v17
PZC Zaterdag 28 april 2007
Het bordje met 'Verboden toe
gang' is verdwenen. Het is
losgeschroefd van het paal
tje. „Mensen, hier zijn men
sen geweest", zegt Egbert
Bakker van Rijkswaterstaat. Alsof ze nog
in de buurt zijn, kijkt hij om zich heen. De
eenzaamheid en de verten van Rottumer
plaat blijven mensen lokken die denken
dat ze hier nog Robinson Crusoë kunnen
zijn.
Rottumerplaat is verboden gebied. Sinds
het onderhoud in 1991 is gestaakt en zee
en wind er vrij spel hebben, komen 's zo
mers alleen twee vogel wachters en af en
toe een medewerker van Rijkswaterstaat
op het eiland. De natuur is er te kwetsbaar,
zelfs excursies zijn verboden.
Het verblijf van Jan Wolkers en Godfried
Bomans spreekt daarom nog altijd tot de
verbeelding. Zij bivakkeerden in juli 1971
op uitnodiging van de VARA ieder een
week in totale afzondering op het onbe
woonde Waddeneiland voor de kust van
Groningen. De radio was de enige verbin
ding met de bewoonde wereld. „Nog
steeds zijn er mensen die het Bomansge-
voel willen ervaren", weet Jakob Frankes
(58) van Rijkswaterstaat. Hij woont aan de
wal in Baflo en houdt zich voor Rijkswater
staat bezig met het beheer van de kwel
ders, Rottumeroog en Rottumerplaat.
Hij waadt met zijn lieslaarzen aan richting
strand. Daar, bij de puindam stond het hek
dat Wolkers timmerde. Het hek van
strandhout moest Rottumerplaat bescher
men tegen de bedreigingen van buitenaf.
Mensen vooral. 'Jan Wolkers, 2x bellen',
stond op het bordje bij de deurbel. Boven
de deur spijkerde hij een gipsen kop van
Beethoven.
Het oranje tentje van de schrijvers stond
verder westwaarts, waar nu de struiken be
ginnen. „Die vlierbessen waren er in 1971
nog niet", weet Frankes. Hij kwam in april
1970 voor het eerst naar Rottumerplaat.
Frankes plantte helm, legde betonmatten
en maakte schermen van wilgentenen, zo
dat het zand zou blijven liggen. Hij maakte
van twee duintjes en een stuifdijk een ei
land, samen met Bakker en de andere man
nen van Rijkswaterstaat, en met de hulp
van zand, wind en soms een bulldozer. Hij
zag het eiland groeien en krimpen en altijd
weer veranderen.
Toen de mannen van Rottumerplaat in
1971 twee weken zomervakantie hadden,
kwamen de schrijvers naar het eiland. De
vraag aan hen was: kan een mens het in
onze tijd in volstrekte eenzaamheid uit
houden? Het radioprogramma 'Alleen op
een eiland. Dagboek van een eilandbewo
ner' sloeg in een tijd zonder mobieltjes en
internet in als een bom.
Frankes kampeerde op Ameland. Op de
camping luisterde hij iedere middag rond
twaalf uur naar zijn transistorradiootje. Hij
hoorde de gesprekken van verslaggever
Willem Ruis, eerst met Bomans en later
met Wolkers.
Na de vakantie voer Frankes met zijn colle
ga's vanuit Noordpolderzijl terug naar
Plaat. „Op het strand roken we die dikke
zeehond van Wolkers al. Een hele dikke
joekel. Die hebben we eerst maar begra
ven. Het mes lag er nog bij." Twee dagen
na een dode zeehond gevonden te heb-
door Truus Duisterwinkel foto's GPD
ben, vond Wolkers een levende huiler.
Een helikopter bracht het zeehondje naar
de wal. „Dat was voor het eerst. Toen Le-
nie er nog niet was, werd een diertje waar
van de hoop opgegeven was, doodgeknup
peld. Uit z'n lijden verlossen, zo ging dat",
vertelt Frankes.
Meeuwen vliegen krijsend op. Als Frankes
een meeuw ziet, denkt hij aan Rottumer
plaat. „Vooral de zilvermeeuw is een bruta
le rakker." Bomans was bang voor ze. De
luchtmacht bezorgde honderden oordop
jes, zodat hij minder last had van het ge
krijs.
De vogelwachters van Staatsbosbeheer
zijn vorige week gearriveerd. Vanuit het
groene hokje op stelten tellen zij vogels, be
waken ze het eiland en zien ze de duizen
den meeuwen duiken, zoals Wolkers des
tijds zag. 'Ze duiken niet op mijn schedel.
Ze schijten wel verschrikkelijk. Je wordt
hier met open darmen ontvangen', meld
de de schrijver.
