Het Wilhelmusgevoel
rietplaat
RUDEN RIEMENS FOTOGRAFIE
Marjan
Berk
v7
PZC Zaterdag 14 april 2007
Het was Leonard Huizinga, zoon van de gro
te Huizinga en schrijver van onder andere
Adriaan en Olivier, een boek dat ik in mijn
puberteit verslond en waaruit mijn leeftijdsgeno
ten en ik voortdurend hele stukken uit het hoofd
citeerden, die het begrip 'Wilhelmusgevoel' lan
ceerde. Het was een tijd waarin geen sprake was
van televisiehelden zoals Koot en Bie, Barend Ser
vet, Theo en Thea enzovoort, personages waarmee
mijn kinderen zich gretig identificeerden en die
bovendien onze taal ook nog verrijkten met aller
lei waterproof uitdrukkingen.
Zodat ik afgelopen week bij het zien-van onze
nieuwe prinses werd bevangen door een hevige
aanval van het Wilhelmusgevoel. Terwijl ik nota
bene een republikein ben, die weliswaar niets
heeft tegen de prachthoeden van onze majesteit
en haar schoondochters, en ze het beste en veel
wijsheid toewens, net als onze kroonprins die
steeds beter uit de verf komt, maar ik ben eigenlijk
principieel tegen erfopvolging.. Maar ja, tegen zo'n
nieuwe prinses ben ik niet bestand. Nu ben ik in
het algemeen niet zo erg tegen nieuw leven be
stand, of het nu mijn pasgeboren kleinkinderen be
treft of een nest jonge eendjes, maar dit weerloze
kleine meisje met die kanten jurk op dat kussen
raakte mij hevig! Dan borrelt het Wilhelmusge
voel hevig omhoog en snotter ik er eventjes vro
lijk op los.
Nu is het niet alleen jong leven dat mijn Wilhel
musgevoel activeert, het kan van alles zijn. Zoals
een versje van Anneke Brassinga: 'De opgevangen
glimp tolt rond in je hoofd, wordt bijgezet in het
kabinet van de losse eindjes, of vindt uitweg in
een bericht aan de anderen, soms een gedicht.'
Op onverwachte ogenblikken kan iets de G-snaar
van het Wilhelmusgevoel aanstrijken. Zoals ieder
jaar de Matthaus Passion, het verhaal met de
meest volmaakte dramaturgie, dat je gedurende
het verloop en ondanks je kennis van de slechte
afloop toch onafgebroken laat hopen dat er een
happy end aan zit!
April en mei zijn bij uitstek de maanden waarin
het Wilhelmusgevoel zich kan manifesteren. Op
een zekere leeftijd, de mijne, worden de herinne
ringen aan het begin en het eind van de oorlog zo
duidelijk geïllustreerd door de lichtval en het ge
zang van lentevogels, dat er geen ontsnappen mo
gelijk is. En mocht je denken dat het door het ver
glijden van de tijd vervaagt, nee. Steeds scherper
staan de gebeurtenissen rechtop in je hoofd. Zoals
het moment van het binnenrijden van de tanks
van het Canadese Regiment de la Chaudiëre, de
bevrijders van Amersfoort. Het was een ijskoude
meidag, ik stond met mijn moeder en broertje in
de Langestraat en wachtte. Mijn magere benen sta
ken in witte sokken in te grote schoenen, afdanker
tjes van de buurvrouw. Een grote hond tilde zijn
poot op en pieste een hete straal tegen de witte
sok aan mijn verkleumde been. Op hetzelfde ogen
blik reden de eerste tanks met Canadezen en bo
venop juichende kinderen en jonge meisjes door
de stadspoort. Zelden in mijn leven waren mijn ge
voelens zo droevig en blij tegelijk, ik jankte omdat
we eindelijk, eindelijk vrij waren en ik tegelijker
tijd diep ongelukkig was over mijn vuile sok.
O verraderlijk Wilhelmusgevoel, ik houd altijd
een schone zakdoek achter de hand.