Sport N W* O Z 50 Vrijdag 6 april 2007 PZC DAMMEN rgra Daaf Kasse Een sublieme zege. De mooiste par tij in het toernooi tot nu toe. Harm Wiersma was in de Telegraaf ly risch over de partij tussen Alexan der Baljakin en Bennie Provoost uit de achtste ronde van het Nederlands kam pioenschap. Het was inderdaad een schit terende partij, waarvoor niet alleen win naar Baljakin maar ook de verliezer alle lof verdient. Baljakin bleek eindelijk be reid iets meer risico's te nemen en werd daarvoor beloond. Voor Provoost beteken de de nul tegen de voormalige Wit-Rus zijn derde grote tegenvaller in het toer nooi, na nederlagen tegen Kees Thijssen en Jeroen van den Akker. De frustratie na afloop moet groot zijn geweest: in het middenspel had Provoost de betere kan sen, maar een diepe combinatie maakte in tijdnood een einde aan de partij. Bennie Provoost - Alexander Baljakin: 1.33-28 17-21 2.31-26 20-24 3.26x1711x33 4.38x2015x24 5.32-28 6-116.43-38 10-15 7.39-33 14-20 8.44-39 16-219.36-31 21-26 10.49-43 5-10 11.37-32 26x3712.42x3118-23 13-41-3713-18 14-47-42 9-131546-41 4-9 16.31-27 20-25 17.37-3115-2018.42-37 10-15 19.31-26 11-17 20.48-42 24-30?! Baljakin, die de ruil 27-22 niet wil toela ten, steekt de lont in het kruitvat. 21.35x24 20x29 22.33x2419x30 23.28x19 13x24 24.50-44 Beter dan 40-35: na 18-23 kan zwart, zodra wit veld 33 bezet, altijd ruilen met 24-29. 8-13 25.32-28 9-14 26.38-3314-20?! Opnieuw ondernemend gespeeld. De achterliggende gedachte van deze zet is dat zwart 40-35 voorlopig ver hindert door de hielslag 17-22 zodat wit eerst veld 29 moet bezetten. 27.42-38 7-11 28.34-291-6 29.40-35 3-8 30.27-2111-16 De ruil 17-22 28x17 11x22 beantwoordt wit met 37-32, waarna zwart moet kiezen tus sen 2-7 21-16 6-11 etc. en de afwikkeling 22-27 21-1618-22 32x2122-28 33x22 24x42 35x24 20x29 43-38 42x33 39x28 13-18 22x13 8x19 21-1712x2126x1715-20 17-1219-23! 28x19 20-24 etc. met remise. 31.37-32 16x27 32.32x21 6-1133.38-3213-19 De stand na 11-16 32-27 ziet er verschrikke lijk uit voor zwart, maar toch kan hij zich nog redden met het offer 17-22 28x17 13-19! Het meest logische vervolg is dan 27-2218x27 21x32 12x2126x17 8-12! 17x8 2x13 43-38 (gedwongen ivm de dreiging 30-34) 13-18 32-28 30-34! 29x4019-23 28x30 25x32 en wit wint niet meer. 34.32-27 Wit moest rekening houden met de damzet 19-23 28x19 24x13 35x2413-19 24x22 17x46. 8-13 (zie diagram) 35.43-38 Het is grappig dat wit hier ook 41-37 mag spelen: de dam zet 30-34 29x40 24-30 35x24 20x49 faalt wegens 28-2217x28 21-16 49x21 26x6. 2-8 36.29-23! Direct 21-16 faalt op 30-34 29x40 19-23 28x30 25x2116x27 11-16 met schijf winst. 18x29 37.21-16 30-34 De computer geeft de voorkeur aan 12-18 16x717-22 28x17 8-12 17x8 13x11 met een vrijwel gelijkwaardige stand. 38.16x9 34x21 39.9-4 Ook 41-37 29x38 37-32 38x27 9-4 ziet er sterk uit, maar het is de vraag of het witte voordeel na 17-22 26x17 (na 28x17 vangt zwart de dam) 22x33 4x31 vol doende is voor de winst. 29x38 40.4-31 24-29 41.44-40? Beter is 31-18, al kan zwart met 38-42 18x34 42-47 35-30 47x36 34-23 25x34 23x16 36-22 probleemloos af wikkelen naar remise. 38-43 42.31-22?? Een ernstige fout in tijdnood. Met 31-48 43-49 40-34 29x40 45x34 gevolgd door 34-30 is het punt binnen handbereik, maar nu verliest wit nog. 43-48!! 43.22x6 Op 22x11 volgt 48-42 26x17 8-1217x8 19-23 28x19 29-34 40x29 42x16 met winst. 