Meningen
Seksuele voorlichting in lespakket
Historici schrijven voor verzoening op Balkan
8 Maandag 19 maart 2007 PZC
Basisscholen en ouders
kunnen kinderen met
praten juist helpen.
door Carine Neefjes
den haag - Op de meeste basis
scholen zit seksuele voorlichting
niet in het lespakket. Dat is een
taak van ouders, vinden scholen.
Maar ook die praten liever niet
met hun kind over seks.
Als er een zoenend stelletje op de
schooltelevisie verschijnt, dan
draaien twee Marokkaanse jon
gens zich om. Met hun rug naar
de tv gekeerd, zitten zij in de klas.
Pas als de 'kus-scène' voorbij is,
durven de jongens weer te kijken.
Juf Vivia Leter reageert verbaasd:
„Hebben jullie je papa en mama
nog nooit zien zoenen?" „Nee",
roepen de jongens, dat mogen wij
niet zien."
In groep acht van de 'zwarte' basis
school De Klimop in Amsterdam
zit seksuele voorlichting niet in
het lespakket. Maar als er een aan
leiding is om over seksualiteit te
praten, dan doet juf Vivia dat ze
ker. Thuis bij de kinderen wordt er
nauwelijks over seksualiteit gespro
ken. Sommige allochtone meisjes
met oudere zussen weten wel wat
menstruatie is, maar anderen heb
ben echt géén idee. „Ik vertel hen
dat zij dan in verwachting kunnen
raken en dat zij zich dus niet op in
tieme plekken moeten laten betas
ten."
Uit een inventarisatie van het na
tionale gezondheidsinstituut
NIGZ blijkt dat op 6o procent van
de basisscholen seksuele voorlich
ting niet in het lespakket zit. Scho
len die wel aan seksuele vorming
doen, beperken zich vooral tot de
groepen 7 en 8. Het onderzoek is
gehouden onder 336 basisscholen.
Kinderen die geen seksuele voor
lichting krijgen, gaan zelf op zoek
naar informatie. Met alle gevaren
van dien, waarschuwt seksuologe
Sanderijn van der Doef van het
NIGZ. „Op internet kunnen zij
pornografische beelden tegenko
men. Maar ook op televisie ge
beurt er genoeg. Onlangs ging het
over groepsverkrachting in 'Onder
weg naar morgen', een zeer popu
lair programma bij basisschoolleer
lingen. Zo'n scène geeft veel nega
tieve informatie over seksualiteit.
Het is belangrijk dat ouders én lera
ren hier uitleg over geven."
Scholen die niets aan seksuele vor
ming doen, vinden dat een taak
van ouders, zo blijkt uit een rond
gang. „Wij doen het bewust niet",
zegt Carola Peters, directeur van
de basisschool Het Mozaiek in Arn
hem. „Seksuele voorlichting hoort
bij de opvoeding. Ouders zijn daar
verantwoordelijk voor. Je kunt al-
'ln twintig jaar heb ik nog
nooit een zwangere leerling
gezien op de basisschool'
les wel op het bord van de school
schuiven." Natuurlijk zijn ook hier
de juffen en meesters alert op sig
nalen van leerlingen. „Als meisjes
na de gymles in de kleedkamer
heel spastisch doen met allerlei
handdoeken, maken wij daar wel
een opmerking over. Maar als
school gaan wij daar echt geen
uren in steken om dit gedrag te
veranderen. De omgeving thuis
heeft hier toch het meeste invloed
op." Peters vindt dat het belang
van seksuele voorlichting op de ba
sisschool niet moet worden over
dreven. „In twintig jaar heb ik nog
nooit een zwangere leerling ge
zien."
Anno 2007 blijken ouders ook lie
ver niet met hun kind over seks te
praten. Dat geldt zowel voor hoog-
als laagopgeleide ouders, autocht
oon en allochtoon. Seksuologe
Van der Doef: „Ouders zijn bang
dat als zij over seksualiteit praten,
hun kinderen al op jonge leeftijd
seksueel actief worden. Maar uit
onderzoek blijkt het tegendeel.
Licht hen goed voor, dan gaan zij
verstandig om met seks."
„Ouders praten wel over de geva
ren, maar niet over het plezier",
zegt Channah Zwiep, pedagoge
van het projectbureau Kind Zo
in Amsterdam. Na de openheid
ten tijde van de seksuele revolutie
in de jaren zeventig, heeft er een
ommekeer plaatsgevonden, signa
leert Zwiep. „Ouders zijn tegen
woordig veel behoudender. Dat
heeft te maken met alle negatieve
publiciteit over seksualiteit. Incest,
loverboys, groepsverkrachtingen,
pedofielen en porno op internet:
de risico's van seks voeren de bo
ventoon."
Directeur Theo Gunsing van de is
lamitische basisschool De Roos in
Zaandam wil zijn leerlingen juist
behoeden voor die gevaren en
geeft wél seksuele voorlichting.
