Je moet stoppen als
Het slagveld als een wervelend ballet van geweld
Mal.»
34 Donderdag 22 maart 2007 PZC
VRAGEN AANVRAGEN AAN
Pianist Marcel Worms verzorgt zondag bij
Muziekpodium Zeeland een complete uit
voering van Müsica Callada van Federico
Mompou (1893-1987), de Spaanse compo
nist voor wie steeds meer aandacht komt.
Naam: Marcel Worms
Woonplaats: Amsterdam
Leeftijd: 55
Beroep: pianist
MARCEL WORMS
door Rolf Bosboom
U voert nu regelmatig Müsica Callada uit. De eerste keer was zelfs in Zee
land, eind 2001 in galerie De Osseberg bij Sint Laurens. Hebt u een nauwe
band met de provincie?
„Zeker. Mijn schoonouders wonen in Middelburg en ik kom er dus regel
matig. In het verleden heb ik ook veel bij Nieuwe Muziek opgetreden.
Dat eerste concert was naar aanleiding van Mompous vijftiende sterf
dag. Dit jaar staat in het teken van zijn twintigste sterfdag."
Waarom wordt u zo geboeid door de muziek van Mompou?
„Het is vooral het feit dat hij met zo weinig noten zo veel weet te berei
ken. Dat is voor mij ook het geheim, het mysterie: wat is de kracht van
die spaarzame noten? Regelmatig maakt hij gebruik van akkoorden die
dicht tegen de klassieke akkoordenschema's aan zitten. Maar dan is er
net één nootje anders, waardoor het iets heel eigens krijgt."
Komt u steeds dichter bij dat mysterie?
„Niet in verbale zin. Ik heb wel het gevoel dat ik me de muziek steeds
meer eigen maak. Dat doe ik onder meer door naar de bron te gaan. Af
gelopen zomer ben ik bij de weduwe van Mompou op bezoek geweest
en bij pianiste Alicia de Larrocha, die Mompou heel goed heeft gekend.
Aan haar is het vierde deel opgedragen en zij heeft in 1972 de première
van het stuk verzorgd."
In hoeverre heeft dat bezoek uw visie op het werk veranderd?
„Wat Alice vooral zei toen ik het voorspeelde, is mas piano: zachter, zach
ter. Dat heb ik me wel aangetrokken. Maar ze zei ook: elke noot moet zo
expressief mogelijk klinken. Het is lastig om dat met elkaar te verenigen.
Ik ben me ook verder gaan verdiepen in de persoonlijkheid van Mom
pou, omdat Alicia zei: de Müsica Callada is Mompou. Zijn persoonlijk
heid klinkt erin door. Hij stond bekend als verlegen, introvert, maar ik
heb gemerkt dat onder dat gesloten oppervlak een hartstochtelijke man
zat. Dat vind ik mooi: die ingehouden passie."
Müsica Callada betekent muziek van de stilte. Hoe moeten luisteraars zich
dat voorstellen?
„Stilte krijgt pas betekenis door het geluid eromheen. Als je stilte goed
doseert en opneemt in de rest, heeft het een duidelijke functie. Het gaat
Mompou uiteindelijk niet om de stilte zelf, maar om het gevoel dat je bij
jezelf teweeg kunt brengen als je bereid bent af te dalen in het diepste
van je ziel. Dan bereik je emoties die anders verborgen blijven. Maar het
is zeker geen new age-muziek. Er zitten ook behoorlijke turbulente stuk
ken in. Dat zijn als het ware de zielenroerselen."
Concert Muziekpodium Zeeland: Marcel Worms, 'Müsica Callada', zondag 25 maart in
de Doopsgezinde Kerk, Lange Noordstraat 62, Middelburg. Aanvang: 15.30 uur.
Worms' uitvoering van Müsica Callada is onlangs op cd verschenen bij het Middelburg
se label Zefir; in april volgt een album met kamermuziek van Mompou.
Jo Ivens (79) dirigeert
zondag voor de achtste en
laatste keer de Matthaus
Passion in Hulst. Zijn besluit
staat vast. Een monoloog
van een gedreven musicus.
door Rolf Bosboom
"W" 0 Ivens: „Er komt een tijd
I dat je afscheid moet nemen.