19-24! 44.26x17 29-34 45-40X29 24x11 46.6x3 25-30 47.3x34 48x25 48.41-37 25-43 en wit gaf het op. Een dramatisch slot van een spetterende partij! SCHAKEN Een schaakpartij moet volgens velen een avontuur zijn, geen opeenvol ging van saaie zetten, maar een fel le strijd van begin tot eind. Om zul ke partijen te kunnen spelen meten som mige spelers zich een offerstijl aan, de meest veeleisende en moeilijkste manier van schaken. Het is een soort zelfkastijding die bij leek en expert bewondering oproept. De offe rende schaker wil niet gewoon winnen, hij wil groots en meeslepend winnen. Het offerschaak is in de schaakliteratuur al in vele toonaarden bezongen. Hoewel tal van schaakwetenschappers ver kondigd hebben, dat het offer geen we zenskenmerk van het spel is, verdringen de toeschouwers zich in de toernooizalen bij de borden waar de rauwdouwers hun offerkunsten vertonen, terwijl de positio nele spelers vaak in eenzaamheid hun voorzichtige en subtiele zetten doen. Schaakliefhebbers zijn net als de voetbal liefhebbers, die liever een 7-6-uitslag zien dan een 1-0. Dat is niet altijd terecht, want de leek weet niet, dat offerwendin gen vaak tot de elementaire schaaktech niek behoren. Het meest komen de schijnoffers voor. Dan wordt er wat materiaal geofferd, dat meteen of op termijn met rente weer wordt teruggewonnen. Bij echte offers ligt het een beetje anders. Dan zijn de gevolgen vaak niet of nauwe lijks te berekenen omdat de varianten te ingewikkeld zijn. Om succes te hebben in dit soort schaak, moet je diep en scherp kunnen rekenen, maar ook sluw en vast houdend zijn. De echte aanvalsspelers gaan liever met vliegend vaandel en slaan de trom ten onder dan een saaie positie partij te moeten spelen. Zulke spelers zijn dun gezaaid. Niet iedereen is immers een held. Heel anders lig het in het kunstschaak, bij problemen en eindspelstudies. Dan hoef je geen held te zijn. De meest fantastische offers worden in alle rust bedacht en uit gewerkt. Dat is natuurlijk wel even wat an ders dan onder de spanning van een toer- nooipartij iets geniaals te moeten verzin nen. De bedenksels zijn er niet minder mooi door. In de volgende fraaie studie van Jan Tim man uit 1987 speelt het offer een hoofd rol. (zie diagram) Wit: Kdi, Lat, Td4, pionnen op C5 en h7. Zwart: Kf6, Let, Lfi, Tc6, Th8. Wit speelt en wint. Zwart staat een toren en een loper voor. De eerste zet ligt daarom voor de hand, een affrekschaak. i.Td6+ Kf7 2.Lxh8 Txc5 Er zijn veel fraaie nevenvarianten, die alle maal interessant zijn, goed voor schaakge not door zelfwerkzaamheid. Hier faalde 2...Txd6+ al op 3,cxd6 Ld3 4.Lf6! met wit te winst. 3.Tf6+ Ke8 4.Tf8+ü Het hoogte punt van de studie is dit fraaie torenoffer, dat in wezen een schijnoffer is. Het ver volg is echter ook bijzonder belangwek kend. 4...Kxf8 5.Le5ü De witte koning moet nu ontsnappen aan een serie schaaks. 5„.Le2+ 6.Kei Ld2+ 7.Kf2! Het is fascinerend om te zien hoe de witte koning heelhuids uit het mijnen veld ontsnapt. Op 7.Kxd2? Tds+ 8.KC3 (8.Kci Tdt+) volgt 8...Td3+. 7...Le3+! 8.Kg2! Het blijft uitkijken: 8.Kxe2? Tc2+ 9.Kxe3 Th2 10,Lxh2 Kg7 of 8.Kg3? Lf4+! 9.Kxf4 Tc4+ io.Kg5 Tg4+ en weer is zwart ontsnapt! 8...L&+ 9-Kg3 Zeer fraai is ook 9.KI11? Lg2+ to.Kxg2 Tc2+ ll.Kh3 Th2+! t2.Kxh2 Lf4+ 13.Lxf4Kg7 met remise. 9...