Passie voor antiek MEUBELEN Prisma I v47 PZC Zaterdag 17 maart 2007 Haar verzameling is inmiddels omvangrijk. Toch bekijkt de Britse schrijfster Judith Miller antiek nog altijd door de ogen van een leek. Mede dat verklaart het succes van haar boeken, waarvan er ruim honderd verschenen zijn. door Paul Geerts foto's GPD Judith Miller: „Ik zie antiek als deel van onze historie". U I> I T H MILLER SEN «ïfi f i I>fjcSC'HïköEN'lS 'Je moet alleen iets kopen als het je aan het lachen maakt, als je er blij van wordt' Haar eerste porseleinen bord kocht Judith Mil ler (55) in een opwel ling. Niet bij een anti quair, maar in een winkel voor tweedehands spullen in Edinburgh. „Ik snuffelde graag in dergelijke winkeltjes. Bij anti quairs kwam ik niet, omdat ik me er niet thuis voelde." Dat bord was het begin van een verzameling die zich in snel tem po uitbreidde. „Edinburgh is een havenstad. Van overal ter wereld zijn voorwerpen aangevoerd, waar door het prettig zoeken is." Al op jonge leeftijd tikte ze er Delfts blauw op de kop, niet van wege de waarde, maar omdat ze het mooi vond. Bovendien was ze geïnteresseerd in de achtergrond. Die interesse verklaart Miller van uit haar passie voor geschiedenis. „Ik zie antiek als deel van onze his torie. Ik hou ervan om uit te vin den waarvoor iets oorspronkelijk gebruikt is." Die passie is onveranderd. Met de zelfde bevlogenheid gaat ze nog al tijd op zoek, al zijn de locaties nu anders. Ze is, zoals ze zelf zegt, ver slaafd aan veilingen. Ook een beet je antiekbeurs, ongeacht waar, laat ze niet aan zich voorbijgaan. Nog altijd bang om iets te missen. „Ik ben nog steeds vooral geïnteres seerd in wat mooi is", zegt ze over haar verzameling. Plaats van handeling is de Tefaf, de jaarlijkse kunst- en antiekbeurs in Maastricht die nog tot en met mor gen wordt gehouden, (zie www.te- faf.com) Het is volgens Miller de belangrijkste beurs ter wereld. „Hier vind je de top", verklaart ze. Heel even verplaatst ze zich in haar verleden. „Als student zou ik me hier enorm geïntimideerd voe len." Daarvan heeft ze na zo'n veertig jaar geen last meer. Zowel kenners als leken zien haar als specialist In middels zijn ruim honderd boe ken van haar hand verschenen, waaronder Meubelen waarin ze meer dan drieduizend jaar meubel geschiedenis beschrijft. In het on langs verschenen Tribale Kunst be licht ze kunst en gebruiksvoorwer pen uit onder andere Afrika en Azië. Daarvoor stak ze haar licht op bij tal van kenners en verzame laars. Een specialist wil ze zichzelf ech ter niet noemen. „Er zijn mensen die veel meer weten dan ik", klinkt het bescheiden. „Ik heb er nooit voor geleerd, maar alle ken nis zelf vergaard." „ik heb het geluk gehad dat ik veel specialisten heb mogen intervie wen. Voor het televisieprogramma House Detectives van de BBC ben ik in veel huizen geweest. Wie heb ben er gewoond, wat deden ze en hoe leefden ze? Die vragen wil ik graag beantwoorden." Haar bescheiden doel is om antiek bereikbaar te maken voor een gro ter publiek. „Want er gaapt nog altijd een groot gat tussen het bezoeken van antiekmarkten en het daadwerke lijk kopen." Voor dat laatste hebben de meeste bezoekers nog altijd een beetje angst. Volgens Miller komt dat voort uit het onbekende. „De meeste mensen weten niet waar ze op moeten letten. Dat moet je leren. Bezoek musea of veilingen. Niet om iets te kopen, maar ge woon om te kijken. Ik weet veel, omdat ik veel gezien heb. Ik weet wat ik moet zien en waarop ik moet letten. Eigenlijk is het heel simpel. Kijk naar de kwaliteit, bij voorbeeld naar hoe iets geschil derd is. Fijn schilderwerk is meer waard dan grove penseelstreken. Bedenk hoe moeilijk het is om iets te maken. Ook dat is bepalend voor de waarde." Toch begrijpt ze de terughoudend heid. „Antiek heeft iets mystieks. Dat hangt deels samen met het we reldje waarin nogal wat geld om gaat." Maar aan geld moet je helemaal niet denken. Want de echte verza melaar ziet antiek volgens Miller niet als investering. „Die is altijd op zoek naar iets wat hij nog niet heeft. Je moet alleen iets kopen als het je aan het lachen maakt, als je er blij van wordt." Ze noemt een volgens haar spuug lelijke glazen schaal in haar wo ning als voorbeeld. „Iedere och tend als daar de zon op schijnt en het licht alle kanten op waaiert, ge niet ik." AI verliest ze de waarde niet uit het oog. Voor stukken boven de 3000 euro moet ze nog altijd in overleg met haar man. Kost een vaasje of bord meer dan 1500 euro, dan stelt ze zichzelf de vraag of ze het wel écht wil hebben. Toch beseft ze dat antiek wel degelijk een goede in vestering kan zijn. Ze ver telt van het beeld dat ze in haar studententijd in een etalage zag staan. Ze was direct verliefd, maar de benodigde 250 euro kon ze niet ophoesten. Miller: „Ik vroeg mijn vader of hij mij het bedrag wilde lenen, maar hij weigerde, waarschijnlijk in de wetenschap dat hij het geld nooit meer terug zou zien. Jaren later, toen het beeld een paar duizend euro waard was, heb ik het er nog eens met hem over gehad. En weer later nog eens. Toen was het inmiddels meer dan 30.000 euro waard. Ik heb er nog altijd spijt van dat ik het toen niet heb kun nen kopen." Haar huis in Londen is inmiddels gevuld met een omvangrijke verza meling. „Die vertelt het verhaal van mijn leven. Ik weet nog pre cies waar en wanneer ik bepaalde stukken heb gekocht. Zelfs hoe het weer was. Ik ben goed in kopen, niet in verkopen." Dus zal ze zich waarschijnlijk tot het einde van haar leven omrin gen met wat haar lief is. Daarna mogen haar kinderen de verzame ling veilen. „Ook al heb ik er voor betaald, het voelt niet als mijn ei gendom. Nu mag ik er van genie ten, na mijn dood andere verzame laars." H www.terralannoo.nl us.dk.com

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 19