Brons was te duur voor de Held v4 Zaterdag 17 maart 2007 PZC Hij is een held, maar bepaald niet één van het protserige soort. Moedig, zeker niet overmoedig. Dat is voor een zeeheld een nogal wezenlijke karaktertrek. Hij hield stand in de donkerste uren van de Republiek en werd zo de redder van het vaderland. door Jan van Damme Waar kijkt Michiel nou eigenlijk naar? Vanuit zijn oog hoek zou hij de vlakte van Schoone- veld moeten kunnen zien. Verre herin nering, van kruitdampen doortrokken. Daar werd hij een superheld, in juni 1673. Wat wil je, als je een Engels-Fran se overmacht weerstaat en daarmee vrijwel zeker het voortbestaan van de dan nog prille Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden redt. Dan krijg je ook een standbeeld. Niet meteen, overigens. Het monument in letters - de biografie van Gerard Brandt - was er veel eerder. Maar toen de opstandige Belgen in 1830 onze na tionalistische gevoelens wakker kietel den, moest Michiel Adriaenszoon er aan geloven. Net als Willem van Oran je, Rembrandt van Rijn en Joost van den Vondel. In al die gevallen was de naar Den Haag verhuisde Vlaming Louis Royer (1793-1868) de maker. En in alle gevallen gaat het om gietijzeren beelden. Brons werd te duur gevon den. Met het op zich merkwaardige re sultaat dat de held Michiel van ijzer is en de twee in de Straat van Messina op geviste kanonnen, die naast de sokkel staan, van brons. Vorig jaar werd dui delijk dat Michiel roest. Voor zijn fees telijke herdenkingsjaar is hij nog wel even strak in de verf gezet, maar een grootscheepse restauratie is noodzake lijk om verder verval te voorkomen. Het standbeeld van Michiel werd in 1841 onthuld op het De Ruyterplein, in 1894 kreeg het op het Keizersbolwerk zicht op zee. De gemeente Vlissingen had een slechtere plek voor hem kun nen kiezen. Volop scheepvaart pal voor zijn neus, de loodsensteiger links, en rechts achter hem het huis van de gebroeders Lampsins, die hem als zee vaarder op weg hebben geholpen. Een sociale locatie ook. Op een doorde weekse dag hangen er ouderen, met hun rug naar de wind. Petten, grijze ha ren, priemende vingers om hun be toog of herinnering kracht bij te zet ten. Op de parkeerplaats aan de voeten 1652 29 juli: vice commandeur op (tijdens de Eerste Engelse oorloq 1652-1654) de oorlogsvloot onder Witte de With 23 aug: verslaat admiraalAyscue in de slag hij Plymouth, eerste roem als zeeheld dec. 1652-juni 1653: vecht meer in de Slag hij Hoofden, de Slaq hij Singels, de Driedaagse Zeeslag, de Zeeslag bij Nieuwpoort, Slag hij Ter Heide 1654 2 maait: vice admiraal hij de admiraliteit van Amsterdam 1655 verhuist van Vlissingen naar Amsterdam 1656 actief teqen de Zweden bij Danzig 1657-1656 acties tegen Portugal 1653 acties tegen Zweden, bevrijdt Nyhorg op Funen 1660 Frederik III van DenemarHen verheft hem in de Deense adelstand Onderbevelhebber 1652-1664 Het standbeeld van Michiel de Ruyter op het Keizersbolwerk in Vlissingen. van Michiel is het een komen en gaan. Parketleggers hebben elders op de Bou levard een broodje gescoord, motorrij ders bezien de wereld even zonder helm. Michiel Adriaenszoon de Ruy ter vergaarde roem, zonder daar nadrukkelijk naar op zoek te zijn. Hij was vergeleken met an dere zeehelden bescheiden en buiten gewoon godvruchtig. Toen het land in last was verijdelde hij landingen van Engelse en Franse troepen. De zeesla gen bij Solebay en Schooneveld in 1672 en 1673 waren misschien geen klinken de overwinningen, maar het weer staan van de overmacht was meer dan het bange vaderland had durven ho pen. De Ruyter was een tacticus, hij wist als geen ander voordeel te halen uit wind en verraderlijke ondiepten voor de Zeeuwse en Hollandse kust. Moedig, Toen er een woedende menigte voor zijn deur stond, zag de opperbevel hebber van de vloot maar al te goed dat faam en roem betrekkelijk zijn. zeg maar doortastend op de juiste mo menten. Misschien zijn de terugtrek kende bewegingen, waardoor onnodi ge verliezen werden voorkomen - zo als tijdens de Tweede Engelse Oorlog - minstens zo belangrijk als de overwin ningen. Met zijn vriend Johan de Witt zorgde hij voor modernisering van de vloot, hij oefende in het formatievaren en voerde een systeem van seinvlag gen in. Misschien lijkt zijn inbreng op dat vlak weinig spectaculair, hij was geen vernieuwer in de strikte zin van het woord. Toch mag alleen al de waar de van een seinsysteem in een tijd zon der radar en draadloze communicatie niet worden onderschat. De Ruyter voer de vijand in strakke formatie tege moet en maakte daarmee een eind aan de lukrake gevechten van schip tegen schip. Een tijdens de Slag van Solebay opge viste Engelse luitenant zag hem in ac tie op zijn schip en riep volgens bio graaf Brandt uit: „Is dat een admiraal? Da's een admiraal, een kapitein, een stuurman, een matroos en een soldaat. Ja, die man, die Held, is dat alles tege lijk." De Ruyter moet de betrekkelijkheid foto Mechteld Jansen van alle roem beter dan wie ook heb ben gezien. Hoezeer op handen gedra gen, na een zeeslag kon men hem aan treffen bij het aanvegen van het kip penhok op zijn schip. Met Cornelis Tromp lag hij regelmatig overhoop. Een van diens mogelijk verwarde aan hangers drong in 1669 zijn huis in Am sterdam binnen met de onmiskenbare bedoeling hem te vermoorden. Enkele jaren later, in 1673, verzamelde zich een menigte voor zijn huis. De Ruyter was op dat moment op zee. Ie mand had het gerucht verspreid dat hij de vloot aan de vijand had verkocht. De inderhaast opgetrommelde burger wacht kon op het nippertje bloedver gieten en plundering voorkomen. „Indien het hier in 't vaderland zoo ge legen is, dat men de waarheid niet mag spreken, zoo is 't er ellendig ge steld; nochtans zal ik die spreken zoo lang mijn oogen openstaan." Dat zei De Ruyter in het Rampjaar 1672. Vier jaar later werd hij met een hulpeska der naar de Middellandse Zee gezon den om de Spaanse vloot bij te staan. Een missie beneden zijn stand en ge vaarlijk. Hij stierf er zijn heldendood. 1664-1665 verovert Nederlandse factorijen teniq op Britten op kust van West-Afrika, plundert kust van Amerika 1661-1663 actief teqen Bar&arijse zeerovers PZC I Felix Binicewic

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 34