Het verhaal schept de feiten! Het bal v9 PZC Zaterdag 10 maart 2007 door Jaap Goedegebuure illustratie Martien Bos Zet een groep lezers samen met een romancier in een zaal en je kunt wel raden wat ze tijdens de gebruikelijke vra genronde van haar of hem willen weten. „Dat verhaal dat u daar in uw laatste boek vertelt, is dat werkelijk zo gebeurd?" Wee de schrijver als het antwoord ontken nend luidt. Verzinsels worden nu eenmaal lager aangeslagen dan feiten uit het ware leven. Juist in de literatuur moet iets niet echt lijken, maar echt zijn. Sommige auteurs tonen zich bereid om in te spelen op de gretigheid waarmee het pu bliek jaagt op de realiteit achter de fictie. In 1972 gaf Hugo Claus Het jaar van de kreeft een commercieel opkontje door in De Telegraaf te onthullen dat het liefdes paar in deze roman was gemodelleerd naar hemzelf en actrice Kitty Courbois. Dat was pas spek naar de bek van Pri- vé-journalist Henk van der Meijden en zijn goegemeente! Claus' publiciteitsstunt wordt gereleveerd in Connie Palmens ro man Lucifer. Samen met andere bekende figuren uit de artistieke wereld speelt de Vlaamse schrijver hier zijn rolletje onder de naam Gillis Boon. Zodra er uit diens werk wordt geciteerd, betreft het traceerba re teksten van Claus. Het maakt duidelijk dat Palmen de historische werkelijkheid even dicht op de huid zit als indertijd haar collega. In de pr-campagne die aan de lan cering van Lucifer voorafging, heeft ze ont huld dat het veelbewogen bestaan van de in 2003 overleden componist Peter Schat haar de stof leverde voor een heus drama, dat volgens de regels van de kunst is ver deeld in vijf bedrijven. Plaatsen van hande ling: het Griekse eiland Skyros, waar de vrouw van de hoofdpersoon, Lucas Loos geheten, veertig meter naar beneden valt en sterft, en Amsterdam, waar het slachtof fer in aanwezigheid van honderden vrien den en kennissen wordt begraven. In tijd nemen de gebeurtenissen, die zich afspe len in de zomer van 1981, nauwelijks twee weken in beslag. Maar omdat ze in het per spectief van Loos' kunstenaarschap wor den geplaatst, omspannen ze vele decen nia. In zijn opzet lijkt Lucifer op een reconstruc tie zoals onderzoeksjournalisten en biogra fen die wel ondernemen. Een naamlo ze verteller komt een kwart eeuw na dato alsnog in de ban van de geruch ten rond de dood van Loos' vrouw. Ze benadert getuigen, hoort ze uit, trekt haar conclusies en geeft die de vorm van een roman, in de vaste overtui ging dat fictie het middel bij uitstek is om een dieper gelegen waarheid te openbaren. De schrijver, zo ge looft ze namelijk, 'brengt alle in formatie onder in een verbor gen netwerk, verbindt de anek dote met andere gegevens en verleent haar zo een betekenis waar niemand op verdacht is'. Een van de personages zegt het nog wat radicaler: 'Ge beurtenissen vinden plaats bij gratie van hun verhaalbaarheid. Het verhaal volgt niet op de feiten, maar schept de feiten'. Connie Palmens vertellende dubbelganger lijkt het eens te zijn met Harry Mulisch. Die beweerde ooit dat we de werkelijk heid begrijpen dankzij de literatuur en niet andersom, daarmee ingaand tegen een gangbare opvatting die elke roman het liefst reduceert tot herkenbare situaties en personen. Palmen laat Mulisch het geciteer de aforisme letterlijk uitspreken, zij het dan dat hij het als Hugo Claus vanachter een masker mag doen. De pijprokende succesauteur Aaron Keller is hier een van de nabije omstanders die zich na de dood van Lucas' vrouw uitput ten in speculaties. Heeft Loos haar wellicht het beslissende duwtje gegeven toen ze dronken op de balustrade van het terras ba lanceerde? Of heeft ze zich uit wanhoop om haar huwelijksmisère domweg laten vallen? Werd ze gestuurd door de hypnoti serende, wie weet magische vermogens waarover haar echtgenoot volgens bepaal de bronnen beschikte? Wenste hij haar dood en kreeg hij zijn zin? Ziedaar de gis singen waarin Loos' vrienden zich laten gaan. Een van hen begint zelfs aan een boek over de affaire en noemt dat Lucifer, naar Gods geliefde aartsengel die uit jaloe zie op Adam en Eva in opstand kwam te gen zijn Heer en in zijn val de hele mens heid meesleepte. Lucas wordt daarmee neergezet als een principiële rebel, een ge spleten held die zijn eigen tweeslachtig heid en existentiële onvrede probeert te be zweren