10 Dinsdag 17 april 2007 PZC Duurzame energie heef Prins Willem-Alexander opent morgen de Offshore Windfarm Egmond aan Zee. Zesendertig windmolens draaien daar stroom voor 100.000 huishoudens bij elkaar. En nog dit jaar verbindt een kabel een Noorse waterkrachtcentrale met het Nederlandse stroomnet. Stroom wordt steeds groener. door Joep Trommelen Windmolens ho ren bij Neder land, net als kaas en tulpen. Toch ziet Catri- nus lepma, hoogleraar energie en duurzaamheid aan de Rijksuniver siteit Groningen, er geen brood in. „Over die windparken in zee is al besloten, dus die moeten er maar komen. Maar als je aan mij vraagt hoe het daarna moet, zeg ik: zet in op andere zaken. Neder land heeft te lang gewacht met windenergie, we hebben de kans voorbij laten gaan om met de ont wikkeling van de technologie ooit geld te kunnen verdienen. De Denen hebben die kans wel gegrepen." Het is een telkens terugkerend woord in het verhaal van Jepma, van huis uit econoom: kosteneffec tiviteit. Laat de markt het maar re gelen en niet de milieubeweging. Met een euro is in China met sim pele, goedkope techniek immers meer te bereiken dan in Neder land. Het loont daarom te investe ren in het milieu in het buiten land, stelt Jepma, temeer omdat de internationale afspraken over klimaatbeleid dat ook toestaan. Gijs van Kuik, hoogleraar winde nergie in Delft, is het absoluut niet met hem eens. Hij wil én én; investeren in schone stroom uit eigen land plus hulp aan het bui tenland. Volgens Jepma is er dicht bij huis veel winst voor milieu én porte monnee te halen met een nieuwe techniek. Nederland ligt tussen Engeland, Frankrijk en Duitsland, drie landen met veel ouderwetse grote kolencentrales. „Dat zijn de grootste emissiepunten voor kool dioxide. En de Nederlandse bo dem is zeer geschikt om kooldi oxide in op te slaan. Na 2040 zou den we daar zelfs de lege gasbel van Groningen voor kunnen ge bruiken. Duitsland heeft geolo gisch geen mogelijkheden voor opslag. En met opslag van kooldi oxide haal je als Nederland niet al leen je klimaatdoelstellingen, je verdient er ook nog geld mee. Ne derland is goed in het organise ren van allerlei zaken in ontwik kelingslanden, dus waarom zou den we daar ook niet op dit ge bied aan de slag gaan?" Windenergie is niet dé toekomst van Nederland, legt hij uit. „De simpele reden is dat windenergie nog steeds veel te duur is, het is een echte subsidiejunk. Er wordt wel gezegd dat de kosten zullen dalen maar voorlopig moet er nog dik geld bij." Onzin, reageert Gijs van Kuik. „Duurzame energie, ook winde nergie, komt steeds dichter bij commercieel verantwoorde toe passing. Zeker als we de milieu voordelen via een ecotax van 2 tot 4 cent per kilowatt gaan verre kenen. Er zijn zeer omvangrijke Europese onderzoeken geweest naar wat je dan allemaal mee moet rekenen: gezondheid, trans portkosten, kooldioxide en nog veel meer. Vergelijk zo'n ecotax met de verwijderingsbijdrage die we nu betalen voor allerlei pro ducten. Windenergie is nu al twintig keer goedkoper dan toen we er twintig jaar geleden mee begonnen. De kosten dalen nog steeds, 5 tot 6 procent per jaar. En vergeet niet: als je eenmaal geïn vesteerd hebt, weet je voor de ko mende twintig wat de kosten zijn. Je bent niet langer afhanke lijk van fluctuerende olieprijzen." Windenergie is nog steeds niet onomstreden. En veel mensen vinden de enorme windmolens onaanvaardbare horizonvervui- ling. Er is nog een probleem met win denergie: het waait immers niet altijd. Of het waait juist te hard, zoals in 2005 toen een plotselinge 'piek' aan Duitse windstroom het Nederlandse net bijna platlegde. Het Amerikaanse bedrijf General Compression werkt aan opslag van windenergie in samengeper ste lucht diep onder de grond. Lucht die, als door een ballon die leegloopt, als het wat minder waait, te gebruiken is voor het op wekken van elektriciteit. In Duits land werkt men aan een soortge lijk systeem dat ondergrondse vloeistoflagen gebruikt. En in Au stralië is een bedrijf bezig met op slag in gigantische 'batterijen'. De import van Noorse water krachtstroom is volgens Gijs van Kuik in feite een variant op het 'plan Lievense' uit 1981. Ingenieur Lievense wilde op een ringdijk in het IJsselmeer driehonderd mo lens zetten die water binnen de dijken zouden pompen op mo menten dat er geen windenergie nodig was. Op een later tijdstip, als het bijvoorbeeld minder hard waaide, zou er stroom kunnen worden opgewekt door het water weer uit het kunstmatige meer te laten stromen. Het plan is niet doorgegaan omdat het te duur was en vanwege ecologische be zwaren. Van Kuik: „Eigenlijk doen we met Noorwegen nu hetzelfde, al leen op grotere afstand. Het mooie van die kabel is dat we er stroom mee naar Noorwegen kunnen sturen als het hier eigen-

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 22