v31 PZC Zaterdag 28 april 2007 Markt in Phan Thiet. CAMBODJA CuChi Ho Chi Minhstad Ta Kou Cai Be (Saigon) MEKONG- DELTA Long Thanh ZUID-CHINESE ZEE Ho Chi Minhstad (Saigon) infographic. FSvl door een mond-en neusdoekje, maken de vis schoon die ter plek ke wordt doorverkocht. Dikke bun dels geld verdwijnen in de broek zak. Even verderop spannen vrou wen vis op een rek om ze in de zon te laten drogen. Bekend is Mui Ne om de rode zandduinen. Een schare jongens rent ons tegemoet, met grote plas tic strandmatten die als sleetje worden gebruikt. Voor een euro mag je van de duinen rutschen. Sli de, Sir? Als we geen interesse to nen: Maybe later, Sir? Aanhouden de typetjes, maar op een vriendelij ke manier. Onze gids vindt het maar zozo. „Ze moeten naar school in plaats van hier rond te hangen." Vandaar dat toeristen dringend wordt gevraagd de jon gens geen geld toe te stoppen. „Dan gaan ze nooit meer naar school." We zakken af naar de Me- kongdelta. Langs vele rijstvelden met talrijke graftombes: de overledene vindt graag eeuwige rust in het veld waar hij zijn leven lang heeft ge ploeterd. Het is hier voller en druk ker dan we dachten; er wonen in dit uitgestrekte kreken- en rivieren land 17 miljoen mensen die, zo lijkt het, allemaal bij elkaar op schoot zijn gekropen. We laten ons in bootjes langs dorpjes prutte len. Passeren drijvende markten, waarvan die van Cai Be bijzonder is. Op de boten hangen aan bam boestokken de producten die er verkocht worden. Het is een enorm gekrioel langs en op de oevers. Bootladingen fruit, groente, noten en rijst van elders uit de delta worden aangevoerd en overgeladen op grotere sampans. Felgekleurde ogen zijn op de boeg geschilderd. Om grote vissen af te schrikken én om de weg terug naar huis te vinden. Het water is hier breed en vies, zanderig van kleur en grote water planten en boomstronken drijven met de stroom mee. Er wordt in gebaden, gewassen, afgewassen en mee schoongemaakt. Langs de kant mannen, tot aan hun nek in het water, die visnetten legen of steigerpalen voor een nieuwe kade slaan. We tuffen ook door smallere kreekjes, met net genoeg ruimte voor twee bootjes. Als een praam met varkens passeert, is het net Giethoorn. Hier en daar een ui terst fragiel bruggetje, wat heet: niet meer dan een lange smalle lat op een enkele wankele paal. Aapjesbruggen worden ze ge noemd. We bezoeken kleinschali ge toeristische attracties, zoals de thuismakerij van popcorn, rijstpa pier, cashewkoekjes, snoepjes en natuurlijk de eigengemaakte whis ky en slangenwijn. In kleine en grote flessen ontwaren we schor pioenen en slangen, zelfs een com plete vogelkop, tussen het alcoho lisch nat. We laten ons afzetten bij het dorp je Long Thanh. Over smalle en glibberige paadjes waarlangs kleur rijk wasgoed in de afwezige wind te drogen hangt, slenteren we langs de lokale bedrijvigheid. Een rijstfabriek, een werkplaats waar lijkkisten worden gemaakt, repara tieplaatsen voor bromfietsen, een kleine scheepswerf, een kruide nierswinkeltje, een schooltje met een piepkleine speelplaats. Wanneer je op de luchthaven van Vietcongtunnel. Ho Chi Minhstad (Saigon) landt, raak je vrijwel meteen in de ban van een bijna onbeschrijfelijke ver- keerskluwen: in onvoorstelbaar grote hoeveelheden komen scoo ters en brommers voortdurend en van alle kanten in slagorde op je af - ondertussen met z'n duizenden tegelijk claxonerend. Vooral in het spitsuur veranderen straten in wanordelijke en kakofo- nische podia. Kruispunten worden vanuit alle richtingen en liefst met z'n allen tegelijk genomen. Goed dat ze hier op de radio