'Kritiek wordt weggewuifd met dat 'er niet getwijfeld hoeft te worden aan het NFI'. Dat is toch niet tegeloven' forensisch arts Selma Eikelenboom PZC Vrijdag 30 maart 2007 15 Forensisch DNA-onderzoek iiM mWmWÊWÊfm Forensisch onderzoek is nog nooit zo populair ge weest. Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) krijgt elke week tientallen telefoontjes van scholie ren en studenten die dromen van een baan als forensisch onderzoe ker. Vaak aangespoord door televi sieseries als Crime Scene Investiga tion (CSI) en Silent Witness. Maar de praktijk is heel anders. DNA lijkt op tv wel een wonder middel, zegt Roy van der Ploeg van het NFI. „Forensisch bewijs stelt je in staat te elimineren. Maar in positieve zin, met zekerheid identificeren, dat is onmogelijk." En een moordzaak wordt echt niet binnen vijftig minuten opgelost, zegt Van der Ploeg. Resultaten van DNA-onderzoek laten vaak weken op zich wachten. Vergt wetenschappelijk onderzoek sowieso al enige tijd, de wachttij den zijn de laatste tijd extreem hoog opgelopen. Het NFI ligt hier door zwaar onder vuur van politie en justitie. Door personeelstekor ten en capaciteitsproblemen zijn de achterstanden zo groot dat spo renonderzoek in tweehonderd za ken al een jaar stilligt. Het gaat om misdrijven met minder prioriteit, zoals diefstal met geweld of verbo den wapenbezit. Zware delicten als moord en verkrachting worden nog wel behandeld. Het NFI zegt hard te werken aan een oplossing. Een ander bezwaar tegen het NFI is de vermeende onafhankelijk heid. „Het instituut loopt aan het handje van politie en justitie", zegt hoogleraar rechtspsychologie Peter van Koppen. „In eerste in stantie is het NFI er om de politie te helpen. Er wordt gepoogd door forensisch onderzoek bij een be paalde verdachte te komen. Voor de rechter moet het NFI ineens een onafhankelijke getuige-deskun- dige zijn. Dat botst natuurlijk. Bo vendien hebben advocaten amper de mogelijkheid het NFI om aan vullend onderzoek te vragen, wan neer zij denken dat zoiets ontlas tend materiaal zou kunnen opleve ren." Het NFI erkent dat 'onafhankelijk' geen goede term is. „We worden immers betaald door het ministe rie van Justitie. Wij noemen ons zelf liever 'onpartijdig'. Wij rich ten ons op waarheidsvinding. Wij zoeken de waarheid, of die nou gunstig of ongunstig uitpakt voor de verdachte. En dat is niet de eer ste taak van een advocaat, die er vooral is om de belangen van zijn cliënt te beschermen." Het NFI had lange tijd een mono polie op forensisch onderzoek. Sinds kort zijn er enkele, kleine, concurrenten. De universiteit van Maastricht start in mei met een klein forensisch laboratorium, ge leid door Ton Broeders, bijzonder hoogleraar Criminalistiek en chief scientist van het NFI. Een andere concurrent is Indepen dent Forensic Services. Het parti culier onderzoeksbureau IFS werd in 2003 opgericht door forensisch arts Selma Eikelenboom en DNA-expert Richard Eikelen boom, beiden voorheen werk zaam bij het NFI. IFS deed (con- tra-)onderzoek in onder meer de moord op Marianne Vaatstra en de zogeheten metselmoorden in Den Haag. IFS kwam in zijn korte geschiede nis al enkele malen lijnrecht tegen over het NFI te staan. Vorige week diende IFS zelfs een aanklacht in tegen een NFI-onderzoeker we gens tegenwerking. „Het NFI is veel te lang een monopolist ge weest. Dat is een ongezonde posi tie, er moet iemand zijn die het werk van het NFI controleert", zegt Selma Eikelenboom. IFS doet circa dertig zaken per jaar. „Wij richten ons op heel com plexe zaken, zaken waar het NFI in de praktijk toch niet echt aan toekomt. Als er meer concurrentie is, kunnen advocaten in de toe komst eindelijk ergens terecht met hun onderzoeksvragen. Laat het NFI werken voor de aanklager, doen wij het voor de verdediging. Advocaten die het NFI nu willen vragen om onderzoek te doen, moeten hun verzoek indienen via het Openbaar Ministerie, oftewel de tegenpartij. Dat is verre van ide aal." „Wij komen soms in een eenzelf de zaak tot hele andere conclusies dan het NFI. Toch kiest het OM kiest vaak blind voor het NFI. Kri tiek wordt gewoon weggewuifd met het verhaal dat 'er niet getwij feld hoeft te worden aan de goede naam en faam van het NFI'. Dat is toch niet te geloven." Met de concurrentie ko men er steeds meer deskundigen in de zaal. Het wordt dan steeds lastiger voor een rechter om na te gaan wie er gelijk heeft. Rech ters en juristen zijn immers niet geschoold in het bevragen van we tenschappelijke methodes en de voorspellende waarde van forensi sche testen. „Een rechter heeft vaak de ballen verstand van tech nisch onderzoek. Daarvoor heeft hij niet voor niets een NFI-deskun- dige ingeschakeld", zegt rechtspsy- choloog Van Koppen. „Hierdoor is het woord van het NFI 'heilig' ge worden voor de rechter. Het NFI zou eens wat duidelijkere rappor ten moeten schrijven, met minder jargon. Ze moeten eenduidigere in terpretaties geven van hun bevin dingen. En natuurlijk nooit meer voor de verdachte ontlastend mate riaal achterhouden, zoals in de Schiedammer Park-moord is ge beurd. Ook resultaten die niet pas sen bij de eindconclusie van het OM moeten netjes worden doorge geven. Het kan, zoals bij Kees B. het verschil betekenen tussen cel straf en vrijheid." DNA-profiel Bij DNA-onderzoek wordt gebruik gemaakt van DNA kenmerken - de zgn. Short Tandem Repeats (STRJ - die in verschillende lengtes voorkomen. De STR's zijn her kenbaar omdat ze aan weerskanten worden begrensd door unieke stukjes DNA. De grafische weergave van deze STR's is het DNA-profiel van een persoon. 