Van die kladjes maak ik nog wat Muziek als cement in de samenleving 30 Dinsdag 13 maart 2007 PZC Zijn dag begint stee vast om half zes. Nog komt de 86-jarige Bei Cok uit Kruiningen tijd te kort. Sinds kort en tertaint hij de bewo ners van Hof Cruninghe en er staat een nieuwe NAMEN Bethlehem Tussen Scharendijke en Den Osse in de noordpunt van Schouwen ligt de boerderij Bethlehem, ook wel genaamd het klooster Bethlehem of simpelweg het klooster. Als je je nader in de geschiedenis van deze boerderij verdiept, duiken er nonnen op. Het klooster Bethlehem werd al gesticht in 1180 als zeer afgele gen oord voor vrouwelijke Cisterciënzer nonnen (Bern a r- dinnen, genoemd naar Ber nard van Clerveaux, de stich ter van de Cisterciënzers). Het waren dus geen Benedic- tijnse nonnen, zoals in de meeste bronnen vermeld wordt. Het hardnekkige ge rucht dat alleen losbandige nonnen die zich elders mis dragen hadden naar Schou wen gestuurd werden, wordt ook nergens bevestigd. Tot 1572 floreerden het kloos ter, naastgelegen boerderijen en de nonnenorde. Ze geno ten vrijstelling van alle belas tingen en kregen een tiende van alle opbrengsten van de Moer in Schouwen (moeren is exploitatie van het veen, vooral ter wille van zoutwin ning). Na 1572 ging stad (Zie- rikzee) en land van Schou wen over naar de Prins van Oranje. Schouwen werd pro testant en de nonnen vlucht ten naar Damme bij Brugge. Vanaf 1600 werd het klooster ontmanteld (14.000 stenen werden verkocht), en fungeer de Bethlehem als boerderij. Restanten van kloostergebou wen hebben eeuwen lang ge diend als opslagschuren. De luidklok van Bethlehem uit 1456 siert nog steeds de toren van Scharendijke. De boerde rij zelf in huidige vorm herin nert nog slechts in naam aan het klooster dat zo'n 825 jaar geleden op deze hoge plaats gesticht werd. Gerard Smallegange Muziek en zang vormen het ce ment in de sa menleving. Op de foto oratorium vereniging Tot Oefening en Uit spanning, Middel burg, foto Ruben Oreel door Rinus Antonisse Sport is ongetwijfeld de belangrijk ste vorm van vrijetijdsbesteding in Nederland. Goede tweede zijn de amateurmuziek en koorzang. On geveer één miljoen mensen spelen in een muziekkorps of zingen in een koor. Bert van Nieuwenhuizen noemt 'vaders fanfa re en moeders koor' het cement in de sa menleving. Immers: ze spelen en zingen op koningin nedag, de aankomst van Sinterklaas en andere hoogtijmomenten. Kerkelijke vie ringen worden door musici en zangers opgeluisterd. Er is weliswaar een flinke dip geweest in de belangstelling voor mu ziekkorpsen en koren, maar ze hebben het in de meeste gevallen overleefd. Wel blijft, zeker in de Zeeuwse situatie, in klei nere kernen de aanwas van jonge leden een probleem. Van Nieuwenhuizen brengt met zijn boekje Vaders fanfare, moeders koor een klinkend eerbetoon aan alle mensen die zich vroeger en nu inzetten voor harmo nie, fanfare, brassband en koren. Verlucht met veel foto's van vroeger. Over rode muziek (de Stem des Volks), maar ook over reformatorische (de christelijke zang- en oratoriumvereniging) en room se muziek. Allerlei vormen van muziek- en zangbe- oefening passeren in het boekje de revu. Het zeemansliederenkoor (zoals het Vlis- singse loodsenkoor), het smartlappen koor, de boerenkapel, de majorettes, maar ook André Rieu, die ervoor zorgde dat de Weense muziek weer in de belang stelling kwam te staan. Van Nieuwenhuizen geeft aan dat mu ziek weliswaar van alle tijden is, maar niet altijd van of voor 't volk is geweest. In vroeger tijden zongen minstreels voor al voor de adel en was kerkelijke muziek in kloosters te horen. Pas aan het eind van de negentiende eeuw nam de mu ziek voor het volk een grote vlucht. Tege lijk met de verheffing van de arbeiders. Vaders fanfare, moeders koor. Door