's Werelds koudste
hoofdstad steeds hipper
v35
PZC Zaterdag 19 mei 2007
In Mongolië heerstte een
paar jaar geleden nog
hongersnood. Inmiddels
wordt de economische
achterstand ingehaald.
Vooral in de hoofdstad Ulan
Bator, waar Cucci-brillen en
trendy mobieltjes niet meer
weg te denken zijn.
door Vincent de Vries
foto's Piet Roorda
Als we na een binnenland
se vlucht van Ulan Bator
naar het nomadendorp
Moron plaatsnemen in
een oud, versleten Russisch UAZ
Porgon-bestelbusje moeten we
aanvankelijk wat lachen. Waarom
zitten er in vredesnaam van die
zachte, witte kussentjes tegen het
plafond én aan de binnenkant van
de deur geplakt? Oké, in een me
terslange limousine zou het niet
misstaan, maar in een oud leger-
busje?
Na nog geen honderd meter rijden
wordt duidelijk waarom het busje
is uitgerust met dergelijke lucht
kussentjes en waarom boven ons
hoofd het lichtkapje vol barsten
zit Op weg naar het Khovskol-
meer, een diepvriesgebied waar je
uitstekend kunt schaatsen, ijsvis-
sen, wandelen, fietsen en paardrij
den, zijn geen asfaltwegen, laat
staan normale wegen.
Voordeel daarvan is dat je op het
zand weliswaar geen files hebt,
maar tegelijkertijd wel heel veel
kuilen. Enorme kuilen zelfs, die
om de paar meter worden afgewis
seld met andere enorme kuilen en
bevroren rivierbeddingen. En dat
drie uur lang.
Voor een normale sterveling nau
welijks vol te houden, maar voor
de chauffeur is het een koud kunst
je. Want terwijl wij letterlijk en fi
guurlijk in het stof bijten en ons
in een wasmachine wanen waar
de centrifuge urenlang op 1600 toe
ren draait, zit onze vriend Byanr-
ba ontspannen achter het stuur,
zijn linkerarm rustig tegen het
raam gedrukt. Alsof hij vandaag
keurig op de rechterbaan van de
Ai rijdt in plaats van door de
machtige steppen van Mongolië.
Door elkaar gehusseld of niet, het
landschap tijdens de hobbelrit
maakt veel goed en is prachtig. Of
beter gezegd: betoverend. Alsof we
in een decor zitten van de laatste
film van de Mongoolse John Way
ne. Tussen de bergen, opgedroog
de rivieren en woeste zandvlaktes
zien we niet alleen wilde paarden,
maar ook yaks, kamelen en stenen-
slingers die ons een zorgeloze en
veilige reis wensen. We zijn nooit
zo blij geweest met het zien van
zulke slingers.
Zo nu dan doemt er ook een ger
op, een traditionele tent waar hele
nomadenfamilies in wonen. Prach
tig te zien hoe zij leven, werken en
vooral wonen in al die eenzaam
heid, zonder de stress van het wel
of niet afgaan van de mobiele tele
foon. Bereik in de wijde omtrek is
er niet. Het nuttigen van gekookt
dubbelvet schaapsvlees, paarden
melk en yoghurt lijkt, in combina
tie met veel wodka, hun enige ver
tier.
Ook wij slapen de komende nach
ten in een ger. Een vreemde ge
waarwording, omdat tijdens het
slapen constant een potkacheltje
snort dat om de twee uur wordt
bijgevuld door één van de noma
den. Koud is het onder de adembe
nemende sterrenhemel dan ook
niet.
De wind heeft weliswaar vrij spel
aan het immense Khovskolmeer,
gelegen in het noorden van het
land pal onder het nog grotere
Russische Baikalmeer, maar van
wege het kacheltje, het materiaal -
een wollen viltdoek - en de ronde
vorm is het meer dan aangenaam.
Sterker nog, 's nachts moeten we
de deur bijna opendoen, omdat
het binnen met bijna 25 graden in
de plus haast tropisch is.
Toch wordt de ger niet alleen ge
bruikt door nomaden, zo blijkt als
we een paar dagen later onder de
blauwe plekken weer terug zijn in
Ulan Bator. De hoofdstad kreeg
zijn huidige naam tijdens de socia
listische revolutie en betekent Ro
de Held.
Zo is er zelfs een heuse ger-neder-
zetting. Bij sommige normale hui
zen staan veel tenten in de tuin.
Niet om bevriende nomaden te la
ten kamperen, wel om er in de
winter te wonen. In de snijdende
Khovskolmeer: schoon drinkwater wordt uit het meer gehaald na eerst een
gat in het ijs te hebben gemaakt.
kou is een ger namelijk warmer
dan een huis.
Koud is het zeker ook deze lente
dag. Niet zo verwonderlijk, aange
zien Ulan Bator, waar meer dan
eenderde van de Mongoolse bevol
king woont, met een gemiddelde
jaartemperatuur van -1,3 graden
de koudste hoofdstad van de we
reld is.
Zo ook vandaag, wanneer het over
dag zeker 10 graden vriest. Warm
worden we dan ook nauwelijks.
Niet van de veel te goedkope wod
ka, niet van de stad met haar vele
zakkenrollers, straatkinderen en
vooral grauwheid.
Goed zichtbaar blijven de Russi
sche invloeden uit de tijd dat dicta
tor Yumjaagiin Tsedenbal met har
de hand regeerde: veel typische
Oostblokflats en (te) grote over
heidsgebouwen en pleinen zoals
het immense Sukhbator Plein na
bij de Avenue van de Vrede dat
ook wel het Rode Plein van Mon
golië wordt genoemd.
Of we in de leegte van Ulan Bator
dan nergens warm van worden? Ja
wel, het boeddhistische klooster
Gandan Tegchien is prachtig. Net
als het Winterpaleis van keizer
Bogd Chan uit 1893, iets buiten de
stad. De democratische ontwikke
lingen van de afgelopen vijftien
jaar hebben de stad verder een ge
weldige economische boost gege
ven. Ie ziet dan ook steeds meer
spiegelkantoren, internetcafés, dik
ke auto's, shopping mails en Wes
terse producten als hippe Guc-
ci-briilen en trendy mobieltjes.
Wat ons echter pas echt tevreden
stelt: in héél Mongolië is nog altijd
geen enkele gele M of een andere
burgerkoning te bekennen. I'm lo-
vin' it!
'Ulan Bator f
Mongolië, een land dat 37 keer
zo groot is als Nederland en
dat slechts drie miljoen men
sen telt, is op vele manieren te
bereiken. Directe vluchten van
uit Nederland zijn er weliswaar
niet, maar via Moskou of Pe
king gaan er wekelijks voldoen
de vluchten naar Ulan Bator.
Minder snel, maar mooier is
het reizen met de trein. Zo is
de stad aan de oever van de
Tuukl-rivier, geklemd tussen de
besneeuwde Bogd-bergketen,
met de buitenwereld verbon
den via de Trans-Siberische
spoorweg. Ulan Bator is één
van de haltes tussen Moskou
en Peking, www.tiaratours.nl
Nieuwbouw in de hoofdstad Ulan Bator.