Vakbonden 'Er komt een tijd dat jongeren merken wat solidariteit is' 'Meerwaarde van een vakbond heb ik nooit echt ingezien' 'De vakbond lijkt wel een besmettelijke ziekte' 1 2 Donderdag 5 april 2007 PZC Jos Keizer (53 jaar) De vakbonden zullen nooit verdwijnen, daarvan is Jos Keizer overtuigd. „Er komt een kentering, ik blijf optimistisch. Maar inderdaad, de bond heeft moeite de boodschap over te brengen." De 53-jarige Hengeloër ('ik kan niet tegen onrecht') is al twintig jaar een gezaghebbend FNV-kaderlid bij de plaatselijke vestiging van Akzo Nobel aan het Twentekanaal. „Twintigers zijn te veel met zichzelf bezig. Als het werk ze niet meer aanstaat, veranderen ze van plek. Maar er komt een tijd dat dat jobhoppen ophoudt, als ze zich gaan settelen, een gezinnetje krijgen. Dan merken ze wat solidariteit betekent." En dan komen ze vanzelf bij een bond terecht. Keizer hoefje het begrip solidariteit niet uit te leggen. De Hengelose vestiging van Akzo Nobel heeft de afgelopen jaren veel klappen te verwerken gekregen, waarbij honderden arbeidsplaatsen zijn verdwenen. Keizer beaamt dat de bonden vooral regelingen treffen die de ouderen ten goede komen. „Maar dankzij de ouderenregelingen zijn de dertigers en veertigers hier aan het werk gebleven." Door alle afslankingen rest Keizer en zijn collega's veel minder tijd voor het vakbondswerk. „Vroeger deed je het kaderwerk er makkelijk bij, nu kost het veel vrije tijd. Ik heb nog tal van opleidingen kunnen volgen, maar daar heeft de bond bijna geen geld meer voor." Wilfred Wattel (31 jaar) Wilfred Wattel heeft jarenlang gewerkt bij een detacheringsbedrijf in de it-sector. „Bij detachering ben je vogelvrij", vertelt de inwoner van Oosterbeek. Het komt er op neer dat je meestal op projectbasis een bepaalde tijd werkt bij een bedrijf. „Het is een heel brede sector zonder eigen cao. Er waren destijds veel overnames gaande. We hadden daarbij het meest aan de ondernemingsraad, die streed voor rechtvaardige overgangsprocedures. Ik heb nooit het gevoel gehad dat we slechte arbeidsvoorwaarden hadden. Als het niet goed is, stap je over naar een ander detacheringsbedrijf, zo werkte dat." Wattel heeft geen positief beeld van de vakbonden. „Dat is vooral gebaseerd op de tv-beelden van stakende mensen. Er moet veel gebeuren voordat een bond in actie komt, zo lijkt het. Voor juridische bijstand heb ik een rechtsbijstandverzekering. Ik heb de meerwaarde van een vakbond nooit echt ingezien." Sinds een jaar werkt de geboren Zeeuw bij Vitatron, een medisch- technologisch bedrijf in Arnhem. Deze vaste werkplek is voor Wattel nog steeds geen reden zich aan te melden bij een vakbond. „Ik voel meer voor een plek in de ondernemingsraad." Grard Mensink (72 jaar) Grard Mensink uit Bergeijk is een echte vakbondsman. Hij werd 55 jaar geleden lid van de FNV toen hij de bouw in ging. Hij vond dat 'noodzakelijk'. „Een vakbond regelt alles voor je. Daar ga je dus bij. Ik vind dat het voor iedereen verplicht zou moeten zijn. Mensen komen er al snel achter dat ze toch meeprofiteren als ze geen limaatschap betalen." Die 'profiteurs' komen nog wel achter het nut van de vakbond, zegt Mentink. „Als er op een gegeven moment geen vakbond meer is, gaan de ogen wel open. Als de bazen het voor het zeggen krijgen, merken ze wat de vakbond altijd voor ze heeft gedaan." Hij ziet de 'ieder voor zich en God voor ons allen'-houding terug bij zowel oudere als jongere werknemers. „De jongeren lijken wel steeds meer gelaten. Ze hebben geen vechtlust meer en zijn minder geïnteresseerd om zich in te zetten voor een algemeen doel." Toch lukt het wel jongeren als lid te werven. Mentink merkt echter dat ze vaak snel weer afhaken. Lid blijven vooral degenen wiens vader al bij de bond zat. Vroeger ging Mentink, al twintig jaar bestuurslid, langs de deur bij mensen die zich afmeldden. Tegenwoordig haast niet meer. „Er is te veel weerstand. De vakbond lijkt wel een besmettelijke ziekte. 'Ze staken alleen maar' hoor ik dan. Ze vergeten dat ze het goed hebben dankzij de vakbond." Vakbonden zijn logge, stoffige organen die er alleen voor zorgen dat ouderen eerder kun nen stoppen met wer ken: voor steeds meer jongeren zijn vakbonden zoiets als de om roepverenigingen. Waarom zou je daar voor veel geld lid van willen worden? Wil de vakbond overleven dan moet er echt iets gebeuren. De le denaantallen zijn redelijk stabiel, maar de bonden vergrijzen in snel tempo. Nog geen kwart van de werknemers in ons land is lid van een vakbond. Voorzitter Klaas Pieter Derks van CNV longeren laat er geen misver stand over bestaan: „Als we niets doen, bestaan de vakbonden over tien jaar niet meer. We moeten met alternatieven komen, want je hebt nou eenmaal organisaties no dig om dingen te regelen. Zo zit ons poldermodel in elkaar." CNV Jongeren, een zelfstandige bond binnen de CNV die ruim vijftig jaar bestaat, heeft 1400 ei gen leden. Waar het aan schort is de doorstroming naar de zuster- bonden als de leden ouder wor den, geeft Derks toe. „Daar moe ten we veel meer aandacht aan be steden." Voorzitter Jaqcues Teuwen van de kleine vakbond De Unie is het eens met Derks. Er moet iets ge beuren of het is over en uit met de bond. Zijn oplossing: de vakbond moet worden teruggegeven aan de mensen. Hij heeft al een aantal al ternatieven klaarstaan. Teuwen ervaart de vergrijzing in ei gen kring. De traditionele tak van De Unie bestaat 36 jaar. De gemid delde leeftijd van de 75.000 leden is ongeveer 51 jaar. Zes jaar gele den startte de bond een initiatief om ook jonge mensen te interesse ren: in de zorg wordt nu gewerkt met beroepsverenigingen. Medici en verpleegkundigen worden lid van de vereniging, die bijvoor beeld cao-onderhandelingen uitbe steedt aan het 'oude' deel van De Unie. De verenigingen hebben in middels 30.000 leden, met een ge middelde leeftijd van 32 jaar. Teuwen ziet alleen maar voorde len. „De verenigingen bepalen zelf hoeveel contributie ze vragen van hun leden. Sommige hebben spon sors, waardoor die bijdrage laag kan zijn. Het belangrijkste is dat hier de nadruk ligt op het vak, niet op de bond. Mensen voelen zich vooral verbonden met hun di recte collega's." De Unie heeft nog een plan om door Miriam van den Brand en Niek Opten foto Guido Benschop/ANP fotomontage Jos van Koolwijk Het aantal jongeren dat lid is van een vakbond liep in 2006 weer verder terug. Hoe lang houden de bonden het nog vol?

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 26