„Veel islamitische ouders schamen
zich over dit onderwerp en dur
ven hun kinderen nauwelijks iets
te vertellen. Tegelijkertijd willen
zij wel dat hun dochter als maagd
het huwelijk in gaat", aldus Gun
sing.
Op zijn school worden jongens en
meisjes in aparte groepen voorge
licht. Zij krijgen informatie over
hun lichaam, maar ook over lover
boys. „Het zijn vaak Turkse en Ma
rokkaanse jongens die verwikkeld
raken in die netwerken. Wij vertel
len onze leerlingen dat het niet
normaal is dat een jongen een
meisje misbruikt. Hij maakt haar
gevoelsleven kapot"
Week van de Lentekriebels
DEN HAAG - Deze week wordt op ruim tweehonderd basisscholen de
'Week van de Lentekriebels' gehouden. De meesters en juffen in groep 1
tot en met 8 besteden extra aandacht aan seksualiteit en relaties. In de
onderbouw vertellen zij over de geboorte van baby's en over de verschil
len tussen jongens en meisjes.
In de bovenbouw gaat het over het verschil tussen 'verliefdheid' en 'hou
den van' en krijgen leerlingen informatie over verschillende relatievor
men, zoals bijvoorbeeld homoseksualiteit. Verder komt de verandering
van het lichaam in de puberteit en het gebruik van voorbehoedsmidde
len aan bod.
Geschiedenispro j eet
wil de vijand een
menselijk gezicht geven.
door Nicole Itano
Athene - In 1453 veroverde het Ot
tomaanse leger Constantinopel
(nu Istanboel). Een Griek spreekt
over de teloorgang van een groot
se, christelijke stad. Een Turk heeft
het over een roemrijke verovering.
Geschiedenis krijgt een nationalis
tische tint waarbij het onrecht van
de ander de hoofdrol speelt. Een
groep docenten en wetenschap
pers wil dat veranderen.
Een nieuwe manier waarop in het
zuidoosten van Europa - van Tur
kije tot Kroatië - tegen het verle
den wordt aangekeken om zo vol
keren te verzoenen: dat is het doel
van zestig docenten en weten
schappers uit dit gebied. Zij schrij
ven nieuwe geschiedenisboeken.
„Geschiedenis speelt een belangrij
ke rol bij de vorming van de natio
nale identiteit", stelt de Griekse
Christiane Koulouri, professor ge
schiedenis en mede-auteur. „Wij
vrezen voor de toekomst van de
Balkanstaten. Met goede geschied-
schijving en onderwijs kan weder
zijds begrip gekweekt worden. De
meeste studenten weten weinig
over hun buurlanden, ondanks het
gezamenlijke verleden en het feit
dat er veel relatief jonge landen op
de Balkan zijn." Scholen maken ge
bruik van door de overheid gedic
teerde geschiedenisboeken, waarin
de vele oorlogen die de regio door
de eeuwen heen hebben geteisterd
worden neergezet als 'wij tegen
hen', met nadruk op door 'hen' ge
pleegde misdaden.
Het Gezamelijke Geschiedenis Pro
ject onder leiding van het in Grie
kenland gevestigde Centrum voor
Democratie en Verzoening in Zuid-
'Het gaat ook over vrouwen
en kinderen, niet alleen over
soldaten, politici en helden'
oost-Europa, wil dat beeld bijstel
len. Naast de nieuwe geschiedenis
boeken wil het centrum ook leer
krachten 'bijspijkeren'.
Dubravka Stojanovic, professor ge
schiedenis aan de Universiteit van
Belgrado, heeft zelf meegemaakt
hoe geschiedenis werd misbruikt
voor politieke doeleinden. Onder
Slobodan Milosevic werden in
1993 tijdens de oorlog met Bosnië
de geschiedenisboeken aangepast.
„Het doel hiervan was aan te to
nen dat de bevolkingsgroepen in
Joegoslavië al sinds de twaalfde
eeuw constant met elkaar in con
flict waren. Dat oorlog gewoon
was. Dat het normaal was dat Ser
viërs en Kroaten elkaar haatten.
Nu worden de teksten door de re
gering weer aangepast. Dit keer
om de communisten zwart te ma
ken." De Servische regering stond
oorspronkelijk achter het Project.
Maar nadat critici de boeken als an
ti-Servisch bestempelden, trok de
regering haar steun in.
Het Project is niet alleen bedoeld
om docenten beter lesmateriaal in
handen te geven. Hen moet tevens
geleerd worden op een andere ma
nier les te geven. Geschiedenisles
bestaat nu uit een serie 'feiten' die
studenten uit het hoofd moeten
kennen. Het Project is erop gericht
studenten zelf het verleden te la
ten analiseren. Door zich te concen
treren op cultuur en sociale ge
schiedenis, probeert het Project de
genen die vaak als de vijand wor
den gezien, te humaniseren. „In
onze boeken gaat het ook over
vrouwen en kinderen, niet alleen
over soldaten, politici en helden",
aldus Koulouri. „Wij willen laten
zien dat het verdriet en de ellende
van een oorlog niet exclusief tot
één natie behoren."