Bluebells forever
RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE
Marjan
Berk
zandloper
PZC Zaterdag 28 april 2007
Gaan we weer naar Kew Garden?", vraag ik
Nigel, mijn Engelse vriend, bij wie ik het
weekend doorbreng. Uit vroeger jaren
weet ik, dat daar in deze tijd van het jaar de blue
bells bloeien op het weitje rond de voormalige
Royal Lodge van Koningin Victoria, een lieflijk
buitenhuis aan het eind van het grote park in
Richmond, Kew Garden.
Twee jaar geleden wandelden we daar voor het
laatst en wanneer je eenmaal zo'n wei vol blauwe
klokjes hebt gezien, wil je terug. Maar N'igel heeft
andere plannen. Eerst gaan we naar de voorstel
ling van de Royal Shakespeare Company, die een
oudje van Tennessee Williams op het repertoire
heeft genomen; 'The Rose Tattoo', indertijd een
meesterlijke creatie van Anna Magnani in de gelijk
namige film. Nu speelt Zoe Wanamaker de hoofd
rol, we kennen haar guitige kop van de talloze En
gelse televisiecomedies, maar in dit stuk herken
nen we uitsluitend haar wipneus. Ze heeft een to
tale metamorfose ondergaan en ziet er uiterst ge
loofwaardig uit als Siciliaanse mamma. Ook haar
lichaamstaal is een al Italiaanse vurigheid en het is
heerlijk om zo'n oud stuk over de liefde te zien,
een stuk dat voor de verandering ook nog eens
een happy end heeft. Meestal zijn de stukken van
Tennessee Williams niet zo vrolijk, maar de schrij
ver noemde zelf dit stuk 'my love-babyeen ode
aan zijn Siciliaanse partner.
Na afloop rijden we Londen uit naar het huisje in
Hampshire, een weekendhuis dat mijn vriend met
angelsaksisch gevoel voor onderkoeling 'The Barn'
noemt! Het ligt in East Meon, een gehucht in een
heuvelachtige streek waar in deze tijd van het jaar
alles in bloei staat.
De volgende ochtend gaan we wandelen, we tref
fen onderweg buurvrouw Andrea, rood krullend
haar en een blanke huid met sproeten, a real Eng
lish rosel Ze draagt enorme sandalen waar haar
spierwitte tenen vrolijk uitsteken. We lopen door
droge karresporen het bos in, slaan een hoek om.
En nu begrijp ik waarom we niet naar Kew Gar
den zijn gegaan: vóór mij strekt zich zover het oog
reikt een tapijt van bluebells uit, bluebells links en
rechts, de heuvel op, niets anders dan de blauwe
bellen die een bedwelmend parfum verspreiden.
Dit is nog iets anders dan het weitje rond de
Royal Lodge in Richmond.
„Dit houden we geheim", zeggen Nigel en zijn
buurvrouw, „hier moeten niet te veel mensen ko
men!" We maken met mijn mobieltje een foto
van de blauwe zee, voor het eerst prijs ik de techni
sche mogelijkheid die mij in staat stelt in ieder ge
val een heel klein gedeelte van deze weelde te con
serveren voor mijzelf en mijn nageslacht! De buur
vrouw vertelt een bloedstollend verhaal over haar
vriendin, die hier dagelijks met haar hond wandel
de. „Ze vond het hier een beetje raar ruiken, iede
re dag werd die lucht onaangenamer. Ze ging met
haar hond op onderzoek uit en jawel, ze vond 'a
dead body''. Tussen de bluebells!"
Ondanks het heerlijke weer voel ik kippenvel
langs mijn ruggengraat...
Waar was inspecteur Morse? Of een van die ande
re speurders van over het Kanaal?
Op de terugweg kocht ik een piepklein flesje blue-
bell-eau-de-toilet voor mijn nieuwe kleindochter.
We sprenkelen dat op haar haartjes en stoppen on
ze neus er in om de herinnering aan al die bedwel
mende blauwe bellen levend te houden...