ft k N WO z k AV1085 7 P2C Vrijdag 23 maart 2007 53 DAMMEN Daaf Kasse Ja ohnny de Leeuw kwam dit jaar I slechts twee keer in actie in de ereklas- I se. In die twee partijen scoorde hij vier punten, zodat de degradatie van |n team, het Tilburgse Angarde Informa tica, niet aan hem te wijten is. In de wedstrijd tegen CEMA/De Vaste Zet won hij door een onweerlegbare drei ging van Martijn van Gortel, maar zijn mooiste overwinning stamt uit de slot wedstrijd tegen Hiltex. Terwijl vijf van zijn ploeggenoten in het stof beten hield hij het hoofd koel en versloeg hij Johan Bastiaannet, een speler die rond 1980 tot de Nederlandse top behoorde en drie keer aan het WK deelnam. Het feit dat Basti aannet in zijn eerste tien partijen louter remises had geproduceerd, onder meer te gen toppers als Boudewijn Derkx en Ron Heusdens, geeft de prestatie van de Leeuw nog meer glans. Johan Bastiaannet - Johnny de Leeuw: 1.32-28 19-23 2.28x1914x23 3.37-3210-14 4.41-37 14-19 5-34-29 23x34 6.39x30 5-10 7-44-39 10-14 8.40-3417-22 9.30-25 11-17 10.50-44 6-1111.44-4018-23 12.31-27 22x31 13.36x27 12-18 14.46-418-12 15.34-29 23x3416.39x30 17-2217.37-3122-28! Zwart neemt de gelegenheid te baat om te swit chen naar een speltype met een opgedron gen randschijf 18.33x2216-2119.27x16 18x36 20.38-33 11-17 21.43-38 12-18 22.49-44 7-12 23.33-29 20-24 24.29x20 15x24 25.44-39 18-23 26.41-37 13-18 27.39-33 2-8 In het vervolg kan zwart de actie 25-20 14x34 40x20 behalve met 9-14 20x9 3x14 ook beantwoorden met de ruil 19-24 20x29 23x34. 28.48-43 1-7 29.33-29 24x33 30.38x29 23x34 31.30x39? Naar voren slaan is iets lastiger voor zwart. Het nadeel van het slaan naar veld 39 komt al snel aan het licht: zwart krijgt veld 24 onder controle. 19-24! 32.39-33 4-10 33-43-38 10-15 34.40-3414-20! 35.25x14 9x20 (zie dia gram) 36.32-27?! Het bezetten van veld 27 is niet zonder gevaar, zoals zal blijken. Wit had twee goede alternatieven voor de riskante tekstzet: A. 34-30 24-29 33x24 20x29 30-25 (gedwongen) 3-9 35-30 9-14 32-27 8-13 37-31! en wit moet zich kunnen redden; B. 33-29 24x33 38x29. Omdat de ruil 20-24 29x20 15x24 afvalt wegens 34-30 24-29 37-31! 36x38 42x24 kan zwart niet verhinderen dat wit (na bijvoorbeeld 18-23 29x18 12x23) met 35-30 de schijven op zijn lange vleugel in het spel brengt. 3-9 37.37-32 20-25! Een subtiele zet waar mee de zwaktes in de witte stand worden blootgelegd. De ruil 33-29 24x33 38x29 faalt wegens 8-13 29-2417-22 etc. en 34-29 verliest simpel een schijf na 17-22. De bes te zet voor wit is waarschijnlijk 33-28, met als mogelijk vervolg 8-13 45-40 9-14 42-37 17-2137-31 (niet 28-22 wegens 14-20 22-17 18-22!! 17x30 22x33 16x27 33-39 etc.) 21-26 27-21 26x17 32-2717-21 (gedwongen omdat op 7-11 de combinatie 47-41 en 38-33 volgt) 16-11 21x43 11x2 36x27 2x30 met een gunstig eindspel voor zwart. 38.42-37? 8-13! Zwart v-7 52.28-22 Wit berust in schijfverlies. erhindert 37-31 door 18-22 27x18 36x27 32x2113x22! met schijfwinst. 39.45-4015-20!! 40.47-42 Wit heeft niet beter dan het opspelen van zijn basis schijf 17-2141.33-28 21-26 42.38-33 7-11! 43.16x712x144.42-38 26-31 45.37x26 36-41 46.33-29 Zo houdt wit de stand qua schijven gelijk, maar dankzij de hangende schijf op veld 40 houdt zwart een winnen de stand over. 24x3147.26x46 18-23 48.38-33 20-24 49 46-419-14 50.33-28 13-19 51-41-37137-317-1131-2711-17 27-22 17-21 32-27 21x32 28x37 23-29 etc. is uitstel van executie. 