Klein Warschau in
v16 Spectrum
Zaterdag 31 maart 2007 PZC
In het Noord-Hollandse Andijk
wordt gesproken over 'Het
houten getto' of 'Gdansk II', als
het gaat over de 150 barakken
waar afgelopen weekeinde twee
Poolse seizoenarbeiders de dood
vonden toen hun huisje
afbrandde. De meesten zien de
Polen nog liever vandaag
vertrekken dan morgen. Dit
soort Poolse enclaves vind je van
Maastricht tot Den Helder.
door Rens Ulijn foto's Koen van Weel
Het is dinsdagochtend half
zes op bungalowpark Het
Grootslag in Andijk. Nog
voor de zon zijn gezicht laat
zien, komt het vakantiepark
vlak achter de IJsselmeerdijk tot leven. De
duisternis wordt doorbroken door de lich
ten die één voor één aanspringen in de 150
houten bungalows aan de rand van het
park. Twee dagen na de tragische brand
waarbij twee Polen levend verbrandden,
gaat het leven van de zeshonderd Poolse
arbeiders gewoon door.
Bungalow is eigenlijk een te mooi woord
voor de houten barakken waarin het me
rendeel van de Andijkse Polen soms maan
den achtereen bivakkeert. De houten va
kantiehuisjes werden begin jaren tachtig
vlak tegen elkaar aan gebouwd als goedko
pe toeristenaccommodaties.
Ze voldoen al lang niet meer aan de eisen
van comfort en privacy die de moderne re
creant stelt. De eigenaren verhuren ze dan
ook massaal aan uitzendbureaus die er de
Poolse arbeidskrachten huisvesten.
Om 6 uur komen de Polen in kleine groep
jes hun barakken uit. Zwijgend en met een
peuk op de lip slenteren ze gelaten naar de
parking bij de ingang van het park. Een
tiental personenbusjes pendelt ondertus
sen tussen het park en de bedrijven in de
regio om de Polen op tijd op het werk te
krijgen.
Als tegen achten de zon op is, keert de rust
terug op het park. De komende negen uur
zijn de recreanten op het park weer even
in de meerderheid. Pas rond vijf uur zullen
de Polen Het Grootslag na een lange dag
werken weer overnemen.
Grote Poolse enclaves zoals in Andijk zijn
in Nederland al lang geen uitzondering
meer. Van Groningen tot Limburg en van
de Betuwe tot de Bollenstreek leven grote
groepen Poolse arbeiders op campings, re
creatieparken of in hotels. Zeker in de
land- en tuinbouw zijn ze onmisbaar. „Als
de Polen in Nederland morgen het werk
neerleggen, liggen er overmorgen geen to
maten meer bij de Albert Heijn", zegt
Franc Telkamp van AB Brabant.
Het uitzendbureau werft jaarlijks duizen
den Polen voor de Nederlandse arbeids
markt. Het is het bekende verhaal. Er zijn
geen Nederlanders te vinden die voor zes
euro per uur lange zware dagen van fysie
ke arbeid willen maken. Voor Polen is het
een vorstelijk salaris, ze verdienen gemid
deld drie keer zoveel als thuis.
Naar schatting honderdduizend Polen zul
len dit jaar voor een tijdelijke baan naar
Nederland komen. Met grote touringcars
worden ze in hun vaderland opgehaald.
Anderen rijden zelf binnen een half et
maal naar Nederland.
Maar waar laat je het inwonersaantal van
een middelgrote stad aan tijdelijke arbeids
krachten? „Huisvesting is de bottleneck",
weet Dennis Laverman van AB Oost-Ne
derland. „Polen vinden is het probleem
niet. Ze staan in de rij om in Nederland
geld te kunnen verdienen."
Eigen huisvesting heeft bij AB de voorkeur
boven tijdelijke accommodaties op cam
pings en in bungalowparken. In heel het
land koopt het bedrijf leegstaande boerde
rijen en woonhuizen op om ze geschikt te
maken voor bewoning door tijdelijke ar
beidskrachten uit Oost-Europa. Ook leeg
staande asielzoekerscentra en kloosters
hebben de belangstelling van het bedrijf.
Recreatieparken ziet Laverman als laatste
optie. „Grote concentraties Polen in een
park, dat leidt vaak tot spanningen met de
omgeving. Het wordt als bedreigend erva
ren. We regelen dus liever een eigen ac
commodatie."
Ook de Andijkers zijn argwanend. Bij de
bakker in het centrum van het dorp weten
ze het zeker: de brand van afgelopen zater
dagnacht is aangestoken. Ook al zegt de po
litie dat het een ongeluk was, het gonst
van de geruchten.
Bijna iedereen die je in het dorp aan
spreekt, brengt de Polen in verband met
vandalisme, inbraak en openbare dronken
schap. „Ze stinken altijd naar drank", zegt
een Andijkse met een vies gezicht. Als je
doorvraagt kent iedereen ook wel een
goeie Pool. Het dorp kent zelfs al een paar
Pools-Nederlandse huwelijken.
De beschuldigingen van kleine criminali
teit zijn vooral van horen zeggen. Nie
mand die het criminele gedrag van de Po
len zélf gezien of ondervonden heeft. Ook
burgemeester Astrid Streumer kent de ge
ruchten. „Er zal heus wel eens wat gebeu
ren", zegt ze op een persconferentie naar
aanleiding van de brand, „maar als je het
aantal aangiftes bekijkt dan schept dat
geen alarmerend beeld."
Burgemeester Gerrit Goedhart van de ge
meente Noordwijkerhout herkent de spa
gaat waar collega Streumer zich in bevindt.
„Hier in de Bollenstreek hebben we al ja
ren te maken met seizoensarbeid, in het
topseizoen wonen en werken hier 1500 tij
delijke Poolse krachten. Dat is 10 procent
van ons inwonertal."
Spreiding en handhaving zijn volgens
Goedhart de toverwoorden. „We werken
nauw samen met de politie om overlast in
de hand te houden. De uitzendbureaus
zelf spelen ook een belangrijke rol. In de
meeste gevallen zorgen zij voor eigen huis
vesting en houden ze hun werknemers in
het gareel."
Op het recreatiepark in Andijk
heeft de Poolse aanwezigheid
de gemoederen flink verhit.
Een dag voor de brand was er
een vergadering van de vereniging van ei
genaren van het park. De problematiek
rond de Polen stond bovenaan de agenda.
Een nipte meerderheid wist het plan van
het bestuur om de Poolse enclave nog vijf
jaar in stand te houden tegen te houden.
„Puur eigenbelang", zegt een van de tegen
standers. „De voorzitter verhuurt zelf huis
jes aan Polen. Wij als recreanten zitten
met de gebakken peren." Zowel de ge
meente Andijk als de vereniging van eige
naren zijn nu van mening dat de Polen
moeten vertrekken. Alleen niemand weet
waarheen.
Het echtpaar Theo en Vera van der Thiel
snapt niet dat de Polen weg moeten. Zelf
wonen ze permanent tussen de Polen in
één van de luxere stenen bungalows aan
de andere kant van het park. Een tweede
huisje verhuren ze al jaren naar volle tevre
denheid aan Poolse arbeiders. Het leverde