, om de leefbaarheid te verbe
teren." „Daarom zijn die zogenoemde
opplusdagen ook zo'n succes. Er ont
staat dan toch weer een saamhorig
heidsgevoel. Gelukkig maar, want het
is toch triest dat de mensen elkaar niet
meer durven aan te spreken. Neem het
voorbeeld van die man, die bij ons
kwam klagen over zijn buurman. 'Die
vent zit hele dagen in z'n schuurtje',
zei hij, 'wat zou ie daar uitvreten'.
Nou, ga eens bij die man langs. Mis
schien knutselt hij wel prachtdingen in
elkaar en interesseert jou dat ook. Wie
weet kun je daar onder een pilsje leuk
over praten." Met de binnenstad is hij
nog niet klaar. „Als wij streven naar de
titel 'dynamische stad aan de Schelde'
zullen we daar met z'n allen ook naar
moeten handelen, daar in moeten in
vesteren. We zijn op de goede weg. Er
wordt gebouwd voor jongeren, er wor
den pleinen aangelegd, er wordt gere
noveerd en gereconstrueerd. De stad
moet trots uitstralen. De Terneuzenaar
moet durven zeggen dat hij trots is op
die stad, zijn stad. Alleen krijgt hij het
nog zo verdomd moeilijk z'n strot uit!"
naar militaire zaken, trok af en toe nog
wel eens een toga aan om lieden in de
echt te verbinden en is nu alweer een
tijdje procesmanager bij de afdeling
Wijkbeheer. Hij werkt er samen met
drie wijkcoördinatoren. „Als ik m'n
functie noem, denken ze wel eens dat
ik bij Dow Benelux het productiepro
ces begeleidt", grinnikt hij, „maar ik
probeer dus alle mogelijke initiatieven
van de dorps-, wijk- en stadsraden te
ondersteunen en te stimuleren. We
dicteren niks meer, geven die raden de
vrijheid om te bepalen wat er gebeurt.
Laatst bij de reconstructie van de Schel-
dekade ook.
We roepen de bewoners bijeen, ne
men een stedenbouwkundige mee en
laten die de wensen optekenen en uit
leggen wat er technisch gesproken mo
gelijk is. Het is even wennen, ook voor
de bewoners. Eén van hen vroeg: Ja
maar, hebben jullie geen plan?! Nee
dus." Hij heeft het over contactarme
wijken en buurten, over de verbonden
heid in de kleinere kernen en analy
seert: „Het contact tussen de burgers
moet echt veel beter en kan ook veel
beter. Je ziet het met het project Veili
ge Wijk in Zeldenrust-Sint Anna in
Terneuzen. Als er maar een gezamenlij
Kees van Dorst
Geboren: 16 mei 1957,
Hulst
Woonplaats: Antwerpen
Opleiding: Janseniuslyceum
Hulst, Pabo, Universiteit van
Antwerpen
Burgerlijke staat: alleen
staand
Werk: procesmanager Wijk
beheer Terneuzen
Hobby's: muziek, compone
ren, oud-voorzitter Stichting
Popmuziek Zeeland