23-29 53.34x2319x17 54 32-28 25-30 55-37-3214-19 56 32-27 7-11 en wit gaf het op. SCHAKEN HMHHHHHHHHHHHHHI ÏSSB Cor Jansen Als je aan schakers zou vragen welk schaakboek ze naar een onbe woond eiland zouden meene men als ze daar onverhoopt heen zouden moeten, krijg je natuurlijk ver schillende antwoorden. Over schaken zijn immers meer boeken geschreven dan over welke andere sport ook, misschien met uitzondering van voetbal. Bovendien heeft een beroepsschaker ande re voorkeuren, dan een huisschaker of pro bleemliefhebber. De beroemde klassieker Dreihundert Schachpartien van Siegbert Tarrasch, dat voor het eerst in 1895 uit kwam en nog steeds wordt herdrukt, is een stralend voorbeeld van een schaak boek, dat nauwelijks door de tand des tijds aan waarde heeft ingeboet. Daarnaast staan de boeken van bijvoor beeld Tartakower, Aljechin en Botwinnik nog steeds hoog aangeschreven. Zijn er ook Nederlandse schaakboeken van we reldformaat? Ongetwijfeld! Euwe, Ree, Timman en Krabbé waren en zijn schaak schrijvers, die wereldwijd bij velen geliefd zijn. De verzameling van artikelen van Donner (De Koning) werd in het Engels vertaald (The King) en kreeg een ongekend goede ontvangst in de Engelstalig pers. De Ame rikaanse schaakmeester Jeremy Silman noemde het zelfs The Greatest Chess Book of All Time! Dat wisten wij natuur lijk al lang, maar het is goed, dat de rest van de wereld het ook weet. De laatste tijd is ook de ster van corres pondentieschaakgrootmeester Ger van Perlo sterk gestegen. Hij schreef'Spelen met Eindspelen' in vier delen, boeken waaruit een grote liefde en hartstocht voor het schaakspel blijkt. Hoewel het aan trekkelijke boeken zijn, kregen ze aanvan kelijk niet de erkenning en populariteit die ze verdienen. Schakers die achteloos aan Van Perlo's levenswerk voorbij zijn ge gaan, kunnen nog op hun schreden terug keren en een poging doen om de boeken alsnog te pakken te krijgen. Ze kunnen natuurlijk ook, als de taal geen bezwaar is, de uitgebreide Engelse uitgave kopen, die vorig jaar de prestigieuze Book of the Year Award van de Engelse schaak bond kreeg en nu al nu al zijn tweede druk beleeft. Het is een goudmijn voor al le schakers, professionals, clubschakers en thuisschakers. Puur schaakgenot. Meer dan 1100 eindspelen zijn in het lijvi ge, fraai door New in Chess uitgegeven 480 bladzijden tellende boek bijeenge bracht. Zelden zal een Nederlands schaak boek zoveel weerklank gevonden hebben. Een enkel voorbeeld. Zie diagram. Dit is slotstelling uit de partij Sternberg - Pawelczak, gespeeld in Berlijn in 1964. Zwarts laatste zet was Pg5-f3ü Wit gaf het nu op! Op het eerste gezicht verrassend, maar bij nadere beschouwing volkomen terecht. Hij is machteloos tegen het binnendrin gen van de zwarte koning. Hij kan geen Kg2 spelen wegens de vork Pei+ met to renwinst en promotie van de d-pion. Maar ook andere torenzetten falen. Het paard mag niet geslagen worden wegens diD+ en op ï.Tds volgt dodelijk 1... Pd4!, waarmee de toren wordt afgesneden en de d-pion eveneens promoveert. Het enige, dat overblijft zijn een paar schaakjes, maar dan wandelt de zwarte ko ning op zijn gemak naar e4 en wint. Het paard is het meest tot de verbeelding spre kende stuk in het schaakspel! Van Perlo geeft tal van bijzonder smakelijke voor beelden. A - tev H A ifpt S A X'A,?..'