De wind waait vandaag met een kracht
van 7 Beaufort uit het noordoosten. Gol
ven breken in het Schild en zand stuift:
langs de steile duinen. „Soms stond het wa
ter tot het randje, tot de voet van het duin.
Maar dat gebeurde niet zo vaak als nu.
Toen was het anders, toen dacht ik nooit:
te in zijn 'naakte donder' kilometerslange
wandelingen. Bomans rookte 's avonds
voor zijn tent kalm een pijpje. Voor de ra
dio zei hij: 'Lucht en water, zo helder en
rein is alles. Het is prachtig, je zit er maar
naar te kijken. Vooral 's avonds is het
mooi. Dan zit ik op een stoeltje, warm in
gepakt te kijken. De zon gaat onder, rechts
van mijn tent en dat is ongelooflijk mooi.
Ja, meer weet ik er niet van te zeggen'.
Een paar dagen later heeft Bomans het he
lemaal gehad op de zandplaat. Hij eet am
per, een blikje erwtjes en perziken, de ra
diogesprekjes vindt hij te kort en hij mist
mensen om zich heen. 'Ik ben tot de ont
dekking gekomen dat de omtrek van Haar
lem veel mooier is. Ik ben niet zo'n erg na
tuurmens heb ik ook gemerkt. Ik be
schouw de natuur als de afstand tussen
twee steden. Er is geen enkel avontuur te
melden dan het avontuur dat je alleen
bent en een stip in de ruimte. Ik zie nie
mand, ik hoor niemand, ik zie dezelfde vo
gels, meeuwen en sterntjes, dezelfde zee.
Dat is indrukwekkend, zeker, maar een
avontuur te melden heb ik niet', aldus Bo
mans.
Vijf maanden na zijn verblijf op Rottumer
plaat overleed Bomans. Wolkers keerde in
1991 nog eens terug.
Een bezoek aan Rottumerplaat is slechts voor een enkeling weggelegd.
Schrijvers Godfried Bomans en Jan Wolkers bivakkeerden ieder een week op
het eiland. Jakob Frankes komt er al bijna veertig jaar voor Rijkswaterstaat.
nu gaat 'ie er doorheen", zegt Frankes.
Toen was het eiland kleiner, maar waren
er meer lage, begroeide duinen die het ach
terland beschermden tegen de woeste zee.
Nu is er een smalle strook strand die de
stuifdijk van de zee scheidt. Bomans was
bang voor de wind en de nacht. Wolkers
niet: 'Ik heb geen angst. Als je in het don
ker loopt, hoor je de zee klotsen en dan
aan de waddenkant die doodse stilte. Je
weet: hier zijn geen mensen'.
Met dat laatste had Bomans
juist problemen. Hij liet we
ten: 'Met de nacht heb ik het
een beetje moeilijk. Zo tegen
half tien als het donker wordt, heb ik een
beetje een zwaar moment. Ik voel me dan
werkelijk helemaal eenzaam. En dan denk
ik wel eens: waar ben ik aan begonnen.
Het is het besef: ik ben helemaal alleen. Je
ziet niets dan water, zand en lucht.- In die
enorme ontzaglijke ruimte voel je je een
stip. Er is niemand die met je praat, je
hoort geen stem, je ziet geen mens. Dat is
niet benauwend of beklemmend, juist inte
gendeel. Alleen 's avonds krijg ik het een
beetje benauwd'.
Wolkers bleef zich verbazen over vogels,
wind en water. Hij zwom in zee en maak-
Rottumerplaat is een van de vier onbewoonde eilandjes tussen Schiermonnikoog en het Duitse Borkum. Het bestaat vergeleken
met de andere Waddeneilanden nog maar pas. In 1950 was alleen op het zuidoosten van de plaat een begroeid duintje te bekennen.
Na de oorlog opperde Sicco Mansholt (toenmalig minister van Landbouw) de Waddenzee in te polderen. Nederland had meer
voedsel nodig. Op de bodem van de Waddenzee moesten aardappels groeien. Rottumerplaat werd uitgekozen als werkeiland.
Door een stuifdijk aan te leggen, zou het eiland groeien. Handig neveneffect was dat de kust van de vaste wal tijdens storm beter
beschermd zou worden tegen de golven van de Noordzee.
De mannen van Rijkswaterstaat plaatsten schermen en plantten op kale plekken helmgras en ander groen.
Ook toen het inpolderingsplan van de baan was, bleef Rijkswaterstaat tot in de jaren tachtig actief. Sinds 1991 laat de overheid
het eiland over aan water en wind. In 1999 was het eiland 580 hectare groot, nu zo'n 800.