Beheer bepaalt het broedsucces 30 Dinsdag 1 mei 2007 PZC Grutto NAMEN Vogels kijken is leuk. Gevor derde vogelaars beleven ook veel plezier aan het tellen. Dat is bovendien nuttig. De ontwikkeling van aantallen geeft mede een beeld van de toestand van de natuur en biedt zodoende waarde volle informatie. door Rinus Antonisse De tellers zijn niet onte vreden. Vooral dankzij de aanleg van nieuwe na tuur weten nogal wat grondeleenden en steltlopers het als broedvogel in Zeeuws-Vlaande- ren te redden. Maar het is zeker niet allemaal hosanna. Eén ding is duidelijk: de marges voor de vo gels om te overleven zijn klein. Steeds meer beesten trekken zich terug in de natuurgebieden en broedsucces valt of staat met een goed beheer. Uit het onderzoek van de vrijwilli gers van natuurverenigingen 't Duumpje en De Steltkluut blijkt dat vijf soorten het (vrijwel) voor gezien houden in Zeeuws-Vlaande- ren. De bonte strandloper, kemp haan, watersnip, wulp en oeverlo per. Niet toevallig op de wulp na, alle vogels die op de Rode Lijst van bedreigde Nederlandse broed- vogels staan. Ze zitten overal in de verdrukking, dus ook in het Zeeuws-Vlaamse. Zes soorten vertonen een stijging, zes een daling. De kievit laat de grootste achteruitgang zien. De be schikbaarheid van genoeg en ge schikt grasland heeft daar alles mee te maken. De tellers stellen vast dat de kievit in beheergebie- den van Het Zeeuwse Landschap in hogere aantallen voorkomt dan in de nieuwe natuurgebieden van Staatsbosbeheer. Daar lopen de aantallen na een korte opleving tel kens drastisch terug. Het beheer luistert erg nauw. Het broedsucces van de vogels valt of staat er mee, constateren de sa menstellers van het inventarisatie rapport, Marc Buise, Walter van Kerkhoven en Alex de Smet. „Met alleen maar aanleggen en herstel len van natuurwaarden is men er niet. Willen deze gebieden op lan ge termijn interessant blijven voor onze broedvogels, dan dient er een op die soorten toegespitst beheer plaats te vinden." Begrazing van de natuurgebieden is noodzakelijk, omdat anders ver ruiging optreedt. Dat heeft al snel nadelige gevolgen, zoals de ontwik kelingen bij Zwartenhoek, Autri- chepolder en Canisvliet aantonen. Bovendien werkt het vertrappen van de grond in natte gebieden door het vee gunstig uit. De voge laars noemen aanplant van bos schages 'totaal uit den boze'. Aan plant van heggen langs de randen van de natuurgebied is wel gun stig. Niet-begrazen is ongewenst, maar overbegrazing kan ook een pro bleem vormen. Te veel koeien tij dens het broedseizoen heeft een ongunstige invloed op de aantal len broedvogels. Melkkoeien vol doen het best, omdat die rustig zijn. Jongvee is te onstuimig. Ook het moment waarop het vee wordt ingeschaard speelt een rol. „In plaats van telkens op een vaste datum overal vee los te laten, kan men rekening houden met de in dat jaar broedende vogels, kortom beweiding op maat", aldus de sa menstellers. Met name in de gebie den van Het Zeeuwse Landschap gebeurt dat al vaker. Het voorkomt dat het vee uitgerekend in de na tuurgebieden de meeste legsels ver trapt, zoals in 2005 met steltkluut- nesten gebeurde. Golstein Golstein op Walcheren - in de driehoek Middelburg, Sint Laurens, Schellach - is een oude historische naam. Vroe ger was het een buitenplaats en landgoed. Na de teloor gang werd het een boerderij. Waar komt de naam Gol stein, ook wel Goldstein of Goltstein, vandaan? Van de fa milie Goltzius, die eigenlijk Goltz heette. Van oorsprong Limburgers uit de buurt van Venlo, zwermden ze uit over de Nederlanden. De beroemdste was Hendrik, een zeer vermaarde 'Schilder, Plaatsnijder en Genreschil der'. In zijn tijd (rond 1600) even beroemd als Albrecht Dürer of later Rembrandt. Dat is niet de Zeeuwse Goltz. Hendrik woonde in Haarlem of daar in de buurt. Dan was er nog Jan, die was ergens bur gemeester (en schilder). Jacob was notaris in Zierikzee, maar de Walcherse Goltz heette Hubrecht. Hij was his toricus en (ook weer) schil der. Meestal woonde hij in Brugge, maar af en toe bracht hij zijn tijd door op Walche ren, op het buiten Golstein. Zijn liefde voor Zeeland kwam mede door zijn vrouw, die een Zeeuwse Verhulst was. Ook duikt de naam Heynsdijk of Hengstdijk steeds op bij Hubrecht Goltz op. Onze Hubrecht was een gevierd, beroemd en rijk mens. Hij was vurig protes tant (zoals vele Bruggelingen toen) en schreef onder een schuilnaam boeken vol met el lenlange sermoenen (preken dus). Alles wat thans nog rest van Hubrechts welvaren, is een bierglas, opgegraven op de plaats van het oude Gol stein. Het opschrift van het bierglas luidt: 'Pax et Quies', oftewel R.I.P., 'rust in vrede'. Toch een merkwaardige spreuk voor een bierglas. Gerard Smallegange Soorten die toenemen Er zijn zes soorten die afgelo pen jaren in aantal broedparen toenamen de krakeend gaat van 45 naar 162 paar de wintertaling zit nu op 42 paar de zomertaling komt op 22 paar de slobeend stijgt van 160 naar 267 paar de bontbekplevier blijft met veertien paar marginaal de tureluur is veruit de groot ste stijger: van 1250 naar 1950 paar Soorten die afnemen Er zijn zes soorten die afgelo pen jaren in aantal broedparen een daling te zien gaven de scholekster zakt van 1280 naar 1160 paar de kluut daalt onder de grens van 400 en komt tot 347 paar de kleine plevier is met 45 paar een kritische soort de strandplevier, 25 paar, handhaaft zich met moeite de kievit is een opmerkelijke zakker, van 3230 naar 2500 paar de grutto gaat van 190 naar 176 paar foto Niek Oele Kievit

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 32