.*',. 1 BRIDGE Ruud van den Bergh Afgelopen weekeinde werd in Utrecht gespeeld om het Neder lands kampioenschap gemengde paren. Evenals de senioren krijgt het kampioenschap van deze paren slechts een weekeinde aandacht van de bond. Het overgrote deel van de aangeslotenen bij de Nederlandse Bridge Bond bestaat uit deze mensen. Daarom is het is niet on logisch dat men dan mag verwachten dat deze kampioenschappen in competities of in voorronden met vervolg finales wordt gespeeld. Zeker senioren trekken niet graag een heel weekeinde uit om in Utrecht te bridgen. 'In het weekend komen de klein kinderen', is een veel gehoord excuus voor het wegblijven. Slechts honderddertig van de vele duizen den vrouw/man-paren die de bond rijk is, kwamen zaterdag vrijwillig opdagen voor de halve finale. De zestig hoogst geëindigde gemengde paren mochten zon dag om het Nederlands kampioenschap spelen. Het winnende paar was de Duitse advocate Waltraud Vogt met de Utrechter Loek Fresen. Maar natuurlijk kwamen tijdens dit week einde weer veel spellen op tafel waarover heel veel gesproken werd. Dit is een spel uit de voorronde van zaterdag. Noord was de Leidse Danielle Allard. Ze vormde met Rob van den Bergh uit Breda een gelegenheidspaar. Hetgeen wil zeggen dat zij nooit samen spelen; ze werden in de eindstand elfde. West opende de bieding met 2SA. Dat openingsbod is afgeleid van de ongebrui kelijke 2SA waarmee minstens twee vijf- kaarten in de lage kleuren wordt aangege ven. Allard doubleerde en oost bood 3KI waar na zuid 4Sch bood. West paste, maar het 4Sch bod van zuid was voor Allard vol doende om ineens 6Sch te bieden waarna iedereen paste. Zelfs met open kaarten is het moeilijk om twaalf slagen te maken na de uitkomst van west met hartenvijf maar toch slaag de zuid op zijn gemak daarin. De uitkomst werd met het aas van de dummy genomen en onmiddellijk werd hartenvrouw gespeeld. Oost dekte met de heer en zuid troefde; voor alle zekerheid met de acht. Schoppenvijf ging naar de heer van noord. Zuid liet nu hartenboer uit noord spelen, deed uit zijn hand een klaveren weg en zag dat west niet meer bekende en ook niet troefde. Na deze drie hartenslagen had oost nog harten tien over en zuid gaf op tijd de eni ge slag aan OW die hij mocht missen. Een kleine harten werd uit noord gespeeld, oost maakte die slag met zijn tien, want zuid speelde een kleine klaveren bij. Op dat moment maakte het niets meer uit wat oost terug zou spelen, want zuid had het spel helemaal onder controle. Oost speelde troef na, kennelijk met de be doeling om klaverenintroevers in de dum my te beperken. Zuid liet in noord nemen en speelde nog tweemaal troef zodat oost ontdaan was van zijn troeven. Deze kaarten van NZ waren nu nog over: Noord: Ha: 96 Rui: AH7 Zuid: Rui: V10 KI: V109 De laatste slagen waren een fluitje van een cent. Uit zuid werd eerst ruitenvrouw gespeeld en toen werd met ruitentien naar de dum my overgestoken. Daar lagen twee ruitenslagen en ook twee vrije hartens zodat het 6Sch contract vei lig binnen kwam. HB7 AVB964 AH74 k 4 52 98652 ^AB864 k 9632 H1083 B3 ^H73 V10 V10952 West gever, Noord-Zuid kwetsbaar

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 55