OM-baas Harm Brouwer: 'Wij zijn niet alleen uit op een veroordeling' v13 PZC Zaterdag 10 maart 2007 Inez Weski voert regelmatig oorlogjes om dossierstukken. Peter Plasman: „We zitten nu in een harde tijd". Britta Böhler: „Veel rechters onvoldoende deskundig". veel onderzoek laten doen. Er zijn al getui gen gehoord, er zijn verklaringen afgelegd. Als je het beeld dan nog wilt laten kante len... Dat is heel moeilijk." Inez Weski, wier clientèle bestaat uit on der andere oud-legerleider Desi Bouterse en de wegens wapenhandel in Liberia ver oordeelde zakenman Guus Kouwenhoven, voert heel wat oorlogjes om überhaupt dossierstukken te krijgen, zegt ze. Onlangs spande ze zelfs een kort geding aan om de officier van justitie te dwingen het dossier af te staan. Ze won. „Mij bekruipt regelma tig het gevoel dat zaken uit een dossier zijn gehouden", zegt Weski. „Dan moet je dat zelf dus maar proberen aan te tonen. Hoe kun je vermoedens bewijzen? Je zit ge blinddoekt in de rechtszaal." Ook op rechters hebben de advocaten kri tiek. Belangrijkste verwijt: ze zijn niet nieuwsgierig genoeg. Plasman: „Ik vind dat een rechter alles zou moeten willen weten wat zou künnen bijdragen aan een zo goed mogelijk beeld van de werkelijkheid. In de praktijk gaan ze niet altijd ver ge noeg." Veel rechters zijn bovendien onvoldoende deskundig, meent Böhler. „Vooral als het op wiskundige zaken aankomt, of DNA. Dan varen ze blind op een deskundige, die vaak is aangesteld door het OM." Onbenulliger is volgens de raadsvrouw dat er vaak geen tijd is om een getuige te ho ren. „Hoe vaak maak ik niet mee dat wordt gezegd: 'mevrouw Böhler, ik ben het eens met uw verzoek, maar er is geen tijd meer voor'. Dat is toch idioot?" Welbeschouwd is iedere Nederlander ver dachte, zegt Inez Weski. „Als ik Nederland inrijd, word ik door camera's begluurd. Dat vind ik ab-so-luut vréselijk. Het is geen anoniem opperwezen dat je bekijkt, maar gewoon een medemens. We leven in een land vol verdachten. U, ik. We zijn alle maal een potentieel gevaar." De Tilburgse hoogleraar Recht, Technolo gie en Samenleving Bert-Jaap Koops werk te mee aan de studie van het Rathenau In stituut. Hij noemt het voorbeeld van een scheikundeleraar die ooit bezoek kreeg van de AIVD om eens te praten over de verspreiding van massavernietigingswa pens. Reden: hij had op internet bij het maken van examenopdrachten naar de term 'zwaar water' gezocht en woonde ooit in dezelfde straat als de Pakistaanse atoomgeleerde Abdul Khan. „Zoiets kan iedere willekeurige burger overkomen." Door de voortschrijdende technologie kan steeds meer informatie aan elkaar wor den gekoppeld, zegt Koops. „Neem mezelf Ik heb een baard en ben vegetarisch. De kans bestaat dat als ik een voorkeur moet opgeven voor een maaltijd als ik op het vliegtuig stap, er een vinkje voor mijn naam wordt gezet Dat vind ik ronduit kwalijk." De technolo gie geeft de politie steeds meer mogelijkhe den, en dat is amper tegen te houden, meent Koops. „Je kunt het alleen in goede banen leiden. Ik bespeur bij de wetgever onvoldoende besef dat hoeveel je ook doet, je niet alles kunt voorkomen." Volgens Weski is het überhaupt de vraag waartegen de overheid de maatschappij probeert te beschermen. Gevaren en risi co's worden overdreven, denkt zij. „De overheid creëert een monster. Ze schept vermoede gevaren, zonder dat ze exact worden omschreven. Als je bepaalde wet geving er door wil krijgen, creëer je een sfeer. Je zegt: er is een draak waartegen we je zullen beschermen. Wij hebben dat maar te slikken." Ook Britta Böhler vreest dat de harde tijd nog niet ten einde is. Er worden zoveel maatregelen genomen dat er straks geen weg meer terug is, denkt ze. „Het wordt verkocht met de boodschap: Nederland wordt er veiliger door. Dan loop je het risi co dat als er toch iets mis gaat, er bijvoor beeld een bom ontploft, je er weer een schepje bovenop moet doen. Want als je dat niet doet, zul je moeten toegeven dat al het voorgaande geen zin heeft gehad." Harm Brouwer, voor zitter van het Colle ge van procureurs-gene raal, de top van het OM, bestrijdt de belangrijkste verwijten van de strafplei ters. Dat officieren van justitie niet geïnteres seerd zouden zijn in de waarheid, maar alleen in een veroordeling, steekt hem. „Het is onzin! Het doet geen recht aan de ge wetensvolle wijze waar op zij met hun taak bezig zijn. Dat nota bene Knoops dat moet zeggen. In de Deventer moord zaak zijn we voortdurend in overleg met hem over het bewijs. Het is in feite een zoektocht naar de waarheid. In die zaak zijn we formeel tot niets ver plicht. Hoezo niet geinte- resseerd in de waarheid?" Dat zijn officieren te veel als 'crimefighter' en te weinig rechtsstatelijk zouden optreden in de zit tingszaal, ziet Brouwer niet zo. „Natuurlijk, er is een algemeen belang en het belang van een ver dachte. Officieren moe ten daar allebei oog voor hebben, en dat hebben ze ook. Dat maakt het ambt van officier tot één van de zwaarste ambten bij de rijksoverheid." „Natuurlijk zijn wij niet alleen uit op een veroor deling. Het gaat ons om de waarheidsvinding. Kijk eens naar het aantal zaken waarin we het be wijs niet rond krijgen. Die we dus seponeren. Daar hoor ik die advoca ten niet over." Ook wor den er meer getuigen ge hoord dan ooit tevoren, zegt hij. „Echt niet alleen op verzoek van het OM. Een advocaat kan zich toch ook wenden tot de rechter met een verzoek? Dat gebeurt ook."

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 77