9 Uniek stukje DNA Short Tandem Repeats (STR) Uniek stukje DNA Itis V W*J1 w tmt- »«t»B 'J i tJr t —I1I H I» I »IWI It «t 4i rut at li IIW l K I I I I i S 'MKtn m 11 (iM S Ut Hf t Wat doet het NFI? Bij het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) in Den Haag werken circa 350 mensen. Het NFI werkt in principe alleen voor justitie en politie en andere instan ties of personen met opsporingsbevoegdheid. De wetenschappelijke specialismen zijn verdeeld over drie onder zoeksgebieden: Medisch-biologisch onderzoek omvat pathologie (secties op lijken), toxi cologie (onderzoek naar gif, alcohol en drugs), DNA-onderzoek en haaron derzoek. De afdeling chemisch onderzoek doet onderzoek naar brand, explosie ven, vingersporen, vezels en textiel. Ook wordt er onderzoek gedaan naar verf- en glasresten na inbraken of auto-ongelukken. Door verfsporen kan het NFI het merk van de auto en het bouwjaar vaststellen. Onder fysisch onderzoek vallen onderzoek naar wapens en munitie. Voor schietproeven heeft het NFI zelfs een aparte schietbaan. Ook wor den kogels geanalyseerd; kogels die met hetzelfde vuurwapen zijn afscho ten, bevatten exact gelijke krassporen. Verder wordt er onderzoek gedaan naar printer- en handschriften, om bijvoorbeeld de herkomst van een dreigbrief te achterhalen. Ook spraak- en audio-onderzoek, documenten onderzoek, forensische fotografie en digitale technologie. NIET BETREDEN m NIET BETREDEN NIET BETREDEN NIET BETREDEN IET BETREDEN Schiedammer Park-moord in 2000 Kees B. bekende in 2000 de moord op Nienke Kleiss (10) en de poging tot moord van Maikel (destijds 11) in Schiedam. NFI-on- derzoekers hebben herhaaldelijk hun twijfels geuit over de schuld van Kees B. Er waren twee DNA-sporen die niet van de verdachte bleken te zijn en hij leek niet op het signalement dat Maikel gaf. Toch werd Kees B. veroordeeld en pas in 2004, na vier jaar onschuldig in de gevangenis te hebben gezeten, weer vrijgelaten. Wik H. bekende de moord, ook de DNA-sporen we zen hem aan als dader. Hij kreeg 20 jaar cel en tbs met dwang verpleging. Moord op Mariëlla de Geus in 2001 Een verdachte bekende de moord op de 20-jarige studente Ma riëlla de Geus, maar er was geen DNA-bewijs tegen hem. In de rapportage van het NFI stond dat er geen sporen waren die over eenkomen met de verdachte. Toch werd de man tot aan de Ho ge Raad vervolgd. Na negen maanden voorarrest werd hij we gens gebrek aan bewijs vrijgesproken. In 2005 werd een nieuwe verdachte aangehouden wiens DNA-profiel overeenkwam met de sporen (sperma) die op het lichaam waren gevonden. Hij kreeg 18 jaar cel. De zaak loopt nog in hoger beroep. Zaak tegen Lucia de B. Haagse verpleegkundige Lucia de B. werd in 2003 veroordeeld tot een levenslange gevangenisstraf wegens de dood van zeven ziekenhuispatiënten, en poging tot moord van drie andere pa tiënten die aan haar zorg waren toevertrouwd. Zij zou de patiën ten hebben vergiftigd met het hartmedicijn digoxine. Volgens het NFI hebben de rechters zich gebaseerd op uitslagen van ach terhaalde apparatuur. De gedane onderzoeken zouden geen on derscheid kunnen maken tussen digoxine en stoffen die van natu re in het lichaam voorkomen. Bij forensisch DNA-onderzoek wordt het DNA-profiel van een persoon vergeleken met het DNA-profiel uit biologisch sporenmateriaal dat op een 'plaats delict' is aangetroffen. DNA-streng Wattenstaafj met wangslijn Daderspoor met DNA j j/ van verdacht DNA Deoxyribo Nucleic Acid ofwel 'desoxyribonucleïnezuur') is de drager van erfelijke eigenschappen. Het zit in de kernen van bijna alle lichaamscellen. De genetische informatie is voor iedereen uniek (behalve bij eeneiig tweelingen). Dit maakt het mogelijk om een dader- spoor te vergelijken met een DNA- monstervan een mogelijke verdachte. DNA-profielen van verschillende verdachten Schuldig of onschuldig Als de DNA-profielen verschillen dan is het biologisch spoor niet afkomstig van de verdachte. Komen de DNA- profielen van het biologische spoor en de verdachte overeen, dan spreekt men van een 'match'. Dit betekent dat het spoor afkomstig is van de verdachte. Bij het huidige DNA- onderzoek is de kans op een toevallige overeenkomst kleiner dan één op tien miljard. infographic: JD, CN bron: Nederlands Forensisch Institu

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 15