niet voor spookrijders waarschuwen, ze zou den zenders tekort komen. Van de tien miljoen inwoners berijdt drie kwart zo'n bike, schatten wij. Onze gids brengt ons pas na enige aandrang langs het Amerikaanse consulaat Het staat niet op het programma en de man beweert dat hij zijn vergunning verliest als zijn superieuren erachter komen. In april 1975 zat hier de ambassade waar van het dak helikopters af en aan vlogen met Zuid-Vietnamese regeringsleiders en andere eva- Het oorspronkelijke gebouw is lang geleden vervangen, maar de gids smeekt ons geen foto's te maken. Zelfs niet van het bescheiden monument voor de 'dappere Vietcongstrij- ders', die de ambassade met succes bestormden en - op een steen worp afstand - ook het hekwerk rond het presidentieel paleis met hun tank verpletterden. Hier zetel de, verstopt in metersdiepe kel ders, de toenmalige regering. Nu schuifelen toeristen langs het bom vrije presidentiële bed. We bezoe ken het museum waar de oorlog in alle gruwelijkheden wordt her haald. Buiten Amerikaans oorlogs- materieel en binnen de meest onappetijtelijke foto's van mens onterend oorlogsgeweld. Op zo'n kleine twee uur rijden van de stad, richting Cambodjaan se grens, liggen de tunnels van Cu Chi. Een strategische plek waar be gin jaren zeventig Vietcong en Amerikanen verbeten slag lever den. Nu lopen er toeristen rond en is er, godbetere, een schietbaan waar je je kunstjes mag uitprobe ren. Alsof hier niet genoeg geknald is. Wij dalen afin een van de smal le en oerdonkere tunnels die de Vietcong tot schuilplaats dienden, onderdeel van een gigantisch en vernuftig ondergronds complex, met voorzieningen als in een stad. Niet geschikt als je claustrofobisch bent. De dunne Vietcong kon erin wegvluchten, de zwaar bepakte VS-soldaten waren te breed. Een Amerikaanse tiener met brede heu pen probeert het uit en raakt ogen blikkelijk beklemd. Als we haar uit het gat trekken, blijft haar broek hangen. Als in een surrealistische film lo pen we door het struikgewas, langs kapotte VS-tanks en kraters van B52-bommen en door een na gebouwd Vietcongkampement. Een slagveld, waar duizenden sneuvelden. Innerlijke rust vinden we in de tempel van de Cao Dai in Tay Ninh, waar we getuige zijn van een sobere maar indrukwekkende gebedsdienst. In het Caodaïsme, dat in Vietnam z'n oorsprong heeft, komen boeddhisme, confu cianisme, islam, taoïsme, hindoeïs me en katholicisme samen. Maar onze meest spirituele erva ring doen we op in Ta Kou, bebos te berg op zo'n twee uur rijden noordoostelijk van Ho Chi Minh stad. In een moderne Doppel- meier cabinelift worden we om hoog getrokken waar in een piep klein dalletje een liggende boed dha verscholen ligt. Het zou een kopie zijn van die van Wat Po in Thailand. Er hangt een mystieke sfeer, versterkt door de vredig op zijn zij slapende en iet wat verweerde reuzenboeddha. Het dal is gevuld met witte mist en grijze flarden laaghangende wol ken schieten over de bergtoppen en er ruist een warrige wind door de kruinen. Langzaam zwelt een mysterieus en rondzingend geluid aan, fel en scherp van toon, dat blijft hangen achter de voeten van het beeld. Als aan de grond genageld wach ten we de gebeurtenissen af Het geluid stopt even abrupt als het be gon. Als we teruglopen missen we iemand uit ons gezelschap. Minu ten later komt ie aan. „Moest even terug naar het beeld alsof een on zichtbare hand mij ernaartoe trok", zegt hij. Hij drinkt een bier tje: „Als ik dat niet meer lus, is er iets mysterieus met mij gebeurd." Maar het flesje is snel leeg.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 117