I Ik ga ervan uit dat ik eind
I jaar - schrik niet - tachtig
I word en ik ga er niet mee
«ichten tot het misschien minder
^ordt. Als ik me zo blijf voelen zo
als ik nu doe, dan zou ik mis
schien nóg wel vijf keer de Mat
thaus kunnen doen, maar ik neem
het risico niet. Ik heb een keer een
afscheidsconcert bijgewoond van
iemand - wie of waar ga ik natuur
lijk niet zeggen - die daarmee echt
vijf, zes, zeven jaar te laat was.
Toen dacht ik: dat gaat mij niet ge
beuren. Dat heb ik op dat mo
ment, een jaar of twee geleden,
voor mezelf besloten. Dat heeft
voor mij de deur dichtgedaan. Ie
moet ermee op kunnen houden
als het nog mooi is.
Ik heb in elk geval steeds gepro
beerd er iets moois van te maken.
Zondag ga ik nog één keer flink te
genaan. We hebben de afgelopen
tijd flink gerepeteerd en volgens
mij wordt het weer heel mooi. Ie
móet zorgen dat het allemaal in or
de is. Maar het dient niet alleen
lukken, het ook te boeien. Het pu
bliek moet écht geboeid zijn.
De voorbereiding kost heel veel
tijd en energie, want je hebt wel te
maken met twee koren, twee or
kesten en zes solisten. Fysiek ge
zien is zo'n Matthaus geen flauwe
kul. Het is absolute topsport en als
je een kwaal krijgt, kun je het ver
geten. Het is wel twee keer vijf
kwartier en je moet steeds alert
zijn als dirigent, voortdurend let
ten op zaken zoals klankverhou
dingen en fraseringen. Ik ben in
wezen een gevoelig ventje, maar
de Matthaus moet je niet al te
emotioneel leiden. Als je gevoelig
gaat doen, dan ga je fouten maken.
Maar ik zie er zeker niet tegenop.
Op zich heb ik het in mijn broek
zak zitten, maar je kunt het niet al
leen op routine doen. Je weet het
nooit. Er kan altijd wat onver
wachts gebeuren. Ik heb het na
tuurlijk al vrij vaak gedaan, in
Hulst, in Goes, in Middelburg,
maar ook bijvoorbeeld in Gent en
paar keer in de Notre Dame in Pa
rijs. Maar de spanning vooraf is er
nog altijd. Ik ben dan behoorlijk
geladen. Ik ben gek op kinderen,
maar die kan ik dan even echt niet
om me heen hebben. Dat is de op
bouw van de concentratie. Er
moet ook spanning in zitten, an
ders wordt het zielloos.
De mensen komen elk jaar overal
vandaan, niet alleen uit Hulst en
omstreken. Dat moet ook, want
het organiseren van zo'n concert
kost een berg met geld. De geschie
denis van de Matthaus Passion in
Hulst is vrij complex. In 1947 is
het begonnen, maar na een paar
weer gestopt. Daarna kwam er een
andere commissie en die heeft het
ook een tijdje volgehouden. Daar
na was er lange tijd niets. Ik ben
lid van de Rotary en acht jaar gele
den zei ik daar: als jullie eens een
leuk projectje willen hebben,
doen moet je de Matthaus Passion
Matthaus Passion in Hulst
De Matthaus Passion van Bach
wordt zondag 25 maart onder
leiding van jo ivens uitgevoerd
in de Willibrordusbasiiiek in
Huist. Aanvang: 14.00 uur.
Medewerking verlenen de Ko
ninklijke Gentse Oratorium Ver
eniging, het Sacramentskoor
uit Breda en het Dordts Kamer
Orkest.
De solisten: Ellen Schuring (so
praan), Eleonora Voikert (alt).
Jan van Eisacker (tenor, evange
list), Alex Vermeulen (tenor,
aria's), Julian Hartman (bas,
aria's) en Martijn Sanders (bas,
Christus). Organist is Jan Vuye.
doen. Daar zijn ze toen ingestapt.
Kijk, hier heb je een hele lijst met
sponsors die het mogelijk maken.
Dat geld is hard nodig, want van
de gemeente krijg je een kleine bij
drage en daar moet je het dan mee
doen. De recettes tellen natuurlijk
ook mee, maar de rest moet echt
van sponsors komen.