Bert van Nieuwenhuizen. Uitgeverij Aspekt, Soesterberg. niet bij de pakken neer. In het nieuwe woonzorgcomplex Hof Cruninghe treedt hij weke lijks op. Samen met de bewoners liedjes uit de oude doos zingen. „Die oude schoolliedjes kennen ze nog wel. We eindigen altijd met Er ruist langs de wolken en Wat de toekomst brengen moge." Vorig jaar wilde Cok meedoen aan de dialectzangwedstrijd Zieng Zêêuws, maar door de omstandig heden kwam het er niet van. Het liedje dat hij schreef en compo neerde, Bluuf 't Zêêuws bewaêren, verschijnt nu op een cd. Samen met het nummer [k wou a 'k nog mè twintig was. De melodie hoor de hij voor het eerst tijdens zijn verblijf als tewerkgestelde in Duits land in de Tweede Wereldoorlog. Bezig zijn met muziek fit er al van jongs afin, vertelt hij. „Mijn moe der heeft me de muziek bijge bracht. Ik zat in de mandolinevere niging Excelsior en ik was ook lid van de fanfare en de zangvereni ging. Excelsior gaf elk jaar een uit voering in revuestijl en daarvoor maakte ik liedjes in dialect. Die gingen over twee ongetrouwde mannen uit de Duvelshoek bij Ril land, Wannes en Freek." Dat hij zich voornamelijk in dialect uit, is voor hem vanzelfsprekend. Dat ligt hem na aan het hart. Begonnen als timmer man en later bouwkun- foto Willem Mieras dig tekenaar, belandde hij in 1953 in de verzekeringen. Eerst in deel tijd en vanaf 1960 met een eigen kantoor in Kruiningen. Daarmee stopte hij in 1978. Pas vanaf dat moment kreeg Bei Cok meer tijd om zich aan zijn liefhebberijen te wijden. Boekjes met veelzeggende titels als Wan we bin Zêèuwen, Aal de vès- jes (mie neuten), Achterankom- mertjes, Klienk-Klaêr en 't Lange Leste kwamen uit. En cd's als Ein- delinge, Mien Naêjaér en zijn vijf de en tot nu toe laatste cd 't Is Aal Verbie. In de titels, verhalen en liedjes stopt Cok veel van zijn gevoelens. Persoonlijke onderwerpen en wat hem maatschappelijk bezig houdt. Met trots wijst hij op het lied Kent ge et land. Dat schreef hij in 1996 als een soort anti-ontpolderlied. In die tijd speeldenn de eerste plannen voor het onder water zet ten van polders. Het is naadloos van toepassing op de huidige discussie over land te ruggeven aan het water. Trots is hij ook op de nieuwe cd, waarop hij zelf zingt en musiceert. „Mis schien is het wel een record. Al hoewel, )ohan Heesters is al 101." Refrein van Bluuf't Zêêuws bewaêren Bluuf't Zêêuws bewaêren Doe dat zo lanl a je leeft 'k Oop an julder mie z'n aaien Di je krachen ok an geeft Wan dat óór bie 't Zêêuw- se erfgoed Ouw tet in stand Van Ulst toet in de Kop van Schouwen In Walch'ren en Zuud-Be- veland Bei Cok zingt wekelijks met bewoners van Hof Cruninghe geen gebrek. „Ineens schiet me een onderwerp te binnen en dan denk ik: daar zit wel een liedje in. Bijvoorbeeld over de euro of de strippenkaart." Hij is niet te beroerd om op ver zoek van de familie een feestrede te schrijven voor een 94-jarige ken nis. Die leerde hij kennen tijdens een vijfjarig verblijf van zijn vrouw in het verpleeghuis te mi Krabbendijke. Een periode Kf waarin zijn activiteiten als schrijver en compo nist op een laag pitje stonden. Wel hield Cok samen met zijn dochters Anne ke en Els een dagboek bij; 17 schoolschriften vol. Toen zijn vrouw eind vorig jaar over leed, verwerkte hij een uittreksel in een boekje: Zo was Tan! Alleen voor zijn dochters en hemzelf Bei Cok zat cd met liedjes in Zuid-Bevelands dialect op uitkomen. door Rinus Antonisse Ik wil altijd wat doen, zegt-ie licht verontschuldigend.Achter de geraniums zitten is niks voor hem. Het bewijs is een sta pel boekjes van zijn hand, een aantal cd's en gedichten. „Ik heb nog kladjes lig gen. Daar maak ik nog wel eens wat van", lacht Bei Cok. Aan inspiratie

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 124