Ü2+ io.Kf3 En de nuttige schaaks zijn uitgeput. Wit wint. Hoogste schaakkunst!! BRIDGE Ruud van den Bergh Er zijn verschillende soorten wed strijden die de Nederlandse Bridge Bond organiseert. Naast alle bonds- competities bestaat er ook een strijd om de NBB beker. Elke club kan met een aantal viertallen daaraan deelne men. Bij verlies lig je eruit, bij winst kom je in een volgende ronde. Ideaal zou zijn als alle bij de bond aange sloten clubs hieraan deel zouden nemen. Je leert elkaar dan beter kennen en de band tussen bridgers wordt groter. Maar helaas is de belangstelling van de clubs hiervoor minimaal. Misschien zou deelna me aantrekkelijker gemaakt moeten wor den. Een handvol clubs strijdt nu om die be ker. Twee weken geleden was er zo'n be kerwedstrijd tussen het Eindhovense BC 70 en het Utrechtse BCO. Er was besloten de wedstrijd op zondagmiddag te spelen zonder vooraf te weten dat dit de eerste lenteachtige zondag zou worden. Nu is bridge een heel aantrekkelijk spel, maar 1 menigeen zou op zo'n dag de voorkeur hebben gegeven iets anders te doen dan in een zaaltje te gaan bridgen. Bij elk bridge-evenement is er een spel dat de tongen los maakt en in Eindhoven was het dit spel. Aan bijna alle tafels was het biedverloop onder passen van OW als volgt: Noord opende tHa; Zuid iSch; noord 2Ha en nu kwam van zuid 3KI. Noord begreep het bod en bood 3Sch. Met uitzondering van één zuidspeler bood iedereen nu 7Sch. De enige die dat niet deed bood 6Sch en maakte dat. De uitkomst was in veel gevallen bepa lend voor het slagen van het contract. Als west met ruiten uitkwam had de leider geen problemen. De eerste slag werd met de boer genomen waarna klaverenaas werd verzilverd. Een klavertje werd getroefd en nadat de troe ven waren getrokken kon men de dummy bereiken met ruitenheer om op de twee hartenhonneurs twee klavertjes kwijt te raken. Dertien slagen werden hier met ge mak gemaakt. Moeilijker was het als west met troef uit kwam. Zuid moest een keus maken of hij op de hartens af gaat of twee klaveren in noord gaat troeven. Dan zou hij een rui ten en een klaveren op de hartens van noord kwijt kunnen. Een van de zuidspelers deed het goed. De uitkomst met troef werd met de negen in de hand genomen. Klaverenaas werd ge speeld en een klaveren werd in noord ge troefd. Met ruitenaas kon hij zijn hand weer be reiken om nog een klaveren te troeven met de boer. Op hartenaas en heer gingen een ruiten en een klaveren uit zijn hand weg en toen troefde hij een harten met de vrouw. De laatste troeven werden getrokken, kla verenheer werd gespeeld en met ruiten heer van de dummy werd de laatste slag gemaakt. Een van de zuidspelers ging na de uit komst met troef op de hartens af en nam de eerste slag met troefboer. Op hartenaas en -heer gingen twee klaveren weg, maar toen hij een harten van noord met de ne gen troefde werd hij door west overge- troefd met de tien. Die speelde weer troef die de leider in de hand nam. Een klaver tje werd, na het aas, in de dummy ge troefd en toen ook de ruitensnit niet luk te en aan west verloren ging, was hij zelfs twee down. Na een hartenuitkomst werd het contract gemaakt omdat zuid op de klaveren af ging. De wedstrijd werd door BC 70 ge wonnen. B86 AH10854 H86 #4 1075 V V7 V1072 B962 43 B9632 943 V73 4> AHV92 V- 4AB5 #AH1085 N gever All. kw.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 52