Wow, ik zie een zeehond
De drukte
valt hier
van je af
dinsdag 8 mei 2007
Een uitzonderlijk mooie lenteochtend. Zelfs
voor een zeehond, die toch al geen
verkeerd leven heeft als vaste bewoner van
de Roggenplaat in Nationaal Park
Oosterschelde. De vogels tjilpen. Het
zonnetje schittert op het water. Even
verderop echoën opgetogen
kinderstemmen vanaf een voorbijvarende
boot. „Ik zie een zeehond! Wow, het is echt
een dikke vetzak!"
H
et rondvaartschip De
Onrust is zojuist de Oos
terschelde op gevaren,
vanuit de kleine haven
van Burghsluis. Nog
Schorrenzoutgras
geen tien minuten onderweg en
Schouwen-Duiveland lijkt verder
weg dan ooit. Links prijkt in de verte
de Plompe Toren. Rechts komt de
Roggenplaat boven het water uit. Het
is eb, zo hebben de leerlingen van
groep 5 van basisschool De Kirreweie
uit Burgh-Haamstede net uitgevon
den. Vanaf de reling laten ze een
touwtje met klos het water in zakken
om de diepte van het water op te me
ten. De Oosterschelde is dan wel
geen échte zee, maar getijden zijn er
zeker, weten ze nu. Met een saaie les
in een klaslokaal leer je kinderen wei
nig over de natuur. „Je moet ze din
gen laten doen", weet schippers
vrouw [acqueline van Mill. Samen
met haar man Marcel verzorgt ze al
jaren natuurvaartochten vanuit de ha
ven van Burghsluis. Voor basisschool
kinderen is er de natuurontdekkings-
tocht, een avontuur op het water.
Boven op het dek zit een groepje kin
deren met de neus tegen een groot
aquarium geplakt. Marcel is met een
schepnet in de weer geweest en heeft
een kleine greep uit het onderwaterle
ven van de Oosterschelde opgevist.
„Ik zie een zeester!", roept de één.
„En ik een krab!", zegt een klasge
noot. „Wat zijn ze groot hè, als je
door een vergrootglas kijkt!"
Zeehondalarm! Jacqueline rent naar
boven. Marcel zet de motor uit en
legt de boot stil. In de verte, bij de
zandplaat, doemen zwarte puntjes
op. Langzaam veranderen ze in een
groep zeehonden, die tevreden op de
zandbank ligt te zonnebaden. Opge
wonden turen de kinderen door de
verrekijkers, die Jacqueline heeft uit
gedeeld. „Ik zie ze, ik zie ze! Het zijn
er heel veel!"
Nog geen vijf minuten later is er
wéér alarm, maar nu voor bruinvis
sen. Althans, de vinnen van twee
bruinvissen. Geen tijd om de verrekij
kers tevoorschijn te halen, want zo
snel als de kleine walvissen kwamen,
zijn ze ook weer verdwenen. Toch bij
zonder, vindt Jacqueline en zij kan
het weten. „Het komt niet vaak voor
dat we bruinvissen zien. Meestal zijn
ze er alleen met hoog water."
Rondom de boot zwermen aldoor zil
vermeeuwen. Voor op het dek liggen
enkele geprepareerde vogels in een
kist. Twee meisjes nemen de beestjes
bezorgd in hun armen. „Dat vind ik
echt zó zielig. Ze waren toch al dood
voordat ze opgezet werden, hè?" De
jongens houden liever échte vogels in
de gaten. De zilvermeeuwen zijn ver
trokken naar een vissersboot in de
buurt. Logisch. „Daar is natuurlijk
heel veel vis!"
De boot maakt een bocht. De Plompe
Toren komt weer dichterbij, net als
de lange rij kinderfietsen langs de
kant. De zilvermeeuwen wachten de
boot op in Burghsluis. „Hee, die zijn
ouder dan drie jaar", roept een achq'a-
rig blond knulletje, sinds twee uur
een echte natuurkenner. „Ja, meeu
wen zijn namelijk bruin als ze
geboren worden."
Cornelleke Blok
Het mooiste deel van de Ooster
schelde is het gebied bij de haven
van Burghsluis, vindt Kees Over-
beeke (66). Oke, als voorzitter van
de Watersportvereniging Burgh
sluis en één van de plaatselijke ha
venmeesters, is hij een tikkeltje be
vooroordeeld, maar toch. „Als je
over de haven loopt en er staat
niet te veel wind, dan is het hier
echt prachtig mooi. De drukte valt
van je af. 's Avonds kan je hier een
spijker horen vallen."
Overbeeke gaat regelmatig met
zijn motorbootje de Oosterschelde
op. „Meestal blijven we in de
buurt. We hebben niet zo'n grote
boot en we hoeven niet ver weg.
Hier duiken de bruinvissen soms
voor je neus op."
Maar, zo'n mooi natuurgebied als
de Oosterschelde heeft waterspor
ters ook nadelen. Zeker als je
Burghsluis als thuishaven hebt,
weet Overbeeke. „Vroeger was er
veel meer vrijheid. Toen staken de
mensen regelmatig over naar de
zandplaat om te vissen." In de win
ter mogen recreanten hier tegen
woordig niet meer door de Olie
geul, de vaargeul aan de westkant
van de Roggenplaat. „Sinds zich
hier zeehonden gevestigd hebben,
kwam er een slot op. Waterspor
ters zouden de zeehonden te veel
storen. Vroeger kon je een mooi
rondje varen, rondom de Roggen
plaat en via Zierikzee. Nu moet je
omkeren bij Burghsluis." Vele pro
testen van de watersportvereni
ging, tot aan de Raad van State
toe, brachten geen verandering in
de situatie. „Het wrange van het
hele verhaal is dat de zeehon
den inmiddels niet meer
dj de Oliegeul verblij
ven, maar verder
op. Tja, de na-
mur is moeilijk
te sturen."
Cornelleke
Blok