r
Wonen
onder dak
van groen
Geur
v42 I Prisma
Zaterdag 17 maart 2007 PZC
TUINEN
door Romke van de Kaa
Onplezierige luchtjes
worden vaak met
dierengeur vergeleken
Bij geur denken wij meestal aan bloemen maar ook ande
re onderdelen van planten kunnen soms een sterke
geur verspreiden. Bij blad van munt en thijm is dat een
geur die wij als lekker ervaren. Bij de Eucalyptus wordt het al
discutabel of het blad nu lekker ruikt of vies, en bij de Stinken
de ballote, Ballota nigra, is iedereen het er wel over eens dat
die plant uitgesproken onaangenaam ruikt.
Alleen de interpretatie van de stank wil nog weieens verschil
len. De één zal beweren dat de ballote naar pis stinkt terwijl
een ander het meer op zweetvoeten houdt. Stinkende ballote
is een inheemse plant met lila lipbloemen die je in bermen en
langs dijken kunt vinden.
Clerodendrum bungei is een struik met dof, donkergroen blad
en grote roze bloemschermen in het najaar. De bloemen rui
ken zoet, maar de geur van het blad wordt door sommigen ver
geleken met ranzige pindakaas en door anderen met een paar-
denlucht.
Onplezierige luchtjes worden trouwens vaak met dierengeur
vergeleken. Het blad van de heester Escallonia iHinita ruikt
naar een varkensstal, dat van bokkenkruid, Hypericum hirsini-
tum, naar - u raadt het al - bokken. De bollen van de keizers
kroon, Fritillaria imperialis, verspreiden een onaangename
geur die vaak wordt omschreven als roofdierenlucht.
Nu zit die bol als het goed is onder de grond zodat je er weinig
last van hebt, maar de bodembedekker Phuopsis stylosa ver
spreidt diezelfde stank boven
gronds. Phuopsis lijkt wat op
een grove vorm van lieve-vrou-
we-bedstro, maar dan met roze
bloemen. Er zijn tuiniers die de
plant om zijn bodembedekken-
de kwaliteiten toepassen en de
stank kennelijk voor lief nemen. Ik bewonder hem liever bij
een ander. Zet Phuopsis in ieder geval nooit in de buurt van
uw terras.
Aan de geur van bloemen kun je vaak afleiden welke insecten
de plant probeert te lokken. Friszoete, voorjaarsachtige geuren,
zoals die van het Maarts viooltje, de sleutelbloem en de linde,
wijzen erop dat de plant probeert om bijen en hommels als be-
stuivers te trekken. Bedwelmend zoete geuren, zoals die van
de vlinderstruik, geven aan dat de plant het meer op vlinders
heeft gemunt. In het geval van nachtgeurders, zoals de tabaks
plant en de kamperfoelie gaat het om het aantrekken van
nachtvlinders.
Vaak heeft de zoete geur van bloemen een ondertoon van iets
scherps die als onprettig wordt ervaren. Vlier bijvoorbeeld,
ruikt zoet en tegelijkertijd naar kattenpis en bloeiende pioenro
zen ruiken zoet en ranzig tegelijk. Dergelijke zoete geuren die
niet echt prettig zijn geven aan dat de plant zich op het aan
trekken van allerlei keversoorten heeft gericht. Ook weezoete
geuren, zoals die van de berenklauw, trekken vaak kevers aan.
In de aronskelkenfamilie vinden we de meest opmerkelijke
geuren. Veel aronskelken proberen vliegen te lokken en ver
spreiden daartoe een misselijkmakende aasgeur.
Sauromatum guttatum, een plant waarvan de knol op bloemen
markten als droogbloeier wordt verkocht, stinkt naar een beer
put en veel andere familieleden van deze plant suggereren dat
er ergens in de buurt een dode rat al flink in ontbinding is. In
de tuin heb je weinig last van dergelijke stinkers, maar in de
huiskamer zou ik uitkijken met planten uit de familie van de
Araceae, zoals de aronskelkenfamilie officieel heet.
De bekendste aronskelk voor tuingebruik is misschien wel Ly-
sichiton americanus, een moerasplant die in zijn thuisland, het
noordwesten van de Verenigde Staten en Canada, bekend staat
onder de naam skunk
cabbage.
Een skunk is een stink
dier en hoewel ik dit
dier nog nooit ben te
gengekomen kan ik
me er wel iets bij voor
stellen. Lysichiton ame
ricanus doet het goed
aan de rand van een
sloot of vijver en
bloeit vroeg in het jaar
met enorme gele
schutbladen die een
vingervormige kolf
omgeven.
Skunk cabbage -
Lysichiton americanus.
foto Romke van de Kaa
Croendaken zijn milieuvriendelijk. Dat dringt nu ook door
tot architecten en overheden. Omdat ze er anders niet
meer bij horen, weet leverancier Keesjan Hobo. Vandaar dat
de vraag ernaar groeit. Ook bij de particulier, die
gemakkelijk zelf een groendak kan aanleggen.
door Paul Geerts foto's GPD
Foto boven: Een groendak heeft een
isolerende werking.
Onderste foto links: Hoe steiler het
dak, hoe dikker de deklaag.
Onderste foto midden: Op sommige
groendaken staan ook bomen.
Onderste foto rechts: Op groendaken
worden meestal vetplanten gepoot;
zij hebben minder ruimte nodig om
te groeien dan gras.
Het is de laatste jaren
snel gegaan, zegt Kees
jan Hobo van Ekogras
Dakbegroeiing in Zalt-
bommel. Hij heeft
het over gras- of groendaken die
overal in het land in sneltreinvaart
opduiken.
De cijfers spreken voor zich. Legde
zijn bedrijf een krappe drie jaar ge
leden zo'n 25.000 vierkante meter
dak per jaar aan, inmiddels is dat
opgelopen tot bijna 40.000. De ver
klaring? „Architecten vinden het
een must", aldus Hobo. „Anders
horen ze er niet meer bij." Maar
niet alleen architecten, ook overhe
den tonen interesse. „Het voordeel
van een grasdak is dat je groen in
de stedelijke omgeving brengt."
Het is een uitspraak waarin ook ar
chitect Aloys Meulenbroek van Ste-
velink Grasdaken in Scherpenzeel
zich herkent.
Hij vermoedt dat de klimaatveran
dering een belangrijke rol speelt
bij de toename van het aantal
gtas- en groendaken. „Steeds meer
mensen zijn er zich van bewust
dat we in een kritieke fase belan
den."
Meer dan vijftien jaar geleden, na
een verblijf in Mali, constateerde
Meulenbroek dat Nederland op ge
heel eigen wijze verandert in een
woestijn. Een onooglijke vlakte
vol dakpannen en beton. Alterna
tief daarvoor is de door hem ont
wikkelde Stevelink-woning. Deze
oogt als een in het landschap ver
zonken cocon waarvan het groot
ste deel bedekt is met gras. De
voorgevel is opgetrokken uit glas,
zodat voldoende licht binnenvalt.
Prettige bijkomstigheid is boven
dien dat het onder een grasdak in
de zomer koel is. In de winter is
een uurtje zon voldoende om de
-•
-«.•• h.-;:
'-v
KS8