Kleren uit of je telt niet meer
Individuele verschillen
24 I Vrijdag 27 april 2007 PZC
Een kind moet zich
van anderen kunnen
onderscheiden
Anne staat rondjes te draaien voor de spiegel in het pas
hokje. „Ik wil die rode broek ook passen." In het hokje
ernaast past haar zus Esther nieuwe kleren. „Je mag
die rode broek best proberen", waarschuwt moeder. „Maar je
weet het, je mag maar twee broeken uitzoeken. En je wil die
witte en die blauwe al." Een paar minuten later verschijnt An
ne met de rode broek. „Mam, ik vind ze alle drie mooi. Ah toe,
mag ik ze echt niet allemaal?" Haar zus reageert meteen van
achter het gordijn: „Maar dan wil ik er ook drie." Moeder
zucht. „Ik heb jullie thuis al gezegd dat jullie allebei twee broe
ken mogen uitzoeken. Nu niet zeuren." Maar Anne heeft nog
een laatste troef achter de hand. „Mam, ik groei veel harder
dan Esther. Zij kan nog kleren van vorig jaar aan. Mijn broe
ken zijn allemaal te klein." Nu is moeder het beu. „Luister
eens, mijn portemonnee is niet van elastiek. We moeten ons
geld eerlijk verdelen, lij krijgt evenveel als Esther. )e zou het
toch ook niet eerlijk vinden als zij meer zou krijgen dan jij?"
In veel gezinnen geldt de regel
dat alle kinderen gelijk worden
behandeld. Dan hebben we
geen last van jaloezie en gekisse
bis over pietluttige dingen. Alle
maal op dezelfde tijd naar bed,
cadeaus voor verjaardagen moe
ten ongeveer evenveel kosten en alle kinderen mogen op één
club. Als het ene kind een nieuwe fiets krijgt van oma en opa,
krijgt de ander die ook. Dat is eerlijk, zo houden we het het
langste vol.
Ook is het in veel gezinnen heilig dat beide ouders één lijn
trekken. Dat ze op dezelfde manier naar de kinderen toe reage
ren, dat ze het roerend met elkaar eens zijn in de opvoeding.
Het leven van een kind is overzichtelijk wanneer iets van va
der niet mag, het van moeder ook niet mag. Structuur biedt ze
kerheid, rust en veiligheid. Het kind weet waar het aan toe is.
We kunnen het in alle boeken over opvoeding lezen.
Kortom: alle kinderen zijn voor de ouders gelijk en de ouders
zijn voor de kinderen gelijk. Maar is dat wel zo? Kinderen ken
nen grote individuele verschillen. De een moet aangemoedigd
worden, de ander afgeremd. De een is zo fit als een hoentje,
de ander om de haverklap ziek. De een kan goed leren, de an
der heeft daar grote moeite mee. De een houdt van voetballen,
de ander van video's kijken. Anne groeit als kool, Esther moet
nog in de groeispurt komen. Het enige waar kinderen in gelijk
zijn, is dat ze in dit gezin opgroeien. Verschillen zijn er wel ge
noeg: leeftijd, geslacht, vitaliteit, kennis en inzicht, karakter,
voorliefdes en antipathieën, openheid of verlegenheid. Wat
voor het ene kind heel goed is, is voor de ander helemaal niet
goed.
Ook tussen ouders zijn grote verschillen. Er zijn rustige ouders
en temperamentvolle. Moeder kan heel veel van de kinderen
verdragen, vader wordt de drukte al gauw teveel. Vader heeft
nooit een programma, dat is heel relaxed. Moeder heeft altijd
een agenda, je weet voor de hele week wat er op het program
ma staat.
Kinderen leren van een al te strikt gelijkheidsideaal dat indivi
duele verschillen er eigenlijk niet mogen zijn. Toch is het heel
belangrijk dat een kind zich van anderen kan onderscheiden.
Ook ouders doen zichzelf geweld aan als ze niet spontaan kun
nen reageren en zich steeds moeten schikken naar de ander.
Kinderen leren meer van twee verschillende ouders. Ze begrij
pen heel goed dat de een wel eens iets mag wat de ander niet
mag.
Esther begrijpt dat Anne uit haar kleren is gegroeid en nu
even meer kleding nodig heeft. Als zij straks ook maar dat
voordeel krijgt. Kinderen begrij
pen ook heel goed dat hun
ouders geen twee-een
heid zijn, maar ook los
van elkaar kunnen rea
geren.
Als ouders hun
kinderen le
ren dat alle
mensen in
huis van el
kaar mogen
verschillen,
andere be
hoeftes en
wensen heb
ben, leggen ze
daarmee de basis
voor zelfaanvaarding
en wederzijds res
pect
9
tk
è»A. X
l X
Bimbo's met pijpmondjes, stilettohakken en pronte borsten
zijn overal. Volgens Ariel Levy, schrijfster van het boek
Female Chauvinist Pigs hebben we met z'n allen besloten dat
seksueel bevrijde vrouwen pornosterren en paaldanseressen
moeten nadoen. Wie er wat van zegt, wordt in de hoek
gezet.
door jantien de Boer
Ariel Levy heeft veel stof
doen opwaaien. Het
boek, dat in Nederland
de ondertitel 'de op
komst van de bimbocultuur'
kreeg, leidt tot verhitte discussies
in de Verenigde Staten en
Groot-Brittannië. De porno-indus
trie trekt meer dan ooit zijn spo
ren in de mode, de popmuziek, de
jongerencultuur, de sportschool
en in de reclame, schrijft Levy.
In de 'bimbocultuur' kijken we
blijmoedig naar televisieprogram
ma's als Temptation Island, waar
jonge koppels hun relatie testen
door wellustige vrijgezellen op el
kaar af te sturen. En zijn we verte
derd als vierjarige meisjes half
naakt en kronkelend zangeres
Christina Aguilera imiteren. Tienja
rige meisjes krijgen strings en we
vijzelen onze conditie op met een
cursus paaldansen.
Bimbo's (een uit het Amerikaans
afkomstige term voor een dom en
gewillig vrouwtje) genieten een
hoge status, merkt Levy. Zo hoog
zelfs dat sportvrouwen en presen
tatrices, vrouwen die hun sporen
allang hebben verdiend met hun
kleren aan, desnoods naakt in de
Playboy poseren.
Vroeger waren sommige vrouwen
exhibitionistisch, stelt Levy en
daar was niks mis mee. Vroeger
waren er verschillende manieren
waarop vrouwen hun seksualiteit
beleefden. Maar nu is exhibitionis
me de norm. Althans voor vrou
wen dan.
We vergeten dat beroemde man
nen niet bloot in een blad hoeven
te staan om zichzelf te bewijzen.
Mannen hoeven niet in hun onder
broek rond te paraderen om
macht te verwerven.
Maar probeer die discussie eens
aan te zwengelen in deze tijd. Je
word al gauw aangemerkt als een
suffe trut die terug wil naar de ja
ren vijftig. Levy kent de manier
waarop je wordt weggezet zodra je
de pornonorm aan de kaak stelt.
Door mannen en vrouwen. Door
'male chauvinist pigs' (seksisten)
bijvoorbeeld, en door 'female chau
vinist pigs', die net als hun man
door Annie de Vreugd