Hoofdrol voor zeedonderpad 30 Dinsdag 15 mei 2007 PZC Iedere minuut vrije tijd wij den Paul en Maria Engels- Raes aan het duiken. Zitten ze niet onder water, dan is het wel achter de computer voor het bewerken en mon teren van de talloze uren filmbeelden die het echtpaar uit het Vlaamse Sint-Gillis- Waas maakt op de bodem van de Oosterschelde. Van al dat materiaal hebben ze twee dvd's gemaakt, die haarscherp een indruk ge ven van het leven van zee paardjes, de zeedonderpad en de vele andere bewoners die het gebied rijk is. door Marcel Modde De Oosterschelde is on ze grote liefde", zegt Paul Engels. „De di versiteit onder water is enorm." Dat en de altijd maar weer verrassende ont moetingen, aldus Maria Engels. „Ook al maak je, zoals wij, zo'n 150 duiken per jaar in dit gebied. Je weet nooit wat je tegenkomt. De tropen zijn ook wel mooi, met al die kleuren en het enorme zicht, maar het is daar zo voorspel baar. Je weet dat er op een bepaal de plek veel Nemo-visjes zitten en dat ze daar blijven. In de Ooster schelde is het telkens maar weer af wachten. Dat houdt het spannend. Voor ons soort duiker althans." Paul (in het dagelijks leven tech nisch bediende van een revisiebe- drijf in de metaalsector) en Maria (bejaardenhulp) begonnen vier jaar geleden met het maken van onderwaterfilms. De Engels' raak ten gefascineerd van het omvang rijke leven in de Oosterschelde en werden lid van een biologische werkgroep om meer te weten te komen van wat ze zagen. Is de elf minuten durende dvd over het tot Dirk en Wilma ge doopte zeepaardjeskoppel vooral nog 'aardig' om naar te kijken en te leren over de gewoonten van de ze wonderbaarlijke wezens, hun jongste productie met de zeedon derpad in de hoofdrol zou zeker niet misstaan als documentaire op televisie. De Engels hebben de vier seizoenen van deze schorpioen- vis-achtige in dik zeventien minu ten boeiend weten samen te vat ten. In de opvallend kleurrijke film worden ook de naaste buren van de bodemvis een bezoek ge bracht. Zo passeert onder meer de slakdolf, botervisjes die hun afge zette kluwen eitjes bewaken, een goed gecamoufleerde zeldzame spinslak, kokerwormen die in de stroming (aldus de op Jambers ge lijkende commentaarstem) 'net als bloemen buigen in de wind', zee dahlia's, slibanemonen en het lang ste (40 meter) dier op aarde: de snoerworm. De zeedonderpad is in de Zeeuw se wateren een bekende vis. Er ko men hier twee variaties voor: de gewone en de iets kleinere groene zeedonderpad. Er bestaat ook nog een derde soort (de rivierdonder- pad), maar deze leeft alleen in zoetwater. De zeedonderpad is een korte gedrongen vis met een, op en pad gelijkende, bolle kop. Hij is meestal bruinachtig gevlekt, maar er zijn talloze kleurvariaties mogelijk. Op zijn kop en kieuw deksels bevinden zich stekels. De gewone zeedonderpad kan onge veer dertig centimeter groot wor den. Met de harlekijnslak, het ongevlek te koffieboontje en nog een paar exotisch aandoende verschijnin gen uit de weekdierenfamilie ma ken de filmduikers een brug naar hun komende productie. Die zal geheel en al gaan over de 49 beken de soorten naakslakken in de Oos terschelde, verklapt Paul „Bij die diertjes ligt onze echte fascinatie. Hoe je 49 slakjes vindt? Weten waar je op moet letten en veel, héél veel geduld. De truc is rustig duiken en de tussen de begroeiing te zoeken naar eitjes. Die vallen het meest op. Iedere slakkensoort heeft eitjes met hun eigen, specifie ke vorm." Voor de documentaire over de zee donderpad zijn de Engels drie jaar, twaalf seizoenen, aan het filmen geweest. „Het meeste materiaal staat ongebruikt in de computer. Over- of onderbelicht of te wazig. Maar we gooien niets weg. Wie weet valt daar later met nieuwe technieken nog iets mee te doen." Natuurfilm onder water Paul en Maria Engels schieten hun meeste opnamen in de Oosterschelde tussen de 0 en 10 meter diepte. Ze gebruiken een handcamera (Sony, TRV-950) die goed aan geschreven staat om z'n mooie natuurweergave. Met de lichtinval in de Ooster schelde is het beter filmen dan in de meer heldere Crevelin- gen. De films zijn te zien op www.duikentv.nl en worden verder alleen op aanvraag (paulengels@skynet.be) voor niet-commerciële doeleinden vertoond. NAMEN Rotterdam „Als ik geen koning was, zou ik Van Hoboken willen zijn." Dat zei koning Willem I om streeks 1825 een keer na een gesprek met Anthony van Ho boken. Wie was die laatste man? Een van oorsprong eenvoudig handelaartje uit Rotterdam, dat in eieren en kaas deed. Waarschijnlijk was zijn fami lie afkomstig uit Antwerpen. Daar is ook de beroemde ha venwijk Hoboken. Diezelfde naam gaven trouwens uitge weken protestantse Antwer penaren omstreeks 1625 aan de havenwijk tegenover Man hattan, in de toenmalige Ne derlandse kolonie Nieuw Am sterdam. De jonge Van Hoboken zag zijn kansen toen na de Franse tijd Koning Willem I - de han delskoning - met zijn expan siepolitiek begon. In korte tijd zette de Rotterdammer een handelsimperium op dat over de halve wereld actief was. Hij werd puissant rijk en machtig, zodanig dat Wil lem I er zelfs een beetje ja loers op was. Zijn nazaten legden zich, zo als meestal, op andere dingen toe. Ze kochten 'ambachts heerlijkheden' om aanzien te verwerven: Baarland, Rhoon, Pendrecht, Kortgene. Soms hoorden daar kastelen of an dere behuizingen bij. In Kortgene kochten de Van Hoboken's vooral grond bij hun titulaire ambacht. Vele honderden hectares, zowel binnendijks als buitendijks. Zo ook de hoeve 'Rotterdam', nu in beheer bij een stichting die opgericht is door de nako melingen, en genoemd naar hun oorspronkelijke woon plaats. 'Rotterdam' ligt heel mooi aan de Prinsendijk in Kortgene. Gerard Smallegang Paul en Maria Engels-Raes onder de Zeelandbrug. foto Marijke Folkertsma

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 32