Koeieput bevat bijzonder leven PZC Dinsdag 10 april 2007 13 Overal in weilanden en na tuurgebieden zijn ze te vin den. Poelen oftewel (vee)drinkputten. Ze zijn om meerdere redenen bijzonder en bevatten veel leven. Voor behoud van amfibieën zijn ze onmisbaar. Van oudsher zijn in het oude poelgebied bij Nisse - in het genne- en ganzenreservaat - veel put ten te vinden. Een van de drinkputten in Nisse. foto's Dirk-Jan Gjeltema j Nog circa 1500 putten over Een globale schatting van 20 jaar ge leden komt voor Zeeland uit op 1200 poelen. Veel minder dan een halve eeuw terug, toen ieder wei land een eigen koeieput had. De meeste putten liggen in Zeeuws- Vlaanderen en Zuid-Beveland. In an dere delen van de provincie zijn ze, mede door de stormramp van 1953 en verkavelingen, praktisch verdwe nen. Het aantal wordt nu op circa 1500 geraamd. deren is bij uitstek het gebied waar de poelen voor de instandhouding van de kamsalamander en de boomkikker onmisbaar zijn. Ook voor libellen en waterjuffers zijn de putten onmisbaar. Regelmatig is onderhoud van de drinkpoelen gewenst: het verwij deren van planten en slib. Vroeger werd daarvoor een zogenaamd molbord gebruikt. Een brede plank, getrokken door een paard, die voorzichtig (de kleilaag niet be schadigen!) over de bodem schraapte. Nu gebeurt het met ma chines, in het najaar als de jonge dieren volgroeid zijn en de oudere beesten buiten de poelen leven. Natuurmonumenten heeft voor de ruim 6o putten rond Nisse een onderhoudsprogramma opgezet, dat vanaf 1999 loopt. Elk jaar wor den een aantal putten schoonge maakt. Ook de oevers worden wat afgevlakt, met het oog op een zo gunstig mogelijk opwarming van de grond. Amfibieën houden van zon en warmte. Daarom ook wordt schaduw van bomen en struiken niet op prijs gesteld. De teruggang van de putten is wel omgebogen, zegt Peter Maas van Stichting Landschapsbeheer Zee land. Hij raamt het aantal putten nu grofweg op 1500. De laatste ja ren zijn er bijgekomen. Niet meer als veedrinkput, maar meer als na- tuurvijver, aldus Maas. In Zeeuws-Vlaanderen voerde SLZ drie jaar een amfibieënproject uit, wat 200 nieuwe putten opleverde. „Ie hebt hier schitterende poelen liggen", stelt Hannewijk. „We den ken dat mensen dat vast interes sant vinden. Menigeen heeft ook een vijvertje thuis en kan van een bezoek ook nog wat leren." Excursie drinkpoelen, zaterdag 14 april, van af 13.30 uur. Vertrek informatiepaneel Val- dijk bij Nisse. Vooraf aanmelden: www.na- tuurmonumenten.nl of 0113-644044. door Rinus Antonisse Vroeger trok je als kleine jongen in Zeeland de wei landen in. Naar de kikker putten of koeieputten. Kik kers en salamanders vangen. Niet zo diervriendelijk, maar ach,wist jij veel... Zowel de putten als de dieren die er leven zijn in een hal ve eeuw drastisch afgenomen. Ze moeten nu het liefst met rust wor den gelaten. En kikkers vangen is er, net als met de meikevers, niet meer bij. Met de 'koeieputten' heeft Zee land op het gebied van planten en dieren iets bijzonders in huis, zegt André Hanne wijk van de Vereniging Natuurmonumenten. Daarom is het leuk dat mensen er een kijkje kunnen ne men, vindt hij. Voor het eerst organiseert Na tuurmonumenten in het oude poelgebied bij Nisse een speciale excursie naar drink putten, op zaterdag 14 april. Des kundige Jaap Woets neemt zijn schepnet mee (hij heeft een ver gunning om dieren te vangen) en geeft uitleg over het planten- en dierenleven. Hannewijk legt uit dat de putten destijds in de weilanden zijn gegra ven omdat het zoutgehalte van de sloten vaak te hoog was. Koeien en schapen bliefden het niet. De putten vulden zich met regenwa ter. En soms kwam er zoet kwelwa ter uit nabije kreekruggen bij. Om wegsijpelen van het water te voor komen, werden de putten in kleila gen gegraven. Liefst zo dik mogelijk, want stak je door de klei heen, dan liep de poel vol zout kwelwater en was meteen waardeloos als drinkput. Toch zijn in de praktijk nogal wat poelen enigszins brak. Als de wa terstand bij warm weer zakt, neemt het zoutgehalte toe. Het le ven in de poelen verandert daar door. De variatie van zoet naar zout maakt de Zeeuwse putten juist tot iets aparts. Er zijn soorten te vinden die bijna nergens anders in Nederland worden aangetrof fen. Er groeit het zeldzame onge- doornd hoornblad, dat zwak brak en voedselrijk water verdaagt. An dere soorten zijn aarvederkruid, drijvend fonteinkruid, waterranon kel en blaartrekkende boterbloem. De poelen zijn voor amfibieën van groot belang. De beestjes hebben voor het afzetten van eitjes zoet water nodig. Het meest voor komend zijn de groene en bruine kikker, gewone en rugstreeppad en de kleine watersalaman der, Zeeuws-Vlaan- André Hannewijk bekijkt wat er zoal leeft in een Koeieput.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 13