Op de grenspaal staat G.289
Doornhaag is ideaal voor jonge zangertjes
Nieuwe
raadkaart
^EK\
to
PZC Zaterdag 10 maart 2007 27
Van een zuidelijk grensdorp naar
een ander 'grensdorp'. Uit de col
lectie van Hans Lindenbergh een
kleinere plaats aan de rand van de
provincie.
De vraag is uiteraard: hoe luidt de
naam? Nadere bijzonderheden
over de situatie toen en nu zijn
welkom.
Oplossingen kunnen tot en met ui
terlijk donderdag 15 maart worden
gezonden aan: Redactie PZC, post
bus 31, 4460 AA Goes; fax
0113-315669; e-mail
redactie@pzc.nl.
Onder inzenders van een goede
oplossing worden drie waardebon
nen verdeeld.
door Rinus Antonisse
Op de raadkaart van vori
ge week is Koewacht te
zien, mailt A. Dhollan-
der-Raes uit Heikant.
„Het is een foto van vroegere ja
ren, gemaakt van het begin van de
Nieuwstraat. Het grote pand links
was later hotel Zeelandia en er is
nu restaurant Het Vlasblommeke
in gevestigd. Ook staan er het voor
malige douanakantoor op en het
pand van fietsenmaker Van den
Berghe. In de verte bij de bomen
is het vroegere klooster van de Bel
gische Koewacht te zien."
R. van Itegem bericht vanuit zijn
woonplaats dat na Het Vlasbloe-
meke richting Belgische grens de
vroegere marechausseekazerne
zichtbaar is. W. D. van Moorten
uit Oostburg noemt Het Vlasblom
meke het hotel van Misseghers.
Volgens hem behoorde bij het non
nenklooster een lagere school.
C. den Hartigh-vanden Berg uit
Terneuzen heeft herinnering aan
de plek op de raadkaart, omstreeks
de jaren vijftig van de vorige eeuw.
„Het zag er toen al heel anders uit.
Aan de rechtse kant was het al Bel
gisch, met een straatje naar de
kerk en een echte Belgische win
kel waar ze letterlijk van alles ver
kochten: bij Peer. In het huis links
met de luikjes woonde een tante
van mijn moeders kant. Ze was
met een douanier getrouwd en
het kantoor was aan huis."
D. E. Tollenaar uit Terneuzen
schrijft dat in 1590 het fort Masa-
reels werd aangelegd, ook wel de
coewagt genoemd.
C. F. Stevense uit Middelburg
noemt de kerk, een ontwerp van
W. te Riele en gewijd aan de apos
telen Philippus en Jacobus. Vol
gens hem staat even voorbij de te
lefoonpaal links grenspaal G.289.
Stevense geeft aan dat hotel Zelan-
dia (met op de zijgevel het op
schrift Afspanning) van T. Misseg
hers was.
Links naast het hotel was de toe-
gang tot bierbrouwerij Dierick.
Daar stond ook het in 1907 ge
bouwde gemeentehuis.
De waardebonnen gaan naar: C. den
Hartigh-vanden Berg, Terneuzen, A.
Dhollander-Raes, Heikant en W. D.
van Moorten, Oostburg.
door Rinus Willemsen
Mao joengers, dat 'eit toch gewaoid ee vannacht.
Da goeng nog 's 'n bitje te kêêr en die regenen.
En om het geheel nog meer kracht bij te zetten,
kijkt hij ons allemaal met een gezicht van: [ud
der meugen blieje ziin dan 'k d'r deu gekommen
ziin.
Het is zaterdagmorgen. Meestal de morgen dat
we als clubje bij mekaar komen om de lopende
zaken te bespreken. We hebben al een poosje op
hem zitten wachten als de gastvrouw eindelijk
de telefoon pakt en naarstig in het telefoonboek
op zoek gaat naar zijn nummer. Die is al onder
weg, zegt ze als ze de hoorn op het toestel legt.
Z'n vrouwe zegt, dat ie net is vertrokken. Terwijl
ze dat zegt, gaat de huisbel. Even later komt ze
de kamer binnen met in d'r kielzog onze
langverwachte gast Ernest. En dan komt het he
le verhaal van deze stormachtige nacht.
]ao, gaat hij verder, en dan is t 'r ook nog een
stik uut d'aoge gewaoid ook. En hij strekt z'n ar
men uit om de breedte van het gat aan te dui
den. Meschiens is 't nog wè gróöter ook, gaat hij
verder. Ondertussen neemt hij een slokje van
z'n koffie. Dien 'aoge is zeker wè twintig jaor
oud. Bè jao. En omstandig vertelt hij dat die heg
er eigenlijk gekomen is om een goede afschei
ding te krijgen van z'n tuin met de weg. Vroeger
stond daar geen heg, maar hij vond het een beet
je kaal. Tegen de kiek in ee. Hoewel de vogeltjes
het plan met vreugde begroetten, was er een
buurman van het gehucht al snel bij komen
staan en die had gezegd: 'n Doorn'aoge? Niks
wèèrd, mieter t 'm d'ruut. Maar de heg was blij
ven staan, tot grote vreugde van de kleine vogel
tjes die er jaarlijks twee, soms drie legsels in
kwijt konden, maar tot verdriet van de katten.
Die hadden het kijken naar de jonge vogels als
ze gevoed werden. Honderden keren waren de
katten-jagers door de gaten onder de heg geslo
pen. Aangelokt door het jonge gepiep zaten ze
op afstand te kijken. Soms liep het spêêksel uut
udder bek.
Maar ook de eksters hadden de jonge vogels al
rap in de gaten. Die zaten dan aan de andere
kant van de weg in de hoge populieren. Vandaar
hadden ze een goed zicht op de heg, waarin
beurtelings vader of moeder liester verdwenen
met een maaltje voor de jonge vogels. Vier, vijf,
soms zes nesten naast mekaar. Maar de eksters
hadden ook geen schijn van kans. 'n Door
nen'aoge, da 's ideaal voor die joenge zangertjes.
En de schooljoengers blewen d'r ook wel af'öör
toen d'r nog een schoole was.
Van vroeger weet ik nog dat er eens een merel
had genesteld in een gewone heg bij school. De
merel zat lekker te broeden en elke dag ging de
hele klas kijken, misschien wel de hele school.
Die twee angstige kraaloogjes. Ik zie ze nog. En
die gele snavel. Voorzicht met een stokje deden
de we takjes wat opzij. Geschrokken, zenuwach
tig, draaide het kopje heen en weer. Mag ik noe
ook 's kieken nao die mèrelaor? zeiden rn'n
vriendjes dan ongeduldig, wan hie kiek noe a
zöö lange. Later hebben we dat eerlijk verdeeld:
ielk tien tellen. En degene die net gekeken had,
moest tellen. Niet te vlug, maar ook niet te lang
zaam. En mee êêne beginnen ee. En nii zuuren.
Het is even stil, als Ernest weer begint over z'n
heg. Messchiens is dien 'aoge daoronr wè rot ge
wist 'öór. We knikken allemaal, want noe waoit
'r daorm toch nii zömaor 'n stik 'aoge uut ee.
Niemand zegt wat. Mao 't goeng daorom bie ons
te kêêr 'öör.
Het blijft nog stil aan tafel. Meschien 'èn de kat
ten 'm wèl döódgepist, denk ik, vanwege die veu-
gels ee.
KoïnachS K«toc