door vast te klampen aan een sys teem (calvinisme, marxisme) en dat weer los te laten zodra zich een aantrekkelijker stelsel of geloof aandient. Het spoor van verwoesting dat hij daarmee trekt, leidt in zijn ogen naar een hoger doel: een nieuwe muziek die haar uitgangspunt vindt in een diabolische, ooit verboden tussentoon, en daarmee de brug slaat tussen Bach en Schönberg. Er zijn intimi die fluisteren dat Lucas zich als een nieuwe Doctor Faust aan de duivel heeft verkocht. Hij leverde zijn vrouw uit aan de dood om als een tweede Orfeus de stenen te kunnen laten huilen door de kracht van zijn treurzang. Hij ging in tot Satan om zo gelijk te wor den aan God en niet te vergaan. Connie Palmen Connie Palmen laat zien hoe wij, vanuit een behoefte om greep te krijgen op schijn baar zinloze feiten, ficties in leven roepen die soms de potentie van een mythe bezit ten, zeker als ze beantwoorden aan een pa troon waarin de grote oerverhalen (Luci fer, Orfeus, Faust) hun reprise beleven. Ze maakt overtuigend duidelijk hoe die trans formatie werkt, door uit te gaan van een huiveringwekkend, maar ook groots en meeslepend voorval en de geruchten waar toe dat leidt. Het resultaat is een fascine rend verzinsel. [Tl Connie Palmen - Lucifer. Uitgeverij Prometheus, 352 pag., 19,95 euro. DE SELECTIE door Aly Knol R nartpmpnf osine en Alfred Kampf zijn dankzij gelukkige beursspeculaties van de ene op de andere dag steenrijk ge worden. Ze verruilen hun krappe behuizing voor een groot, licht ap partement. Maar in de wereld van de 'oude' rij ken worden ze nog steeds als omhooggevallen parvenu's gezien. Om eer en aanzien te winnen besluit mevrouw Kampf dat het tijd is om een groots bal te geven met champagne, sandwiches met verse kaviaar en alles wat er verder bij hoort. Als de veertienjarige dochter Antoinette tijdens het uitschrijven van de adressen van de bijna tweehonderd genodigden te horen krijgt dat zij niet geacht wordt op het bal te verschij nen, breekt er definitief iets in het meisje. Antoi nettes kamer zal op de avond van het bal als bar dienst doen. Voor een slaapplaats wordt ze ver bannen naar het rommelkamertje. Maar voor het zover is, neemt ze in een opwelling vreselijk wraak op haar altijd vittende moeder. Een moeder die niet met zo'n groot kind gezien wil worden, omdat ze dan ouder zal worden in geschat dan ze zich wil voordoen. Een moeder ook die wil voorkomen dat het kind zal verklap pen van hoever ze zijn gekomen: 'Antoinette', beval madame Kampf, 'even oefenen. Wat zeg je als iemand vraagt waar we vorig jaar woonden?' De climax van de novelle Het bal van Irène Né- mirovsky (Kiev 1903-Auschwitz 1942) laat je in een verrukkelijke verbijstering achter. Uitgeverij De Geus heeft enkele jaren geleden het gelukkige besluit genomen om het werk van Némirovsky, in de jaren dertig een gevierd schrijfster in Frankrijk, in haar fonds op te ne men. De opmaat werd gevormd door Storm in juni over de paniekerige vlucht van de Parijzena- ren voor de Duitsers, waaraan Némirovsky tot kort voor haar arrestatie schreef en waarvoor ze in 2004 als eerste ooit postuum de Prix Renau- dot kreeg toegekend. Daarna verscheen Irène Né mirovsky, een vrouw, een geromantiseerde biogra fie van de hand van haar jongste, inmiddels over leden dochter Élizabeth Gille, gevolgd door Da vid Golder, het debuut van Némirovsky uit 1929, over opkomst en val van een joods-Russische fi nancieel magnaat. Het verhaal van madame Kampf en haar dochter hebben gruwelijke, autobiografische wortels. Né mirovsky had, net als Antoinette, een eenzame jeugd, waarin tederheid van de kant van haar moeder volledig ontbrak. Ze werd opgevoed door een Franse gouvernante, terwijl haar moe der - net als in Het bal getrouwd met een rijke man - zich slechts om uiterlijkheden bekommer de. Deze Fanny Némirovsky vond het zelfs niet te min om haar twee jonge kleindochters, die maar ternauwernood de Tweede Wereldoorlog hadden overleefd, weg te sturen toen ze bij haar appartement in Nice aanklopten. Met deze ken nis achteraf krijgt Het bal, dat uitmunt door een kraakheldere, sobere stijl, een grimmiger lading dan wellicht destijds bedoeld. Irène Némirovsky Het bal Vertaling Manik Sar- kar. Uitg. De Geus. 74 pag. 12,50 euro.

Krantenbank Zeeland

Provinciale Zeeuwse Courant | 2007 | | pagina 73