Georadar loopt als een trein v21 PZC Zaterdag 17 maart 2007 Nachten is er getest. Hotseklotsend in een werktrein zon der vering; en het werkt Waar tot nu toe om de honderd meter een gat moest worden geboord om te zien of het spoorbed wel in orde was, neemt de radar het wetk nu over. Met honderd kilometer per uur wordt elke oneffenheid gesigna leerd. Een doorbraak waar in Zwolle lang aan is gewerkt. Net zo gemakkelijk toe te passen in de wegenbouw. Eu ropa wacht, de wereld lonkt. Dat moet ook. „Nederland heeft maar 6500 kilometer spoor. In theorie is heel Nederland in een maandje al in kaart gebracht." Het systeem is uitgedokterd door Grontmij Maunsell ICS in Zwolle. Daar leggen ze zich toe op slimme verbeteringen voor het spoor. Er zit jaren denkwerk in deze nieuwe georadar, waarmee het spoorbed tot twee meter diep en drie meter breed gemeten wordt. Tien meter diep kan ook: een kwestie van sig naalkracht en afstelling. Veel bedrijven werken wereldwijd met zo'n systeem, zegt directeur Cees Veerhoek, maar Nederlandse ingenieurs wisten als eerste een werkbaar model te maken, met Ground Control als Duitse partner. Gewoon, door een set van drie ra dars aan de trein te hangen. „We zijn nu ver voor op het peloton." Die radars lijken op vierkante para solvoeten en hangen een centime ter of veertig boven de rails. Door de onderlinge afstand wordt een driedimensionaal beeld mogelijk. Zo kun je ondergronds de gaten in de kies ontdekken. „Ie kunt nu controles doen", zegt Veerhoek, „zonder buitendienst stelling van spoortrajecten. Boven dien is voorafin kaart te brengen waar de spoorbedding niet in orde is. Reparaties inplannen, in kaart brengen hoeveel materiaal er no dig is om verzakkingen op te van gen, allemaal middelen om effi ciënt met de centjes om te gaan." Geen wonder dat de belangstelling groot is bij de Railtech 2007, voor iedereen die met het spoor te ma ken heeft. Op zo'n Europese beurs, die eind deze maand in Utrecht wordt gehouden, is de kleinheid van Nederland juist een aanbeve ling, een land met het dichtstbere- den spoor ter wereld. Als ze het hier als een oplossing zien, dan is het vast wel wat. Na alle wervende praat in het hoofdkwartier is de georadar zelf bijna een teleurstelling om te zien, als de werktrein uit de duisternis komt voorrijden. De radar hangt aan een soort fietsenrek. Een paar kabels naar het raam, en dat is het. Het denkwerk zit niet zozeer in de radarantennes, maar in de soft ware. Die zit zodanig in elkaar dat de georadar de bodem in kaart brengt, maar de betonnen dwarslig gers bij het meten overslaat. Een wondertje van synchronisatie, een beetje zoals ze vroeger met een mi trailleur door de propeller van een Sopwith Camel konden schieten. Dit is nog een tikje ingewikkelder. Ie weet weliswaar dat er om de zes tig centimeter een dwarsligger komt, maar de synchronisatie moet bij alle snelheden worden be rekend, bij vijf kilometer, negen, honderd tien of honderdveertig. De werktrein blijkt een helse ma chine, een locomotief zonder com fort, waar mensen en voorwerpen met regelmatig omvallen. Geen wonder dat Eik Werner, een Duit ser uit Maagdenburg, zijn zware laptop op een stukje schuimrubber heeft gezet. Hij werkt bij de Duitse partner, die in deze fase is inge huurd om gegevens te verwerken. Op het schermpje in de donkere loc tekent zich een cardiogram af van het spoorbed, in eenzelfde tem po als waarmee buiten stationne tjes, overgangen en seinen voorbij flitsen. Werner schrijft soms mee, de zaklantaarn in zijn mond ge klemd. In spooronderhoud worden slech te stukken rails ijlings vervangen, terwijl het soms slechts een cosme tische oplossing is - waarbij het ei genlijk probleem blijft liggen. Mar tin Eikelboom, teamleider in dit on derzoek: „De belasting op het spoorbed is almaar toegenomen. De houten dwarsliggers (honderd kilo) worden verruild door beton nen liggers van driehonderd kilo. Er rijden steeds meer treinen over, dat alles geeft een risico van verzak king vooral met een zwakke onder grond. Dat wordt dan vaak opge lost door er ballast bij te gooien." Van boven ziet het er dan weer egaal uit, maar de ra dar legt bloot wat er onder gronds gebeurt: er is een enorme ballastzak van stenen gekomen, een extra kwetsbare plek in het ge heel. Bovendien is er in de spoorge- schiedenis veel geïmproviseerd: twee sporen naast elkaar, elk met een andere ondergrond. De oude lagen, bijvoorbeeld uit 1890, zitten nog in de grond, er is steeds ballast bovenop gestort. Soms is die oude laag dik, soms dun en verbrokkeld - en de radar brengt die ballastdik- te precies in kaart, met honderd ki lometer per uur. In een mum van tijd is zo gecontroleerd of de bal last bij werkzaamheden naar beho ren is aangelegd. Omdat je relatief veel meet in wei nig tijd is een internationale markt onontbeerlijk om wat te verdienen aan de uitvinding. De volgende lo gische stap daarna: de weg op. Zor gen dat de radar ook bij wegenbou wers z'n werking zal bewijzen. Veerhoek schetst alweer een dwars doorsnede, van een asfaltweg dit maal. „Je ziet in veel landen dat we genbouwers meer renoveren dan er aangelegd wordt. In slappe gebie den zakt alles weg en dan wordt as falt bijgedraaid. Dan zakt het dus nog harder weg. We zetten de ra dar straks gewoon op de trekhaak van de auto, een keertje over de weg rijden. Geen afzettingen, geen vertragingen. Wie wil dat niet?" M| RailTech 2007 wordt gehouden op 27, 28 en 29 maart 2007 in de Ko ninklijke Nederlandse Jaarbeurs te Utrecht. Zwolse ingenieurs werkten jaren aan een baanbrekende uitvinding; met een nieuwe georadar is het een fluitje van een cent om de ondergrond van spoor en snelweg razendsnel in kaart te brengen. Heel methodisch. Zonder stremmingen of afsluitingen. Wereldwijde klandizie dient zich aan. door Jelle Boonstra Speciale trein controleert grond onder rails Radarapparatuur waarmee het grondbed van de rails met een snelheid van 160 km per uur kan worden gecontroleerd over een breedte van 6 meter en een diepte van twee meter. 40 80 120 180 200 Voorbeeld van het profiel van een grondbed dat met de radar is gemeten. De uitwerking laat zien waar het grondbed is verzakt en dus onderhoud nodig is. Er wordt 500 keer per seconde gemeten. Door die gegevens te combineren ontstaat een grafisch beeld van een dwarsdoor snede, een langsdoorsnede of een 3D-beeld.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 51