n het licht
'Terug
is niet
naar vroeger
altijd goed'
'Ik verheug mij op een grondig gesprek met de commissie'
Jacques Wallage, voormalig staatssecretaris Onderwijs
PZC Woensdag 25 april 2007 1 3
door Laurens Kok en Carine Neefjes
Ze is zeker niet wars van nieuwe methodes in het
onderwijs. Maar alle mooie plannen uit Den Haag
moeten niet té rigoureus worden doorgevoerd, vertelt
Janny Burema, docent Nederlands op een vmbo. „Dan gaat
het fout. Voor je het weet zit een docent ziek thuis met een
burn-out. Leraren hebben het gevoel dat ze overal achteraan
hobbelen. Vernieuwen is prima, maar doe het rustig aan."
Vooral docenten in het voortgezet onderwijs hebben de
afgelopen twintig jaar vaak het roer moeten omgooien. Serge
de Beer herinnert zich nog goed de invoering van de
vernieuwde basisvorming, begin deze eeuw. Hij was destijds
docent techniek op de HollandAccent Onderwijsgroep, een
scholengemeenschap van vmbo, havo/vwo en mbo in
Vlaardingen.
„Verschillende vakken werden samengevoegd. Van
natuurkunde, scheikunde en techniek werd het vak 'mens en
natuur' gemaakt. Opeens stonden we met drie docenten in
één lokaal en gaven we les aan zestig leerlingen. Dat was voor
veel leraren een grote omschakeling. Jarenlang waren wij baas
in eigen klas. Je deed de deur dicht en ging met die leerlingen
aan de slag. Nu moeten collega's veel met elkaar
samenwerken. Niet iedereen wil dat", vertelt De Beer,
inmiddels projectleider voortgezet- en middelbaar
beroepsonderwijs.
Dat door de vernieuwingen de kwaliteit van het onderwijs
sterk is gedaald, vindt hij overdreven. „Sommige scholen zijn
doorgeslagen. Die besteden te veel aandacht aan
vaardigheden en te weinig aan kennis. Terug naar vroeger,
waarbij het alleen maar gaat om stampen, is niet goed. Een
leerling die jaren Frans heeft gehad, moet niet alleen maar
woordjes uit z'n hoofd weten. Hij moet ook fatsoenlijk een
biertje kunnen bestellen als hij in Frankrijk op vakantie is."
psycholoog professor John Ger-
richhauzen daaraan toe. Toevallig
twee dagen nadat de Kamercom
missie van start gaat, houdt hij
over dit thema zijn aanstellingstoe
spraak aan de Open Universiteit.
„Goed onderwijs staat of valt met
goede leraren. Als die te weinig
worden begeleid, krijg je proble
men."
Gerrichhauzen ontwikkelde een
methode waarbij leraren elkaar
kunnen begeleiden via internet.
„Het beroep van "leraar is solistisch
en mensen die net van de leraren
opleiding komen, moeten wegwijs
worden gemaakt in de praktijk.
Het gaat dan om heel praktische
tips. Hoe reageer je op kritiek die
je krijgt? Of: hoe ga je om met leer
lingen met andere culturele achter
gronden?"
Volgens Gerrichhauzen snijdt het
mes aan twee kanten: door betere
begeleiding van docenten verhoog
je hun kwaliteit en daarmee die
van het onderwijs. Maar tegelijk
voorkom je dat de docent gedemo
tiveerd raakt en het onderwijs
voorgoed de rug toekeert. Een bit
tere noodzaak, meent Gerrichhau
zen: „Want vergis je niet, vanaf
2008 gaat het lerarentekort heel
hard oplopen als er niets gebeurt.
We moeten echt iedereen voor
het onderwijs zien te behouden."
Om dat te bereiken schuwt Ger
richhauzen onorthodoxe metho
den niet. Zo vindt hij dat de over
heid ook prestatiebeloningen zou
moeten invoeren voor leraren die
voor bijvoorbeeld wiskunde een
goede methode hebben ontwik
keld. „Niet door leraren indivi
dueel meer te betalen, maar hun
hele vakgroep. Het onderwijs
moet daarmee experimenteren.
De vraag is uiteindelijk: hoe kun je
je als beroepsgroep krachtig ont
wikkelen. De Nederlandse samen
leving moet investeren in goede
docenten. Dat is iets waar ook de
onderzoekscommissie naar dient
te kijken."
Hoewel hij vertrouwen
heeft in het parlemen
taire onderzoek, houdt
Bergen zijn reserves.
„Het is de vraag of boven tafel
komt wat er mis is gegaan. Het is
een zo ingewikkelde materie. Ik
vraag me af of ze daar doorheen
komen. De kans bestaat dat de po
litiek haar eigen straatje schoon
wil houden, maar daar moet je
niet bij voorbaat van uitgaan. Wij
als BON houden het onderzoek
scherp in de gaten en kunnen hal
verwege ook nog bijsturen als het
de verkeerde kant op dreigt te
gaan. Wij zijn door alle politiek
partijen gevraagd om de vinger
aan de pols te houden."
In vergelijking met veel andere westerse landen is het aantal voortijdig schoolverla
ters in Nederland tamelijk laag. Het voortijdig schoolverlaten concentreert zich in
de grote steden, in de rest van het land is het probleem goed onder controle.
Voortijdige schoolverlaters Voortijdige schoolverlaters naar leeftijd
per schooljaar
Voortijdige schoolverlaters
naar schooltype
havo/
vwo
12%
62.500
'04/'05 '05/'06 2010
(streefcijfer)
vmbo
mbo
overigen
(bol)
26%
volwassenen mbo
educatie (bbl)
5% 12%
bol Beroepsopleidende leerweg
bbl Beroepsbegeleidende leerweg
infographic:JD Bron: CBS, Kenniscentrum Beroepsonderwijs Arbeidsmarkt
mee moeten werken. Zonder even
naar het buitenland te kijken,
waar het systeem al terzijde is ge
schoven."
Bergen vertelt dat alle pilots met
het nieuwe leren in de Verenigde
Staten zijn mislukt. „Onderwijs
deskundigen in Groot-Britannië,
die aanvankelijk groot voorstan
ders van het nieuwe leren waren,
zijn inmiddels honderdtachtig gra
den gedraaid. In Canada wordt het
nog maar op t procent van de scho
len toegepast. En in Australië, Fin
land en de Scandinavische landen
zijn ze er al helemaal van afge
stapt."
Om het onderwijs in Nederland
kwalitatief weer op peil te krijgen,
moeten er verschillende dingen
veranderen, benadrukt Bergen.
„Ten eerste moet er een toetsbaar
eindniveau voor leerlingen ko
men. Daarnaast moet de overheid
defuseren, dus af van die grote
scholengemeenschappen en roc's
met soms wel tienduizend leerlin
gen. Ten derde moet de overheid
de didactische vormen per school
vrijlaten, zodat ouders iets te kie
zen hebben. En ten slotte moet de
overheid de onderwijskoepels af
schaffen. Die bepalen namelijk al
les in het onderwijs. Scholen heb
ben niets meer te vertellen, die
moeten alleen uitvoeren wat die
koepels diaeren."
Zet in op een goede begeleiding
van (nieuwe) docenten en je hebt
al een groot deel van de proble
men in het onderwijs overwon
nen, voegt arbeids- en organisatie
Voortijdige schoolverlaters