houdt van haar twee landen v13 PZC Zaterdag 17 maart 2007 Khadija Arib Ja, Khadija Arib is moslim. En nee, ze wil niet over haar geloof praten. Omdat het privé is, maar ook „omdat alles wat met de islam te maken heeft, beladen is in dit land. Waarom is het aantal moslims in de regering interessant? Is het aantal christenen dat ook? Kunnen we het weer hebben over de echte problemen in dit land?" door Monique de Knegt foto's Harmen de Jong ik wat woorden heb geleerd en verder niets. „Ik ben destijds keihard de confrontatie aangegaan met mijn ouders. Ik mocht dan wel naar school, maar uitgaan was taboe. Daar heb ik veel ruzies over gehad. Vooral met mijn moeder, die erg van de regeltjes was, maar ze is met mij meegegroeid. Ze is veel opener geworden. Als ze in Rotter dam naar de moskee gaat, trekt ze de woor den van de imam soms publiekelijk in twij fel. Ik merk dat veel meisjes nu de confron tatie thuis niet aangaan. Uit angst om ver stoten te worden, conformeren zij zich aan hun situatie. Dan verandert er niets." Ze is achttien als ze zonder opleiding hulp verleenster is voor Marokkaanse werkne mers. „Ik had een spreekuur met veertig mensen. De een was ontslagen, de ander zocht een woning. Het waren hele concre te problemen." Ze trouwt, studeert sociologie aan de Uni versiteit van Amsterdam en krijgt drie kin deren in twee jaar tijd. In haar werk ver- legt-ze haar aandacht van werknemers naar vrouwen die amper buiten komen. „Het was een stille strijd die pas aandacht kreeg toen prominenten vrouwen tot on derwerp maakten. Het hele integratiepro ces heb ik van binnenuit meegemaakt. Ik ken meisjes die zijn uitgehuwelijkt, meis jes die worden verstoten omdat ze trou wen met een Nederlandse jongen of gezin nen met kinderen in de gevangenis. Ik ben ook bezig met een boek. Het eerste hoofd stuk is af" Ze houdt van Nederland. Ze houdt van Marokko. „Ik zou niet kunnen kiezen tussen de Nederlandse en Marokkaanse na tionaliteit. Ik wil het allebei. Ik heb ook geen spijt van de opmerking bij Nova dat ik altijd nog terug kan als Wilders of geest verwanten aan de macht komen. Zo voel ik het. „In 1989 ben ik in Marokko opge pakt omdat ik in Nederland politiek actief was. Na mijn vrijlating mocht ik vijfjaar Marokko niet in. Het voelde alsof er iets onder mijn voeten was weggeslagen. Alsof ik nergens meer op kon terugvallen. „Als ik nu voor vier weken naar Marokko ga, dan wil ik na twee weken weer terug naar Amsterdam. Ik wil een samenleving waarin je kunt zeggen wat je wil, een sa menleving waarin je gelijkwaardig bent en corruptie geen kans krijgt. Ik was trots toen ik werd gevraagd om zitting te ne men in de adviesraad voor de mensenrech ten. „Je zit niet op een eiland, je hebt be paalde verantwoordelijkheden. Als je je niet meer mag bemoeien met een ander land, dan kunnen we de ontwikkelings hulp en het departement van Ontwikke lingszaken wel opheffen. Ik heb geen mo ment overwogen om op te stappen uit die werkgroep. Dat had ik nooit gedaan. „Marokko is een arm land waar islamiti sche partijen steeds meer draagvlak krij gen. In de arme wijken geven ze gratis in suline weg, studieboeken en schoolunifor men. Als het nodig is betalen ze een com plete begrafenis. „De islamitische partijen wisten één mil joen mensen te mobiliseren om de emanci patie van vrouwen tegen te gaan. We moe ten alle middelen inzetten om te voorko men dat de islamisering in Marokko een kans krijgt. Het is een dubbeltje op z'n kant." In haar mailbox stromen honderden be richten binnen. Sommige afzenders schel den of slaan racistische taal uit, maar vol gens Arib zijn de briefjes overwegend posi tief. „Misschien keert de wal het schip. Daar had Geert Mak het over toen ik sa men met hem bij de schmink zat voor het programma Pauw en Witteman. Hij vond het beschamend wat er allemaal is ge beurd maar zei ook: Misschien is dit posi tief. Misschien dat mensen nu gaan naden ken en beseffen dat alle grenzen zijn over schreden. Misschien breekt nu de tijd van evenwicht aan, gezamenlijk alle schouders eronder. Dat vind ik een mooie gedachte. Of is die naïef?" Gescheiden en moeder van drie kinderen van 23 en 22 jaar. Woont in Amsterdam. Geboren in 1960 in Hedami bij Casablanca. Kwam in 1975 naar Nederland. Opleiding: maatschappelijk werk aan de sociale acade mie, sociologie aan de Uni versiteit van Amsterdam. Werk: Ze was hulpverleen ster voor buitenlandse werk nemers, gezinsbegeieidster, docente aan de Hogeschool van Amsterdam en coördina tor vrouwenemancipatie. Voor Amsterdam maakte ze beleid bij de afdeling onder wijs en jeugdzaken en bij de afdeling gezondheidszaken. Politiek: Sinds mei 1998 is ze voor de PvdA lid van de Tweede Kamer. Ze heeft zich voornamelijk bezigge houden met oudenzorg en gezondheidszorg. Komende periode gaat haar aandacht uit naar jeugd en gezin. Hui selijk geweld, eerwraak en geweld tegen vrouwen staan bovenaan haar lijstje.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 43