Verknocht aan de
smaragdlibel
30 Dinsdag 17 april 2007 PZC
roodoogjuffer
bruine glazenmaker
viervlek
weidebeekjuffer
lantaarntje
Libellen zijn prachtige
insecten. Door hun ran
ke bouw, glanzende
kleuren en opvallende
vlieggedrag. Het zijn
net kleine helikopters,
zoals ze tussen april en
oktober rond zoemen.
Overigens: een libel zit
het grootste deel van
zijn leven onder water.
6000 libellensoorten
Wereldwijd zijn er ongeveer
6000 libellensoorten.
In Nederland zijn 70 soorten
waargenomen, waarvan 46
ook in Zeeland.
De meeste soorten laten zich
in de zomer zien, met name
bij water, ook bij tuinvijvers.
Er wordt onderscheid ge
maakt tussen waterjuffers en
echte libellen
Een waterjuffer is klein en
slank, houdt in rust de vleu
gels samengeklapt en de ogen
zitten aan weerszijden van de
kop.
Een echte libel is groter dan 5
centimeter, minder slank,
houdt in rust de vleugels uitge
spreid en de ogen zijn zo
groot, dat ze elkaar raken.
Informatie over het libellen-
project: www.knnv.nl/libellen.
Contact met de vlinder- en li-
bellenwerkgroep Zeeland:
www.vlinlibzeeland.nl.
door Rinus Antonisse
De vereniging voor veldbio-
logie KNNV organiseert
een speciaal libellenpro-
ject. Samen met de jubile
rende (tien jaar) Nederlandse Vere
niging voor Libellenstudie. Men
sen wordt gevraagd op zoek te
gaan naar libellen en hun waarne
mingen door te geven aan de KN
NV. Om hierbij een handje te hel
pen is een zoekkaart libellen ge
maakt, met daarop afbeeldingen
van zes vrij algemeen voorkomen
de libellen en de ondersoort water
juffer. Bedoeling van de waarne
mingen is een betere indruk te krij
gen van de verspreiding van de in
secten.
Peter Geene uit Oostkapelle, voor
zitter van de Zeeuwse vlinder- en
libellenwerkgroep, is blij met de
aandacht voor de insecten. Het
komt goed uit, want in mei wordt
de eerste atlas van libellen in Zee
land gepresenteerd, als deel drie in
de serie Fauna Zeelandica. Hij
komt er rond voor uit: sinds hij als
jongen op een natuurkamp de
smaragdlibel zag vliegen, is hij ver
kocht. „Ik was helemaal gebiolo
geerd. Nog trouwens. Mijn fascina
tie voor libellen is waanzinnig."
Hoe zit dat precies met de boeien
de leefwijze van de libel? Geene
legt uit. Het zijn insecten met zes
poten. Ze maken een onvolledige
gedaantewisseling door. De larven
lijken al een beetje op de volwas
sen dieren. Het gaat dus niet zoals
bij vlinders, die eerst rups zijn en
zich verpoppen. Libellen doen dat
niet, maar vervellen tijdens de
groei. Wel tien tot vijftien keer,
vertelt Geene.
De eitjes worden door de vrouw
tjes afgezet in het water of op wa
terplanten. Als de larven zijn uitge
komen, leven ze, afhankelijk van
de soort, enkele maanden tot vijf
jaar onder water. Het zijn roofdie
ren die allerlei waterbeestjes (zelfs
visjes) eten. Na de laatste vervel
ling - ze hebben dan ook volgroei
de vleugels - komen ze uit het wa
ter. Ze verkennen de temperatuur
en is die aangenaam genoeg, dan
sluipen ze naar boven. Hun land-
periode duurt maar kort: een paar
weken tot enkele maanden. Daar
na gaan ze dood.
Geene geeft aan dat de libellen
aangewezen zijn op zoet water.
Drie soorten kunnen ook in licht
brak water overleven, het lantaarn
tje, de oeverlibel en de paardenbij
ter. Hij noemt het lantaarntje de
meest Zeeuwse soort, die ook het
meest gezien wordt. Van de 46
soorten die in de libellenatlas
staan zorgen de meeste voor nage
slacht; zeven soorten zijn zwer
vers, waarvan niet is vastgesteld
dat ze hier eitjes leggen.
Toen Geene in de jaren zestig van
de vorige eeuw naar libellen ging
kijken, kwam hij in de omgeving
van Vrouwenpolder op twaalf
soorten. Niet zolang na de inunda
tie en de Februariramp van 1953
was dat voor Zeeland een mooi
aantal, merkt hij op. „Dat we in
2006 op 46 soorten uitkomen is
een enorme sprong. Dat hadden
we niet verwacht. Vooral de laat
ste jaren zijn nieuwe soorten bin
nen gevlogen. Dat heeft te maken
met de warme zomers."
Hij kan uren praten over de libel
len. Dat het heel nuttige dieren
zijn; ze eten onder meer muggen.
Dat ze, net als veel andere insec
ten, groen bloed hebben. Dat men
sen niet bang van ze hoeven te
zijn: ze steken niet en ze bijten
niet. Dat ze bij het uitsluipen lich
te, pastelachtige kleuren hebben
en tijdens hun landperiode steeds
fellere kleuren krijgen, onder in
vloed van de zon (zo begint de hei-
delibel oranje om felrood te ster
ven). Desondanks zijn de libellen,
in tegenstelling tot vlinders, geen
geliefde dieren. Dat heeft zeker te
maken met hun uiterlijk. In Enge
land is de naam, dragonfly, er zelfs
op geïnspireerd.
NAMEN
De tijd die slijt
Is het waar dat de tijd slijt,
zoals op de hekpalen van
een boerderij bij Veere staat?
Op andere hekken, overal el
ders in onze provincie, staat
dat 'de tijd snelt', 'tempus
fugit', of'ruit hora'. Die laat
ste drie uitspraken beteke
nen ongeveer hetzelfde. Ie
treft ze niet alleen aan als
boerderijnamen, ze staan
ook op onze oude klokken
en historische tegeltableaus.
Dat de ons toegemeten tijd
snel verstrijkt, beseffen we
helaas meer naarmate we
ouder worden. Toch is tijd
een vreemd en gecompli
ceerd begrip. Het grote Van
Dale-woordenboek geeft
maar liefst twaalf betekenis
sen van 'tijd'. Maar bij de
boerderijnamen en
de spreuk op klokken en
dergelijke gaat het eigenlijk
uitsluitend om de eindig
heid van het (menselijk) le
ven, en dat je daar dus elke
keer weer rekening mee
moet houden. Soms wordt
(vooral bij tegeltableaus)
daarom ook nog een zand
loper afgebeeld, net als soms
op de luiken van de ramen.
Die geven ook het snelle ver
strijken van de tijd aan. Maar
'slijt die tijd', zoals in mijn be
gin regel staat?
Hoogstens is de betekenis van
deze woorden: 'de tijd heelt
alle wonden'.
Wij slijten eerder aan de tijd
dan andersom. De tijd als
aanduiding van 'tijdelijk'
krijgt op prachtig beelden
de wijze uitdrukking in de
Zeeuwse taele: als hij of zij
'uut den tied is', is die per
soon dus overleden. Zolang
er Zeeuwse boerderijen be
staan, zullen er ook wel hoe
ves blijven met genoemde
spreuken. Want tijdsbesef is
en blijft verbonden met de
eindigheid van ons leven.
Hora est!
Gerard Smallegange