Dat is tot nu toe elk jaar gelukt.
Daar had ik natuurlijk een grote in
breng in en dus is de vraag: hoe
moet het nu verder? Ik heb dit jaar
sponsors kunnen overhalen door
te zeggen dat dit mijn laatste keer
is, maar je kunt ze niet elk jaar las
tigvallen. Het is dus de vraag of
het na dit jaar verder gaat. Het
moet wel gedragen worden door
de Rotary, anders gaat het niet. En
misschien gaan ze wel een heel an
der project doen. Er valt dus nog
geen zinnig woord over te zeggen.
Eén ding staat wel vast: dit is mijn
laatste keer.
Ik heb in mijn leven veel
mooie dingen mogen doen:
20 jaar dirigent van het Resi
dentiekoor, 28 jaar Toonkunst
koor Breda, 33 jaar Middelburgse
oratoriumvereniging, 47 jaar Huls
ter Gemengd Koor, docent aan het
conservatorium in Rotterdam en
nog steeds, al 58 jaar, dirigent en
organist van de basiliek in Hulst.
In mijn carrière ben ik één keer ge
dwarsboomd, doordat ik dienst
moest nadat ik was afgestudeerd
aan het conservatorium. Dat heeft
uiteindelijk drie jaar en acht maan
den geduurd, waarvan twee jaar in
Indië. Dat was net op de cruciale
leeftijd. Als dat niet was gebeurd,
dan was ik waarschijnlijk een ande
re richting uitgegaan, de kant van
de orkestdirectie. Dat heb ik later
proberen te compenseren door
meestercursussen te doen in Vene
tië, Perugia en Wenen.
Als ik ja had gezegd tegen alle
plaatsen waar ze me ooit hebben
gevraagd, dan weet je niet wat er
was gebeurd. Maar je moet niet
zeggen: als dit, als dat... Ik heb
toch heel veel kunnen doen. Het
Residentiekoor bijvoorbeeld, dat is
geen flauwekul. Het klinkt wat ver
waand, maar ik heb nooit gesollici-
Aan dialogen geen gebrek in het
zwaardvechtersspektakel 300,
maar wat beklijft zijn toch vooral
de woeste strijdkreten van de
Spartaanse koning Leonidas en
zijn driehonderd trouwe soldaten.
Aan de andere kant van de strijdli-
nie, bij de troepen van de Perzi
sche koning Xerxes, klinken voor
namelijk doodsrochels. Tegen dit
decor van dood en verderf zien we
spierbonk Leonidas (Gerard But
ler) op uiterst mannelijke wijze
zijn stralend witte tanden zetten
in een appeltje. Een strijder moet
toch ook eten, nietwaar?
Dwars tegen de heersende mode
in - die voorschrijft dat oorlog tra
gisch en zinloos is - presenteert re
gisseur Zack Snyder het slagveld
als de plek waar echte mannen
hun eer verdienen. De gevechten
tussen een handvol Spartaanse be
roepssoldaten die stand houden te
gen een Perzische overmacht zijn
uiterst esthetisch in beeld ge
bracht. In vertraagde opnamen
300
Film. Regie: Zack Snyder. Te zien
in Vlissingen, Hulst, Terneuzen en
Bergen op Zoom.
door Fritz de Jong
vliegen de dappere kerels op de
verachtelijke vijand in tegen de
achtergrond duister dreigende wol
ken, rondvliegende ledematen en
sierlijk spetterend bloed. Deze oor
log is een wervelend ballet van ge
weld, gedanst door helden die be
reid zijn de Griekse bodem tegen
vreemde invloeden te beschermen
met hun eigen bloed.
Met zijn voorkeur voor monumen
tale beeldcomposities, heldhaftige
poses, gespierde torso's en krijgs
haftige taal is het niet echt verge
zocht om 300 militaristisch, ja
zelfs fascistoïde te noemen.
Tegelijkertijd moet je vaststellen
dat Snyder zijn onfrisse
bloed-en-bodem-vertelling wel
verdomd meeslepend heeft ver
pakt. Daarbij is hij, met behulp
van digitale technieken, trouw ge
bleven aan de ver doorgevoerde sti
lering van Frank Millers stripver
haal, dat aan het scenario ten
grondslag lag.
Lena Headey en Gerard Butler in 300.
foto GPD