Gezondheid Je kind vertellen dat het doodgaat PZC Woensdag 11 april 2007 1 7 KOC Nijmegen betrok kinderonco- logieverpleegkundige Jacqueline Theunissen bij de publicatie. Zij voerde al onderzoek uit naar pro blemen die ouders en kinderen met een oncologische aandoening ervaren vanaf het moment dat ge nezing niet meer mogelijk is: „We vroegen ruim dertig ouders naar hun ervaringen. Omdat wij als team ook graag willen weten hoe wij het doen met de palliatieve zorg (alle zorg rond patiënt die niet langer genezing, maar kwali teit van leven als oogmerk heeft, FH)." Ook de uitkomsten van dit onderzoek zijn in het boek ver werkt. De belangrijkste aanbeve ling die daaruit spreekt? Pulles: „Volg je hart, durf te doen wat je wilt doen." Zoals ook zij heeft ge daan: „Karei lag er op het laatst als een standbeeld bij. Zijn spieren lie ten het afweten. Hij wilde op zijn sterfbed niemand meer bij zijn bed hebben, zelfs oma niet. Het was geen gemakkelijke afweging, maar dan doe je toch wat je kind wil." Een conclusie van Theunis sen is dat zorg bij ongeneeslijk zie ke kinderen breder getrokken moet worden: „Voor pijnbeleving bestaat aandacht, maar psychische begeleiding schiet er vaak bij in. Ook moeten we de palliatieve zorg meteen in werking stellen op het moment dat de diagnose kanker wordt gesteld, niet pas als iemand te horen krijgt dat genezing niet meer mogelijk is." Voor het oplos sen van de kloof tussen ziekenhuis en thuis zijn volgens Theunissen nog geen pasklare antwoorden te geven. De ouders van Karei wachtten lang om hem te vertellen dat hij niet meer zou genezen. door Frank Hermans t p een gegeven mo- m ment moment M vroeg Karei: hoe oud was opa eigen lijk toen hij doodging? 72? Hmm, en ik ben tien." Marie-José Pulles, moeder van Karei, was verlamd, kon geen woord meer zeggen. Haar ongeneeslijk zieke zoon had zojuist misschien een perfecte ope ning geboden om te praten over zijn naderende dood. Maar ze kon het niet opbrengen erop in te gaan, bang dat het te confronte rend was voor hem. Een kwaadaar dige hersentumor werd Karei in 2001 fataal. Een operatie, bestralin gen en chemotherapie mochten niet baten. Na een aantal maan den openbaarden zich uitzaaiin gen op vier plekken in het hoofd. Artsen hadden Karei alleen verteld dat de tumor in zijn hoofd was te ruggekomen en dat ze die niet meer kleiner konden maken. „Dan verwacht je: nu vraagt hij wel of hij doodgaat. Maar nee, hij had geen zin om erover te praten. Kin deren willen leven", aldus Kareis moeder. Maar ondanks dat, gaf hij wel geregeld een hint dat hij don ders goed in de gaten had, wat er aan de hand was. „Dan zei hij: mam, we zouden toch nog eens naar een musical gaan? Regel dat dan." Voor de ouders van Karei zou het nog enkele weken duren voordat de tragische boodschap in alle openheid met hem werd be sproken. Het werd ook een fijn ge sprek. Marie-José: „Ik zei dat ik erg boos was op die tumor en merkte dat hij dat prachtig vond. Het was de eerste keer dat ik een traan heb kunnen laten." Pas na zijn overlij den las zij in een Scandinavisch onderzoek dat geen enkele ouder van ongeneeslijk zieke kinderen spijt krijgt van het vertellen dat het kind doodgaat. „Als ik dat had geweten, had ik het wellicht eer der aangedurfd." 'In het teken van leven. Zorgen voor ongeneeslijk zieke kind' Het persoonlijke verhaal van Marie-José Pulles naar aanleiding van het overlijden van haar zoon Karei, loopt als een rode draad door het boek In het teken van leven. Zorgen voor het ongeneeslijk zieke kind, van freelance- journalist Rob Bruntink. Centrale thema: ouders en een brede kring rond het gezin de helpende hand bieden bij het bijstaan van het kind dat ongeneeslijk ziek is. Het boek geeft onder meer tips en adviezen, ook voor zorgverleners. Hoe ga je om met hoop? Wat begrijpt een kind van de situatie? Hoe neem je af scheid, praat je over de dood en blik je terug? De publicatie is tot stand gekomen op initiatief van de Stichting Vrienden van het Kinder Oncolo gisch Centrum van het Radboudziekenhuis en wordt 18 april gepresen teerd. Dat gebeurt op een speciaal symposium in concertgebouw De Ver- eeniging in Nijmegen ter gelegenheid van de verschijning van het boek. Het boek is verkrijgbaar in de boekhandel en via de site van de stichting. ISBN 9789025956158, paperback 320 blz, 29,90 euro. Meer info: www.vriendenkocnijmegen.nl Baarmoeder blijkt ook te transplanteren Onderzoekers in Zweden hebben met succes bij schapen de baar moeder verwijderd en terugge plaatst waarbij andere bloedvaten werden gebruikt voor de bloed- voorziening. Deze schapen zijn in middels allen zwanger, meldt het tijdschrift New Scientist. De onder zoekers proberen nu een baarmoe der van het ene schaap naar het an dere te transplanteren. Lukt ook dat, dan is de stap naar de mens mogelijk. Vrouwen die hun baar moeder missen, zouden dan in de toekomst wellicht een donorbaar moeder kunnen krijgen. Meer kans op Parkinson met diabetes type 2 Mensen met diabetes type 2 (gere lateerd aan ouderdom en/of over gewicht) blijken een bijna twee maal zo grote kans te hebben de ziekte van Parkinson te krijgen, dan mensen van vergelijkbare leef tijd zonder diabetes type 2. Dit concludeert G. Hu (Nationaal Fins Instituut voor Gezondheid, Helsin ki) in het vakblad Diabetes Care op grond van een onderzoek on der ruim 50.000 mensen. Hoe dia betes type 2 kan leiden tot een ver hoogde kans op de ziekte van Par kinson is (nog) niet duidelijk. Aderen van bloeddonor zijn niet merkbaar beter Het idee dat het doneren van bloed, via het verlagen van de hoe veelheid ijzer in het lichaam, gun stig zou zijn voor de conditie van hart- en bloedvaten is hardnekkig, maar foutief Dit constateert M. Engberink (Wa- geningen Universiteit) in het vak blad Atherosclerosis op grond van onderzoek bij bloeddonoren. De mate van atherosderose (aderver kalking) in de halsslagaders was bij hen vergelijkbaar met die van niet-donoren, ondanks een lager ij zergehalte. foto CPD Goed poetsen cruciaal op intensive care Bacteriën afkomstig van tandplak zijn bij mensen die op de intensi ve care beademd worden vaak de bron van een (fatale) longontste king. Dit meldde P. Heo (Universi ty of Buffalo) tijdens een congres van de International Association of Dental Research in New Or leans op grond van een vergelij king van bacteriën in tandplak en longen van patiënten op de inten sive care. Tanden en tandvlees van IC-patiënten dienen daarom goed en zorgvuldig gereinigd te wor- den, aldus Heo.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 17